0 Comments
Het Sanctum is een zelfvoorzienend appartementencomplex in Maine, USA, dat 10 appartementen bevat, een zwembad, een ontspanningsruimte, lobby, ziekenboeg, voorraadruimte, etc. dit alles tot 15 meter onder de grond, en in noodgeval volledig afsluitbaar van de buitenwereld. Een overlevingsruimte dus voor de rijken die zo een eventuele apocalyps kunnen doorstaan. Natuurlijk grijpt die ook plaats: een vernietigend virus verspreidt zich vanuit Azië over Europa, en duikt ook in Amerika op. De kopers van de appartementen haasten zich naar het Sanctum, waar we dus al vlug een erg gevarieerd zootje aantreffen: een stel typische redneck boerenkinkels met een wapenmanie en een strikt religieuze opvoeding, een Koreaans gezin met een bijna autistische vader, een gezin met doodzieke moeder, een ander met een verdacht Duits oorlogsverleden, en ga zo maar door. Ieder gezin heeft zijn eigen familiale problemen en onhebbelijkheden. Het Sanctum wordt verzegeld, en dan blijkt dat er van alles mee fout is. Enkele appartementen zijn niet afgewerkt, er is geen lift, de ziekenboeg is zowat onbestaande en er is geen dokter. Greg, de verkoper, blijkt in geldproblemen te zitten en met het armzalige resultaat daarvan zijn de nieuwe inwoners niet bepaald gelukkig. Will, de helper van Greg en zowat manusje van alles, probeert de problemen wat in goede banen ter schuiven maar hij wil zelf zo vlug mogelijk naar buiten om zijn zieke vrouw te vervoegen. Dat lukt niet want Greg wordt dood gevonden, een val ofwel sloeg iemand zijn schedel in. De spanningen exploderen, van racistische opmerkingen tot openlijk geweld, en natuurlijk de vraag wie Greg vermoordde. Hij was de enige die de code kende om de uitgang te openen, nu zit iedereen gevangen onder de grond. De wifi en computers vallen uit, dan de TV, en dan begint de voorraad voedsel en water te slinken. En er vallen nog meer doden. Een intense claustrofobische thriller die de spanning geleidelijk verder opbouwt. Beurtelings komen andere vertellende personages aan het woord, vreemd genoeg enkel de sympathieke personages zoals het kindermeisje Cait, de jonge Koreaan Jae, de religieus gedomineerde maar rebelse Gina, en andere: het is via hen dat we voldoende inzicht krijgen in de slappelingen, de twijfelaars en het gewelddadige crapuul zoals de tiener Brett. Op het einde neemt het verhaal natuurlijk enkele nieuwe wendingen die niet voorspelbaar maar toch ook niet zo erg verrassend zijn. Verzorgde personages en spannend verhaal. S.L. Grey is het pseudoniem voor Sarah Lotz (uit Kaapstad) en Louis Greenberg (uit Johannesburg). Samen schreven ze al het bizarre ‘De Plaza’, Lotz schreef solo het best leuke ‘De drie’ en het nog niet vertaalde vervolg ‘Four’. Eddy C. Bertin (4) Om de zoveel jaar besluit King om weer eens al zijn recente kortere werk te verzamelen, zijn vorige bundels dateren al van 2008 en 2011, maar hier is dus nu deze ‘Bazaar’, een kanjer van bijna 600 blz. kleine tekst. 20 prozastukjes: 18 verhalen van wisselende lengte (van enkele tot meer dan 50 paginas) en twee gedichten in vrij vers. Vijf daarvan zijn volledig nieuw, de rest verscheen bij diverse bronnen in tijdschriften, bloemlezingen of misschien gewoon op internet: Luitingh vond het niet nodig de originele titels en bronvermeldingen op te nemen, wat wel jammer is, die 2 extra blz. zouden er toch niet teveel aan geweest zijn. King levert een algemene inleiding over zichzelf en zijn werk, en dan ook bij elk afzonderlijk verhaal een korte introductie hoe en waarom het geschreven werd, altijd leuk om te lezen. King schrijft: ‘Bekijk deze verhalen gerust, maar wees voorzichtig. De beste hebben tanden.’ Jammer genoeg niet genoeg bijtkracht voor wie King vooral kent door zijn vele lijvige horrorromans. Slechts een viertal passen echt in het griezelgenre, en een vijftal andere hebben vleugjes van sciencefiction of duistere fantasy, maar het merendeel kunnen we gewoon betitelen als realistische verhalen, soms wel met een typische King kronkel in de staart. De bundel start erg atypisch met ‘Mijl 81’, een leuk griezeltje over een monsterachtig wezen dat zich vermomt als een aftandse auto en dat mensen opvreet. Griezelig, grappig en nergens ernstig op te vatten, alsof het rechtstreeks uit een pre-censuur comic uit de jaren ’50 komt. Helaas volgen er geen meer in deze trant, het dichtst in de buurt komt het extreme exorcisme in ‘De kleine groene god van het on draaglijk lijden’. Bij ‘Niet helemaal lekker’ zie je de macabere pointe al afkomen op de tweede pagina. Griezel in een subtielere vorm dan in ‘Necrologies’ waarin een man die parodische overlijdensberichten schrijft ontdekt dat als hij dit doet over iemand die nog leeft, hij daarmee diens doodvonnis ontertekent. Ook hier toch weer een verrassende wending in de finale. Het bovennatuurlijke duikt ook op in ‘Duin’ over een obsessie met namen die in zand verschijnen, en ‘Leven na de dood’ over een wel heel speciaal hiernamaals. Rechtstreekse SF in ‘Ur’ waarin een man een kindle lezer uit een alternatieve werkelijkheid in handen krijgt, en psychologisch drama met de laatste overlevenden van de apocalypse in ‘Zomeronweer’. Mijn favoriet is ‘Rotjoch’, een heel origineel en akelig verhaal over een demon in kindvorm. De thema’s van de realistische verhalen zijn verscheiden: heel zwarte humor in het relaas van een man wiens vrouw plots doodvalt in een supermarkt, een demente vader die zijn zoon ter hulp komt na een afranseling, de dood die opduikt als een mooie herinnering uit het verleden, een man die een zinloze moord ziet in een voorbijrijdende bus, een uit de hand lopende wedstrijd in vuurwerk afsteken tussen een groep Italianen en enkele bezopen Amerikanen, en nog veel meer. Twee verhalen verschenen al in het Nederlands samen in het bundeltje ‘Eenmalige zonde’ in 2011. Dat titelverhaal heet hier ‘Moraal’ en gaat over een oude dominee die wil weten wat zonde is en zijn huishoudster inschakelt. Wie iets schokkends verwacht is er aan voor de moeite, de ‘zonde’ is fletse onzin, en de familiale aftakeling die erop volgt is geheel on geloofwaardig. Het tweede is ‘Blockade Billy’ over een jonge honkbalspeler die zich met macabere trukjes opwerkt tot topspeler. Nu is honkbal zeer populair in de USA, maar zeker niet bij ons. Het verhaal staat dus vol met namen en gebeurtenissen die voor ons onbegrijpelijk zijn en die het verhaal dus eerder vervelend maken dan sinister. De gedichten in vrij vers zijn dan weer andere koek: ‘Beenderkerk’ leest als een LSD-nachtmerrie, en ‘Tommy’ zijn herinneringen aan de hippiewereld van de jaren ’60, geen van beide kon mij bekoren. Voor elk wat wils dus in deze lijvige bundel. Wie afgaat op de omslag en de auteur en hoopt een stevige dosis horror te lezen, komt bedrogen uit. Wie gewoon een stapel vlot geschreven King kortverhalen wil is hier goed terecht. Boze dromen, jawel, maar erg gedoseerd. Eddy C. Bertin (4) The Bazaar of Bad Dreams I Luitingh-Sijthoff I 2015 I Paperback I 576 Blz. I 9789024569885 I Stephen King
George R.R. Martin & Melinda M. Snodgrass, samenstellers: Wild Cards 1 – Het Spel der Spellen15/11/2015 Op de omslag een ridder in harnas die een speelkaart ophoudt, Martins naam in koeien van letters, de Nederlandse titel ‘Het Spel der Spellen’ (die origineel ‘Inside Straight’ luidt, dat lijkt er dus niet op), een rode sticker met verwijzing naar ‘Game of Thrones’ (Het lied van ijs en vuur), uiteraard Martins immens populaire roman en Tv reeks. Wel, lezer, daarmee heeft dit boek dus geen bal te maken, en van Martin zelfs staat er slechts een romanfragment van 39 blz. in. Ondanks ‘Wild Cards 1’ is dit ook geen nieuwe reeks, integendeel. Martin en Snodgrass schiepen het concept van de reeks in 1986, en deze originele reeks van romans en verhalen, waaraan telkens een tiental auteurs samen schreven aan elk boek, liep van 1987 tot 1992 en telde niet minder dan 12 boeken. Een tweede reeks telde 3 boeken die verschenen in 1993-95, en deze ‘nr.1’ is verschenen in 2008, blijkbaar als stand alone boek of als geplande aanloop tot een nieuwe cyclus. Het concept van de reeks wordt gelukkig in de flaptekst achteraan uit de doekjes gedaan, dus lees die zeker eerst anders begrijp je niet hoe dit alles begon. In 1946 werd boven een (alternatief) New York een buitenaards virus losgelaten dat het DNA herschreef van de wereldbevolking. Daarvan kwam 90% te overlijden, 9% veranderde in de meest bizarre monsters (die de Jokes genoemd werden, akelig om te zien maar zonder speciale krachten) en 1% veranderde in superhelden (daarna de Azen genoemd) met bijbehorende krachten. In het heden organiseert Hollywood een gigantische wedstrijd waarvoor uiteindelijk 28 superhelden geselecteerd worden. Ze worden in groepjes verdeeld die elkaar moeten bestrijden tijdens diverse opdrachten, met als einddoel één winnaar, de ultieme Amerikaanse superheld. Er is ook veel geld aan verbonden en superhelden zijn ook maar mensen met gevoelens. Dus worden relaties begonnen, allianties gesmeed, vege plannen gekoesterd. Dit eerste deel van het boek is best leuk, een grappige parodie op de Amerikaanse TV wereld en dit soort reality programma’s, vooral omdat sommige superkrachten van de helden vaak geheel onpraktisch of gewoon lachwekkend zijn. Intussen is echter in Egypte en aanpalende landen een Islamitische Staat opgerezen, een groep fundamentalistische moordzieke moslims die zich de Ikhlas-al-Din noemen (het principe klinkt bekend, nietwaar) en daarnaast is er het leger van het Egyptische kalifaat. Beide groeperingen strijden om de macht en moorden elkaar uit, maar vooral vele duizenden onschuldigen die niet voldoen aan de principes die het kalifaat of de Ikhlas stellen, zoals de plaatselijke Jokers die door het leven gaan in de gedaante van de oude Egyptische goden. Jonathan Hive is de eerste Aas die uit de wedstrijd gekieperd wordt, hij begint een blog dat tussen elk van de verhalen/fragmenten opduikt, en via een magisch amulet belandt hij in Egypte, waar hij zijn belevenissen neerzet in zijn blog. Geloof het of niet maar de superhelden ontwikkelen plots een sociaal geweten (of krijgen hun ware innerlijke aard te zien) en trekken naar ginds om te strijden voor mensenrechten en vrijheid tegen de snoodaards. Die hebben echter ook hun eigen Azen in gebruik en supermens of niet, onsterfelijk zijn ze niet. Een dergelijke ideologische heldentrip van ‘nu gaan we allemaal gaan vechten voor de vrije mensheid’ klinkt natuurlijk heel mooi en sluit aan bij het Amerikaanse superhelden canon, maar geloofwaardig of overtuigend? Dit tweede deel is een heel realistisch oorlogsverslag, tot de superhelden er zich mee moeien. Vanaf dan is het contrast tussen de wreedheden van de strijd en de gecombineerde acties van de superhelden te groot om nog ergens een schijn van geloofwaardigheid op te houden. Natuurlijk is het zo dat iedereen in Amerika opgegroeid is met honderden superhelden in vele duizenden strips, terwijl wij hier alleen maar een paar povere en slecht getekende Superman en Batman strips te zien kregen. Nu worden we abrupt heel dat super universum binnen gegooid, en hoe spannend en grappig het soms ook werd, deze bizarre mix van moderne fantasy, sciencefiction en stripcultuur kon mij niet werkelijk boeien. De ‘roman’ bestaat uit 12 op elkaar volgende verhalen/fragmenten en een tiental tussenfragmenten. De auteurs zijn Daniel Abraham, Melinda M. Snodgrass, Carrie Vaughn, Michael Cassutt, Caroline Spector, John Jos. Miller, George R.R. Martin, Ian Tregillis en S.L. Farrell. Er is ook een lijst van alle schrijvers en bedenkers van het Wild Cards-consortium en de Azen die zij bedacht hebben in dit en de vorige boeken. Onder die schrijvers wel een aantal bekendere dan deze die ik in dit boek aantref. Eddy C. Bertin (2½) Inside Straight - A Wild Cards Novel I Luitingh-Sijthoff I 2008-2015 I Paperback I 398 Blz. I 9789024568611 I George R.R. Martin & Melinda M. Snodgrass
New York is na een mysterieuze ziekte enkel nog het toneel van tieners. Alle volwassenen zijn gestorven, en de tieners leven in een wereld zonder Internet, elektriciteit enz. Ze hebben zich georganiseerd in stammen. Nadat wat informatie opgedoken is over wat de ziekte is, gaat een groep tieners op onderzoek uit. Jefferson leidt de Washington Square familie en vertrekt met Donna op wie hij verliefd is. Dat is het begin van aanvaringen met rivaliserende bendes. Maar kunnen zij overleven? Het boek leest heel filmisch en is een aanrader voor wie houdt van verhalen “na de bom”, in dit geval “na de ziekte”. De auteur is een Amerikaans filmproducer en regisseur, en dat verklaart veel. Van zijn hand zijn o.a. ‘About a Boy’, ‘The Golden Compass’ en ‘The Twilight Saga: New Moon’. Deze roman is zijn literair debuut. Patrick Van de Wiele (4) The Young World I Luitingh-Sijthoff I 2014 I Paperback I 288 Blz. I 9789021807836 I Chris Weitz
Op een afgelegen planeet nadert een persoon die zich Breq noemt het einde van haar missie. Breq is meer dan ze lijkt, en minder dan ze was. Jaren geleden was zij Recht van Toren, een kolossaal ruimteschip met een artificiële intelligentie die duizenden ingelijfden met elkaar verbond onder het bewind van de Radch, het rijk dat het heelal aan het veroveren is. Door een verraderlijke daad is dat alles haar afgenomen, en nu heeft Breq nog maar één kwetsbaar lichaam over. En nog maar één doel in haar leven: wraak te nemen op Anaander Mianaai, de bijna-onsterfelijke heer van de Radch die over veel meer dan één lichaam beschikt... Deze Amerikaanse schrijfster wist het unieke te realiseren om met dit debuut de twee meest prestigieuze SF-prijzen (de Nebula en de Hugo Award) te winnen. Gezet in de verre toekomst heeft de agressieve Radch een universumomspannend rijk gesticht. Zij controleren de mensen door middel van in ruimteschepen gevestigde kunstmatige intelligenties. We volgen in twee verhaallijnen de ik-figuur Breq. In het heden is zij weer op zichzelf aangewezen, terwijl zij eerder als onderdeel van de AI van een ruimteschip duizenden mensen aanstuurde. Zij komt een oude soldaat tegen die voorheen haar tweede in bevel was. De tweede verhaallijn is negentien jaar in het verleden gezet. Breq is dan een naamloze soldaat, onderdeel van een collectief. Als onderdeel van een collectief bestaat de ‘ik’ niet meer en kan de auteur zo gebeurtenissen toch door Breq uit verschillende gezichtspunten verhalen. Dat is erg boeiend. De toekomstige wereld wordt sterk neergezet. De plot is niet altijd even consistent en komt niet tot een afronding; er zullen vervolgen komen. Al met al een boeiend SF-debuut met een verfrissende kijk op het conflict tussen het individu en het belang van de groep. Kennelijk sterk voor een leuke sf-film of –tv-reeks? We kijken verlangend uit? Hubert Van Genechten (5) De eigenzinnige en rebelse Sara bezoekt een vriendin, maar op haar terugweg naar Utrecht is ze even verstrooid en rijdt haar auto in de prak. Ze wordt uit het wrak bevrijdt door een tiener, Chris, maar in plaats van haar naar een hospitaal te brengen neemt hij haar mee naar een schuilplaats diep in de Belgische Ardennen. Hij verzorgt haar, maar is heel afstandelijk. Sara beseft al vlug dat hij en nog enkele andere tieners op de vlucht zijn. Chris krijgt woede- en paniek aanvallen, Daniel en Tessa lijken getraumatiseerd, en Tessa ziet aura’s en kan gedachten lezen. Uiteindelijk zorgen Chris en zijn gezellen ervoor dat Sara weer thuis komt, maar al vlug begrijpt ze dat ze geschaduwd wordt. Ze zoekt opnieuw contact met Chris, wat precies is wat haar achtervolgers willen. Chris en de anderen zijn ontsnapt uit een geheim medisch centrum, ze zijn niet geboren maar artificiële mensen, geschapen door de genetische experimenten van een geheime dienst van de Europese Unie. Het experiment werd stopgezet, maar de leider, de geleerde Rudolf Reinaert, ziet kans zijn proefnemingen herop te starten voor een privé concern. Daarvoor moet hij echter zijn proefmensen terug vinden, en hij neemt twee huurjagers in dienst die voor niets terug deinzen. Sara, Chris en de anderen slaan op de vlucht door Nederland, België en Duitsland, op zoek naar iemand die hen kan helpen. Een vlot geschreven en best boeiende debuutroman met veel detail inzicht in de personages, zowel de goede als de slechten, maar met relatief weinig echte actie. De Europese Unie is er wat met de haren bijgesleept waar het feitelijk allemaal draait om de acties van één megalomane geleerde. Van Mierlo rondt haar verhaal wel af, maar dan begint de lezer zich pas vragen te stellen over hoe het nu wel verder moet met mensen zonder identiteit, zonder geld, zonder toekomst. Tenzij de tweede roman waaraan ze nu bezig is hierop gaat aansluiten, we wachten maar af. Eddy C. Bertin (3) St. John Mandel werd geboren in Canada, woont in New York, en publiceerde al een drietal romans, maar dit werd haar doorbraak. Het boek kreeg heel lovende kritieken, een nominatie voor de National Book Award in 2014, en werd bekroond met de Arthur C. Clarke Award 2015 in Londen tijdens het Sci-Fi London Filmfestival in mei. Het heden: tijdens een voorstelling van King Lear in Toronto krijgt de bekende acteur Arthur Leander een hartaanval en sterft. Twee belangrijke aanwezigen (voor het verdere verloop van het boek): Jeevan, een journalist, die hem probeert te reanimeren, en Kirsten, een jong meisje dat een tekstloos nevenrolletje vertolkt. Even later wordt Jeevan door een telefoontje van een vriend verwittigd dat hij uit de stad moet wegtrekken want dat een dodelijk virus op komst is. Even later verspreidt de Georgische Griep, afkomstig uit Rusland, zich in Canada, en de rest van de wereld. De besmetting gebeurt gewoon door de lucht: na enkele uren wordt je ziek, binnen de twee dagen ben je dood. Het sterftecijfer is bijna 100%. Na 14 dagen is het gros van de wereld ontvolkt. Twintig jaar later zijn we in een wereld waar elektriciteit, telefonie, internet, auto’s, en alles wat we gewend waren in onze beschaving slechts nog herinneringen zijn bij die weinigen die oud genoeg zijn om die te hebben én nog in leven zijn. Een groep mensen hebben het Reizende Symfonieorkest gevormd en trekken met paard en kar rond door Michigan om muziek en Shakespeare te brengen aan die overlevenden die geïnteresseerd zijn. Overal dreigt gevaar: rovers, verkrachters, gekken, en ook de sekte religieuze fanatiekers die ontstaan is in Severn City Airport en geleid wordt door de niets ontziende naamloze Profeet. We leren de nieuwe wereld kennen door de ogen van dat gezelschap, hun constante strijd om te overleven, hun dromen en verliezen en de wrange hoop en verwachting dat er toch een zin moet zijn in dit leven. Het sciencefiction element, het virus, wordt nergens verklaard of uitgediept, dit is vooral een post apocalypse verhaal dat zich concentreert op de zuiver menselijke en sociale (of antisociale) elementen van dit nieuwe bestaan. Chronologisch loopt alles door mekaar: het heden, het begin van de epidemie, de beschaving die er ooit was. Zo ook de diverse personages die allen op een of andere wijze met elkaar verweven geraken. De steeds terugkerende metafoor is een stripverhaal ‘Dr. Elf’ waaraan Kirsten jaren gewerkt heeft (de titel ‘Station Elf’ verwijst naar het eerste deel van die strip) en dat een SF-parallel vormt met de werkelijkheid. Het leest heel aangenaam en door de steeds verspringende tijdssitueringen krijg je een vaak veranderend beeld van de mooi getekende personages. Hier en daar is er wat schaarse dreiging en actie, en op het einde zelfs een sprankeltje hoop, maar overwegend is dit een lappendeken van menselijke emoties en verwerking van de ondergang van wat eens de beschaving is en nu iets wat enkel nog bestaat als een verzameling artefacten in een privaat museum. Mooi literair boek, maar of dit nu echt een sciencefiction prijs verdient laat ik aan de lezer over. Eddy C. Bertin (4) Station Eleven I Atlas Contact I 2014-2015 I Paperback I 384 Blz. I 9789025445409 I Emily St. John Mandel
Dhooge heeft zijn naam nu al een poosje gevestigd als een van onze belangrijkste Vlaamse thriller auteurs, en een beetje ook als de man die elk jaar niet twee of drie maar vijf tot acht nieuwe boeken aflevert in verschillende genre’s, waaronder jeugdromans, sciencefiction en horror. Zijn trilogie over de zombie-agent Styx is aangekondigd om een tv-reeks van te maken. Tussendoor pleegt hij soms wel eens een absoluut vreemd buitenbeentje, zoals deze roman hier. In een heel nabije toekomst leren we vijf erg verschillende mensen kennen die enkel aangeduid worden met een letter. N werkt ’s nachts in een verffabriek, K is lerares kunst en een mislukte schilderes, S werkt in een ziekenhuis, A is beursgoeroe en cijferanalyst bij een bank en bereidt zich voor op de marathonloop in New York, T is een jonge kapper. Deze vijf ontdekken op een dag een vreemde geur die geleidelijk aanzwelt tot een afschuwelijke stank. Zij niet alleen uiteraard want de stank verspreidt zich als een epidemie over heel de wereld. De wetenschap stort zich op het fenomeen en probeert uit te vissen wat de stank is, waar hij vandaan komt, wat hem veroorzaakt. Een biochemische ramp, een terroristische daad, een onbekend natuurfenomeen? Het is aan de hand van de vijf enkelingen (plus D, een vriendinnetje van T dat hem helpt bij zijn zoektocht naar de origin van de stank) dat de evolutie en de gevolgen van de stank voor mens en wereld gevolgd wordt. Voor hen wordt het een innerlijke reis in zichzelf en hun relatie tot de verpestende stank. Niet voor niets vormen de letters die als hun namen gebruikt worden het woord ‘STANK’, Dhooge haalt uit met zwaar sarcasme en harde psychologie, maakt er ook een parodie van op de houding van de wereldleiders en verwerkt zijn vijf protagonisten zelfs in een satirisch ‘kook en eet’ programma waarbij ruiken centraal wordt. Het sciencefiction thema loopt niet uit op een apocalyptische wereldondergang, maar vertakt zich meer in fazen van een vaak surrealistisch aandoende sociale roman. Geen boek om als lustige ontspanning even te lezen, zelfs een moeilijk boek om te vatten waar de auteur eigenijk heen wil, en de ontknoping, als je die zo kan noemen, lijkt zelfs bijna een satirische voetnoot. De moeite waard om het te proberen, en dus een beetje in de lijn van enkele literaire romans waaraan Dhooge zich de laatste jaren gewijd heeft, maar geen spek voor de liefhebber van zuivere ontspanningslectuur. Eddy C. Bertin (3½) De stank I Zilverspoor I 2014 I Paperback I 211 Blz. I 9789490767853 I Bavo Dhooge
De tweede roman die zich afspeelt in het bloederige universum van de wandelende doden uit de stripreeks, de Tv-series, het game. De zombieplaag domineert de wereld: wie doodgaat en niet door de hersens geschoten wordt, herrijst als een vreetmachine enkel bezield door een onstopbare honger naar mensenvlees. De getraumatiseerde jonge vrouw Lilly Caustel verblijft in een tentenkamp van menselijke overlevenden nabij Atlanta. Na een zombie-aanval heeft zij drie kinderen gered van de monsters, maar wordt door de vader aansprakelijk gesteld voor de dood van zijn vierde kind. Als hij Lilly aanrandt en probeert te doden, slaat haar beschermer, de kolossale zwarte Josh, hem tot moes. Lilly en Josh worden verbannen uit de groep, krijgen gezelschap van Lilly’s vriendin, de seks-bezeten Megan, haar vriend de junkie Scott, en de constant bezopen dokter Bob. Ze pikken een wagen en vertrekken, en zien vanop veilige afstand hoe door een nieuwe aanval van een horde zombies het tentenkamp uitgeroeid wordt. Zoals alle personages in deze boeken zijn ze elk neurotisch, gedreven door eigen verlangens met als enige hoofddoel gewoon voedsel vinden en overleven in de apocalyptische wereld. Zo belandt het groepje in het kleine gehucht Woodbury waar ze opgenomen worden. De bevolking van een veertigtal mensen bestaat voornamelijk uit dronkaards, profiteurs, zwakke meelopers en regelrecht krapuul. De leider, de Governor, is Phillip Blake die met ijzeren hand het zootje ongeregeld in toom probeert te houden en te beschermen tegen de vele ronddwalende zombiebendes. Uit het vorige boek weten we natuurlijk dat Phillip in feite dood is en dat zijn zwakke broer Brian zijn naam en persoonlijkheid overgenomen heeft, namelijk een kille logica en inzicht in een psychotisch brein. Het leven is niet aangenaam, een deprimerende en dreigende afmosfeer overheerst alles en iedereen. De Governor heeft zijn zevenjarig dochtertje Penny (feitelijk het dochtertje van zijn dode broer) die een zombie werd opgesloten in zijn privé kamers waar hij haar dagelijks menselijke lichaamsdelen en organen voedert. De afgehakte hoofden van zijn tegenstanders zwemmen in grote aquariums in zijn woonkamer. De Governor is een sadistische psychopaat en ondanks dit alles toch een meelijwekkende en zielige eenzaat. Lilly en Josh voelen zich niet goed in Woodbury en zoeken een veilige uitweg, maar die is er niet. Als de Governor begint arena gevechten de organiseren om de mensenmeute koest te houden (brood en spelen, zoals de oude Romeinen) begint alles uit de hand te lopen. Zoals het vorige boek heel leesbaar, hoewel de overdosis beschrijvingen van mensen vretende zombies en hoe ze uiteenspatten als ze gedood worden stilaan in heftigheid verzwakt. Teveel is teveel en de lezer verliest het aanvankelijke shock effect dat zo hoog in het vaandel stond van het eerste boek. Ondanks de erg deprimerende sfeer blijft het toch leesbaar met een hoog gruwelgehalte, gecompenseerd door de emotionele wisselwerking tussen de overlevenden die tevergeefs vechten voor een menswaardig bestaan. En zoals gebruikelijk sterven er altijd weer onverwacht enkelen waarvan je het niet zou verwachten. Het einde van Woodbury is gelukkig nog niet in zicht en hopelijk blijft men de reeks in vertaling brengen, dat is altijd een afwachten. Eddy C. Bertin (4) The Walking Dead: The Road to Woodbury I Luitingh-Sijthoff I 2012-2014 I Paperback I 352 Blz. I 9789024565696 I Robert Kirkman & Jay Bonansinga
Van Leeuwenkamp heeft in de loop van de jaren een in drukwekkend oeuvre samengeschreven van verhalen, gedichten en boeken, zowel in het literaire als in het fantastische en SF genre. Deze bloemlezing bundelt niet minder dan 34 teksten kriskras door mekaar: kortverhalen, poëzie, recensies, essays over SF en fantastiek. Het is een wat verward allegaartje, waarbij de bedoeling van de boektitel mij ontgaat want behalve het steeds opduiken van de naam Alida zie ik er geen patroon in. Kan natuurlijk ook aan mij liggen. De verhalen zijn beurtelings grappig tot bijna depressief somber, luchtig geschreven tot diepgravende psychologie, leuke SF thema’s tot andere die zo complex worden dat ik er kop noch staart aan krijg. De thematiek van liefde, scheiden en de vergankelijkheid van het alledaagse leven en zelfs van heel het bestaan van de mensheid komt regelmatig opduiken, zowel in de mainstream als in de meer SF getinte verhalen. Tussendoor is er wel vaak ruimte voor wat humor, de griezel is wel te verwaarlozen. Drie van de verhalen publiceerde ik zelfs destijds (einde van de jaren ’80) in mijn eigen SF-Gids. De gedichten zijn aangenaam leesbaar. De essays en recensies geven uiteraard de soms harde visie van de auteur. Ik had altijd een waarschijnlijk puberale adoratie van Van Vogts ‘Slan’. Ik weet best dat een groot deel van de romans van Van Vogt slordig geschreven zijn, en soms onsamenhangend door het samensmelten van diverse losse verhalen, maar na de genadeloze kraakbeurt moet ik allicht mijn jeugdsentiment over ‘Slan’ bijsporen en eens kijken of het inderdaad zo slecht is. Geen boek om in één adem uit te lezen, enkele verhaaltjes per zitting is aan te raden. Werkelijkheid, droom en fictie worden door elkaar geweven, soms met erg mooi resultaat, in andere gevallen blijft de lezer op het einde met de vraag wat hij nu feitelijk gelezen heeft. Een typisch boek voor de Rare Boekjes Reeks (dit is nr. 33), een commerciële uitgever zou het allicht niet zien zitten, mede door de vele verschillende stijlen en genre’s die Van Leeuwenkamp hier hanteert. Origineel is het zeker, makkelijk leesbaar niet altijd. Lees eerst het boek, en waag je dan aan de hoogdravende flaptekst die wel voor een hoogliterair blad opgesteld lijkt en die je misschien schrik zou aanjagen om eraan te beginnen. Aangevuld met een biografie, bronvermelding, selectieve bibliografie. De auteur kreeg o.a. Bemoste Beeldprijs in 2013 voor zijn bijdragen aan de nederlandstalige fantastische literatuur. Eddy C. Bertin (4) De boeken van tijd van leven, boek 1 – Voor de geboorte I Stichting Fantastische Vertellingen - Rare Boekjes Reeks nr.33 I 2014 I Pocket I 227 Blz. I 9789078499206 I Paul van Leeuwenkamp
Publiciteitstekst van de uitgever: “Verhalen die je meenemen naar een andere wereld zijn zeldzaam. Zeldzamer nog zijn verhalen die je meenemen en je raken in je hart, je ziel en je verstand. Dat doet dit verhaal. Duik nu de Cirkel in.” De eerste zin is klinkklare onzin, dat zal elke lezer van sciencefiction en fantasy wel beamen. De tweede zin is betwistbaar en grotendeels afhankelijk van de religieuze ingesteldheid van de lezer, het fantasy gedeelte kan je hart raken, de SF plot je verstand, maar als je ongelovig bent zal Dekkers religieuze visie je ziel zeker niet raken. De cyclus telt vier dikke boeken: 1 ‘Zwart – De geboorte van het kwaad’, 2 ‘Rood – De heroïsche bevrijding’, 3 ‘Wit – De grote achtervolging’ en 0 ‘Groen – Het begin en het einde’. Dat laatste is dus feitelijk boek 4 maar Dekker kiest voor boek 0 omdat “Het verhaal werkt beide kanten op, dus voor diegenen die de Cirkel nog niet kennen is ‘Groen’ het startpunt, gevolgd door ‘Zwart’” Ter verduidelijking: de Cirkel wordt inderdaad gesloten met dat laatste boek, maar pas helemaal op het einde. Wie dus effectief met dat boek gaat beginnen, begrijpt geen snars van wat er gebeurt en waarom. Het is inderdaad een epische reeks die zich beurtelings afspeelt in het nabije heden en in een alternatieve werkelijkheid, een soort primaire tuin van Eden. In onze wereld dreigt een dodelijk virus de mensheid uit te roeien, in de andere werkelijkheid begint een apocalyptische strijd tussen de gewone mensen en een bovennatuurlijk kwaad. Veel actie maar ook veel gepraat en discussies, meestal over het zuiver beleven van godsdienst. Het leest best leuk en het basisthema weet te boeien, ondanks de lengte wordt het zelfs een beetje verslavend, als lezer wil je toch weten hoe alles tenslotte afloopt. De godsdienstige overtuigingen die je in je strot gedreven krijgt irriteerden mij erg (dat is dan heel strikt persoonlijk) maar zijn wel essentieel deel voor wat er gebeurt in de reeks. De eerste drie delen verschenen in de VSA in 2004 (in Nederland in 2012), het laatste in de VSA in 2009 (in Nederland in 2014). Samen zijn ze goed voor 1647 blz. kleine tekst, dus je weet waaraan je begint. De volledige serie is verkrijgbaar als set voor 35€, da’s dus minder dan de helft voor de reeks als je de delen afzonderlijk koopt. Voor meer details over de specifieke inhoud verwijs ik naar de volgende recensies van elk der boeken afzonderlijk. Eddy C. Bertin (3) De Cirkel – serie I Uitg. Kok I 2004-2014 I 4 Paperbacks I 1647 Blz. I 9789043523882 I Ted Dekker
Het rechtstreekse vervolg op ‘Zwart’ en ‘Rood’. Weer zijn enkele maanden voorbij gegaan, het wordt wel moeilijk want de tijd verstrijkt anders in onze werkelijkheid dan in de wereld van Thomas Hunter. Thomas is dood, maar zelfs de dood is niet definitief in het universum van Dekker. Thomas’ zus Kara slaagt erin contact te maken met Thomas in de andere realiteit. Een aantal dissidenten hebben zich afgesplitst van de mensen en worden opgejaagd. De Horde is steeds agressiever en wordt groter. De gelijkenis met onze eigen wereld is duidelijk, hedendaagse volkeren haten elkaar en slachten mekaar af in Afrika, Azië, Rusland, etc. en het oorlogsgeweld neemt steeds grotere vormen aan in de parallelwereld. Thomas wordt gevangen genomen door de Horde, en zowaar verliefd op Chelise, de dochter van zijn aartsvijand. Deze laat zich leiden door zijn priesters van het kwaad. In onze wereld heeft Frankrijk nu zowat alle wapens maar is niet van plan het beloofde antivirus af te staan, het zal voorbehouden worden aan een selectie van hun mensen, zelfs als al de rest moet sterven. Er ontstaat veel mystiek en zweverig gedoe rond de preken van Justin, over zijn liefde als vertegenwoordiger van Elyon voor alle levende wezens, zelfs voor de Scabs van de Horde. Met zijn dissidente groep heeft hij de Cirkel gevormd, een symbool voor de mensheid als bruid voor Elyon. Verward? Ja, het wordt erg ingewikkeld en tegenstrijdig in sommige aspecten, alsof Dekker hier zelf twijfelde in welke richting het nu verder moest. In onze wereld bombarderen de VSA Frankrijk, de wereldbrand nadert. Ook in de wereld van Thomas dreigt een apocalyptische strijd. Thomas blijkt immuun te zijn voor het virus, en zijn afgetapte bloed kan de redding betekenen voor zovelen. Het kan ook zijn dood betekenen, maar in de parallelwereld wacht hem de verrijzenis. Kan de geschiedenis herschreven worden door het gebruik van de oude kronieken? Of is dit ooi al gebeurd? Vervolgt met ‘Groen’. De volledige reeks van vier is als set verkrijgbaar (zie recensie De Cirkel – serie). Eddy C. Bertin (3) White I Uitg. Kok I 2004-2012 I Paperback I 383 Blz. I 9789043505031 I Ted Dekker
Dit is een rechtstreeks vervolg op ‘Zwart’. In de parallelwereld (die dus heel ver in onze toekomst zou liggen) zijn vijftien jaren voorbij gegaan. Thomas Hunter is daar gebleven, gehuwd en heeft al twee kinderen. Hij is nu de leider van de mensen. De strijd tussen goed (Hunter en zijn volk) en kwaad (de demonische Shataiki) is uitgebarsten. Hunter moet de meren beschermen tegen de Horde, de Scabs: woestijnbewoners (waarvan voorheen nog geen sprake was) die het kwaad vereren en die aangetast zijn door een verminkende ziekte. Wat in onze wereld gebeurt heeft een parallel in Hunters wereld. Bij ons is het virus losgelaten en verspreidt zich razend snel. Een antivirus zal vrijgegeven worden als alle grootmachten hun wapens inleveren, dit moet gebeuren aan Frankrijk (die dus waarschijnlijk aan de basis ligt van alle onheil). Intussen blijken echter ook andere mensen uit Hunters kamp een soort verbondenheid te ervaren met zijn vrienden in onze wereld. De mysterieuze Justin duikt op (een soort Christusfiguur die al dan niet Elyon zelf is) en leert hoe zelfs Scabs kunnen herboren worden als ze zichzelf eerst verdrinken in het nu door het kwaad besmette rode water van de meren. Ondanks de vredespogingen van Justin wordt de oorlog tussen de Horde en de mensen steeds barbaarser. Op aarde richt het virus ravages aan, politieke complotten worden gesmeed om de wapens toch te houden, een oorlog breekt uit tussen Israël en Frankrijk. Weer heel wat bijbelse verwijzingen: de Joden als het uitverkoren volk, het offer van Christus, Elyon heeft zich al die jaren niet meer laten horen of zien en sommigen beginnen te twijfelen aan de absolute liefde gevraagd door een zwijgende god. Veel religieus gepraat, ook veel uitgesponnen actie, de originaliteit zwakt wat af na de aanloop in het eerste boek, maar we zijn nog maar halfwege in de cyclus en het verhaal is wel verslavend. Opnieuw een dubbele cliffhanger in onze werkelijkheid. Vervolgt met ‘Wit’ en ‘Groen’. De volledige reeks van vier is als set verkrijgbaar (zie recensie De Cirkel – serie). Eddy C. Bertin (3) Red I Uitg. Kok I 2004-2012 I Paperback I 416 Blz. I 9789043504980 I Ted Dekker
Onze nabije toekomst (2012, dus al voorbij maar dit verscheen oorspronkelijk in 2004 in 2004): in Bangkok heeft een bedrijf het Raison Vaccin ontwikkelt, dat in handen gekomen is van een Cypriotisch terrorist en een machtige Zwitser. In de lucht muteert het vaccin tot een dodelijk virus waar geen tegenwapen voor bestaat. De terrorist wil Israël vernietigen, de magnaat wil de wereldmacht grijpen door een groot deel van de mensheid desnoods uit te roeien. De wereldnaties krijgen een ultimatum in de strot geduwd. Terzelfdertijd: de avonturier Thomas Hunter woont bij zijn zus in Denver, maar daar komen enkele gangsters op zijn spoor. Hunter ‘leende’ ooit 100.000 $ van hun baas maar ‘vergat’ die terug te betalen. Hij gaat op de vlucht maar wordt neergeschoten en valt in een afvalcontainer. Hij ontwaakt in een andere wereld, die heel puur en primair is, de wereld van Elyon zoals de bewoners hun god noemen. Ze wonen in een paradijselijk bos en leiden een heel eenvoudig bestaan: landbouwteelt, jacht, hun leven bestaat behalve dat uit zingen, dansen en gewoon gelukkig zijn. Techniek en enige mechanische beschaving zijn hen onbekend. Een grote rivier scheidt hun dorpen van een zwart bos, bewoond door de Shataiki, grote zwarte vleermuizen geleid door de sinistere Teelek. Hunter heeft slechts fragmentarische herinneringen aan zijn eigen wereld en past zich vlug aan. Hij ontmoet de Roush, bijna mensgrote witte vleermuizen die de mensen goedgezind zijn en die hem verwittigen voor het kwaad van de Shataiki. De jonge vrouw Rachelle kiest Hunter als haar partner. Wanneer Hunter in slaap valt ontwaakt hij echter weer in zijn eigen wereld, maar met behoud van alle herinneringen aan de andere wereld. Daar maakt hij nu deel van, in zijn slaap gaat hij van de ene naar de andere maar minuten in de andere wereld zijn uren in de onze, of meer. In onze wereld herinnert hij zich kronieken die hij las in de wereld van Elyon en die vertellen hoe in hun ‘verleden’ een moordend virus bijna heel de wereldbevolking uitroeide. Hunter moet dat vermijden maar dan moet hij meer informatie hebben uit de oude kronieken in de andere wereld. Probleem is dat hij niet zomaar willekeurig heen en weer kan stappen. Hij heeft een gesprek met Teelek en de ‘gevallen’ vleermuizen, en ontmoet ook de god Elyon in een menselijke gedaante tijdens welke Hunter even een totale extase en overgave aan de goddelijke liefde ervaart. Een tuin van Eden, compleet met schuldloze mensen en gevallen engelen aan de overkant van de rivier. Daar broedt uiteraard het verzet en het kwaad. Dekker is een religieus auteur, en dus blijft het niet bij een oppervlakkige parallel maar krijgen we diepgaande discussies over goed en kwaad, over een almachtige god die totale aanbidding van zichzelf wil maar die niet ingrijpt als zijn gelovigen in gevaar komen, en een hele resem bijbelse verwijzingen. Het blijft in dit boek nog redelijk simplistisch, zijn parallelwereld wordt geloofwaardig gecreëerd en de fantasy vloeit moeiteloos samen met de sciencefiction elementen en de thriller actie in onze wereld. Uiteraard eindigt het op een cliffhanger, dit boek en de volgende drie (Rood, Wit, Groen) vormen één doorlopend verhaal. De volledige reeks van vier is als set verkrijgbaar (zie recensie De Cirkel – serie). Eddy C. Bertin (3) Black I Uitg.Kok I 2004-2012 I Paperback I 432 Blz. I 9789043506014 I Ted Dekker
Dit is het slot van de reeks begonnen met ‘Zwart’, ‘Rood’ en ‘Wit’, dus feitelijk boek vier, maar de auteur opteert voor boek 0 omdat de reeks effectief een cirkel vormt die uiteindelijk terugkeert naar het begin van alles. Dat is wel erg relatief want dat gebeurt pas helemaal op het einde, wie met dit boek hier wil beginnen (zoals Dekker het stelt) gaat hier geen snars van begrijpen zonder de vorige gelezen te hebben. In de eenentwintigste eeuw vernietigde een apocalyps de aarde, dit volgens de oude kronieken. De Cirkel zelf moet het al tien jaar stellen zonder helpende tussenkomst van Elyon, en zijn volgelingen beginnen aan alles te twijfelen, vooral omdat de Horde verder oprukte en hen afslacht. De afvalligen willen verzaken aan de vredesboodschap van Justin en harde oorlog tegen de Horde. Deze worden geleid door Qurong, Chelise’s vader, maar de ware macht is in handen van Baal, zijn nieuwe hogepriester. Heel wat nieuwe personages maken hun opwachting, oude demonen tonen eindelijk hun ware gelaat. De strijd is niet alleen tussen mensen maar vooral tussen het ultieme kwaad en de goedheid van een zwijgende god. Tussendoor krijgen we meer inzicht in de hataiki en hun gewoontes, wat terloops voor wat intense horror zorgt. Terloops valt zelfs de naam Alucard. Blijkbaar waren vampiers in het verleden van onze aard al verantwoordelijk voor heel wat onheil. Telepaten en mutanten slagen erin heen en weer te reizen tussen beide werelden, de oude kronieken zijn misschien de oplossing om beide werelden te redden als gebeurde geschiedenis kan herschreven worden, door mensen die zich gedragen als goden. In de parallelwereld breekt de finale confrontatie uit, veldslagen van groot formaat. Thomas Hunter is uiteraard de hoeksteen van het einde (en het begin). Gelovigen zullen het slot best appreciëren, de cyclus wordt keurig afgerond in de traditie die Dekker opgesteld heeft voor de reeks. Uiteraard worden heel wat geloofsvragen opgeroepen maar niet beantwoord, de tendens is dat blind geloof in en totale liefde voor god alles uiteindelijk wel zullen oplossen. Hopelijk, ik ben persoonlijk niet overtuigd, zeker niet door deze finale die keurig uitgewerkt is (binnen Dekkers stramien) maar die mij persoonlijk niet echt bevredigt. Een best te lezen maar soms wat kunstmatige mengeling van avontuurlijke fantasy, een op de achtergrond alles dominerende aandacht voor religie, met vleugjes sciencefiction en thriller elementen. De meeste personages zijn wel realistisch, maar veel anderen dienen eerder als symbolen. De volledige reeks van vier (goed voor 1647 blz., daar ben je een hele tijd zoet mee) is als set verkrijgbaar (zie recensie De Cirkerl – serie). King is nu al meer dan veertig jaar aan de slag, met meer dan tachtig meestal volumineuze boeken op zijn repertoire. Bij zo’n hoeveelheid zijn er altijd enkele die minder in de smaak vielen, maar ondanks heel wat tegenslagen onderweg (een alcohol verslaving, een zwaar verkeersongeval) blijft King aan zijn toetsenbord gekleefd om zichzelf heruit te vinden, en alweer levert hij hier een vuistdikke en oerdegelijke horror roman met een stevig vleugje macabere sciencefiction. Een ‘revival’ ken je wel, al is dat bij ons eerder zeldzaam: een grote tent, een doemprediker die liefst ook wat zieken kan genezen, wat gospel gezangen en liefst veel vrijwillige giften van het gelovige publiek. De roman neemt een trage, eerder nostalgische aanloop waarin veel herinneringen, mijmeringen en flashbacks voorkomen naar een Amerika in de jaren ’60, zoals wij het overwegend kennen uit boeken en period films maar die uiteraard de wereld is waarin King zelf opgroeide. Harlow is een klein gehucht nabij Castle Rock , in New England. De zevenjarige Jamie Morton is druk aan het spelen met zijn soldaatjes als hij kennis maakt met Charles Dan Jacobs, de nieuwe dominee. De dominee kan schijnbaar magische trucjes doen die Jamie fascineren. Een hechte band tussen de jongen en de geestelijke komt tot stand, en zo ontdekt Jamie de fascinatie van Jacobs voor zijn experimenten met wat hij een soort ‘abnormale elektriciteit’ noemt. Daarmee slaagt de man er zelfs in een jongen zijn stem terug te geven die deze kwijt was na een ongeval. Een idylische setting die twee jaar later onderuit gehaald wordt door de harde realiteit. De dominee is gelukkig getrouwd en heeft een zoontje. Hij verliest beide door een absurd verkeersongeval en flipt volledig. Tijdens een kanselrede voor heel het dorp vervloekt hij God en wordt natuurlijk ontheven van zijn ambt. Jaren later is Jamie de wereld ingetrokken na pijnlijke overlijdens in zijn familie. Hij is een volledig aan lager wal geraakte dertiger, verslaafd aan drank en heroïne. Jamie is een begaafd rock & blues gitarist maar het weinige dat hij kan verdienen is door op te treden met derderangs groepjes. Dan ontmoet hij Charles Jacobs opnieuw. Die treedt op met fotografische trucjes op de kermis en begint revival meeting te organiseren inclusief miraculeuze genezingen. Hij geneest Jamie van diens drug verslaving en neemt hem als vaste assistent. Zijn obsessief gebruik van zijn speciale elektriciteit is gebleven en daarmee geneest hij regelmatig mensen van breuken, verlamming, doofheid. Jamie krijgt argwaan en ontdekt geleidelijk dat de meeste van die genezingen daarna akelige en meestal dodelijk nevenwerkingen krijgen. Toch krijgt Jacobs hem zover dat hij meewerkt aan diens ultieme experiment, zoals Frankenstein wil Jacobs de dood zelf overwinnen en Jamie is de sleutel daarbij. Geen van beiden heeft een werkelijk idee welke doos van Pandora ze gaan openen. Alles wat wij als realiteit beschouwen is slechts een klein deeltje van een allesomvattende nachtmerrie werkelijkheid, die regelrecht ontsproten lijkt uit het universum van kosmische horror van H.P. Lovecraft. De aanslepende finale is een intense en sombere blik op een afgrijselijk universum waarvan we een essentieel deel zijn, een nihilistisch wereldbeeld waar je als lezer heel wat tijd voor nodig hebt om ervan op je positieven te komen. Heel realistische alledaagse mensen in een wereld die geleidelijk overgaat in waanzin. Tussendoor natuurlijk heel wat verwijzingen naar eigentijdse muziek, film en literatuur, naar de werken van Robert Bloch, Lovecraft, en een hele reeks andere lichtende voorgangers van King in de duistere fantastische literatuur. Een meesterlijk en indrukwekkend werk dat heel traag de sfeer opbouwt en de personages als demonische pionnen voortstuwt naar de ijzingwekkende finale. Absolute aanrader. Eddy C. Bertin (5) Revival I Luitingh-Sijthoff I 2014 I Paperback I 367 Blz. I 9789024566341 I Stephen King
Een opmerkelijke debuutroman, een eigentijdse thriller behalve het feit dat hij zich niet in onze werkelijkheid afspeelt. De wereld waarin de auteur ons deponeert verschilt weinig van de onze, behalve dat er geen 9/11 plaatsgreep, er zijn geen El Quaeda of ISIS. Er is wel een andere dreiging: in 1980 begon een vloedgolf geboortes van kinderen waarvan men zes jaar later beseft dat ze ‘briljant begaafden’ zijn. Heel normale kinderen met normale behoeften en emoties, maar elk geniaal in een of ander aspect. Sommigen kunnen de diepste geheimen van iemand aflezen aan zijn lichaamshouding, anderen kunnen hun bewegingen zo vlug vooruit plannen dat ze zich bijna als onzichtbaar kunnen verplaatsen. Een jongeman leest moeiteloos patronen in beurscijfers, graait zo 300 miljard dollar bij elkaar met een globale beurscrash en een economische ramp tot gevolg. Dan beseft de regering dat deze ‘abnorms’ gevaarlijk kunnen zijn. Een geheim onderzoeksteam DAR wordt opgericht met beperkte middelen. Dat verandert als 27 jaar later een geniale terrorist die zich John Smith noemt in een restaurant een slachtpartij aanricht die meer dan 70 ‘gewone’ mensen het leven kost. Een hopeloze jacht op Smith wordt gestart, het DAR krijgt plots alles ter beschikking, zelfs vrije executies van verdachten. Als Smith het beursgebouw in NY opblaast en zo meer dan duizend onschuldigen vermoordt zijn er geen restricties meer. Als ze acht jaar zijn worden alle kinderen getest, blijken ze een ‘abnorm’ te zijn dan worden ze weggehaald uit hun gezin, krijgen een chip ingeplant en worden naar speciale scholen (meer concentratiekamp stijl) gestuurd. Nick Cooper is een van de beste agenten van DAR, hij is zelf een abnorm die zijn gave (het herkennen en verwerken van patronen) gebruikt om zijn geplande slachtoffers op te sporen en te elimineren. Hij zit met een probleem, zijn dochter Kate is pas vier maar moet al getest worden, en Nick wéét dat ze een abnorm is. Om haar te redden maakt hij een gevaarlijke deal met zijn oversten: als Kate niet getest wordt, gaat hij undercover als overloper naar de terroristen. Hij neemt de bomaanslag op zich, van jager wordt hij de opgejaagde door zijn eigen ex-collega’s, en probeert zo in contact te komen met John Smith. Daarbij krijgt hij de hulp van de mysterieuze Shannon die hij ervan verdenkt de bommen tot explosie gebracht te hebben. Een dodelijk spel begint waarin ieder liegt en bedriegt, niets of niemand te vertrouwen is. Hij ontdekt al vlug dat ettelijke abnorms onbekend onder de normale mensen leven. Als hij echter zijn doelwit confronteert wordt alles waarin hij gelooft overhoop gehaald, en komt hij tegenover een voor hem verrassend en verschrikkelijk wereldbeeld te staan. Een intense en vooral intelligente sciencefiction thriller vol flitsende actie en verrassende wendingen, met heel geloofwaardige personages: geen super mutanten die met vreselijke mentale wapens gooien, maar die krachten hebben die veel soberder lijken tot je beseft dat ze in staat zijn heel onze realiteit te veranderen. Voor de liefhebber van complot theorieën is de finale niet echt zo onverwacht, maar het boek bouwt alles langzaam op zodat het je toch verrast. Heel originele en spannende tekening van een alternatieve wereld die zo dicht bij onze vertrouwde werkelijkheid ligt. Ondanks de lengte verveelt het geen ogenblik. Eddy C. Bertin (5) Brilliance I Luitingh-Sijthoff I 2013-2014 I Paperback I 414 Blz. I 978902456366 I Marcus Sakey
Zuid-Afrikaanse schrijvers zijn in de opmars in onze genre’s, denk maar aan Lauren Beukes die met ‘The Shining Girls’ de British Fantasy Award 2014 kreeg en de August Derleth Award voor ‘beste horror roman’, en die inmiddels al een tweede boek uit heeft. S.L. Grey is het pseunoniem voor twee Zuid-Afrikanen: Sarah Lotz (die o.a. een zombiereeks schrijft ‘Deadlands’) en Louis Greenberg (wiens debuutroman in 2007 genomineerd voor de Commonwealth Writer’s Prize). En ja, de roman hier speelt zich af in Johannesburg, maar kon zich even goed situeren in eender welke grootstad waar er shopping centers zijn. Rhoda is een twintig jarig zwart meisje met problemen: een verminkt gezicht, geen geld en drugsverslaafd. Met een kleine blanke jongen waarvoor ze oppas is op sleeptouw trekt ze naar een grote plaza (shopping center). Ze laat de jongen even alleen in een boekhandel en trekt erop uit om cocaine te kopen. Als ze terugkomt is het kind verdwenen. Ze doet navraag in de winkel, bij een veiligheidsagent, maar niemand heeft iets gezien. Als de veiligheidsagent haar wil meenemen naar zijn kantoor slaat ze op de vlucht, ze heeft tenslotte coke op zak. Wanhopig neemt ze Dan op sleeptouw, een verkoper uit de boekhandel en een echte nerd. Hun zoektocht door de plaza wordt steeds vreemder: winkels zijn niet meer waar ze waren, gangen veranderen van richting, hun gsm’s hebben geen bereik maar toch beginnen ze bizarre berichtjes te krijgen. Het kind is onvindbaar, de uitgang ook naarmate ze dieper afdalen in de steeds vreemdere ruimtes onder de plaza. Het wordt voor beide een claustrofobische nachtmerrie waarin ze belaagd worden door monsterlijke wezens die steeds uit het zicht blijven. Geleidelijk beseffen ze dat ze pionnen zijn in een onvoorstelbaar en uiterst gevaarlijk spel. Ze vinden de weg terug naar de plaza maar bevinden zich daar in een geheel alternatieve realiteit met heel eigen regels. In die nieuwe werkelijkheid beginnen ze zich geapprecieerd en belangrijk te voelen, tot ze de macabere regels achter dit alles doorgronden en er alles op moeten zetten om zich los te rukken van deze heel nieuwe verslaving en de weg terug te vinden naar hun eigen realiteit, én het verdwenen kind. Een intense en vernieuwende thriller die zowel horror en dark fantasy als sciencefiction omarmt en met elkaar versmeedt. Degelijk getekende personages die sympathieker worden naarmate het verhaal in stroomversnellingen geraakt, een claustrofobische nachtmerrie voor wie zich thuis voelt in een shopping center. Tussen de regels door krijgen we ook heel wat sociale satire en een scherp commentaar op aspecten van consumenten indoctrinatie en hoe die doorwerkt als ze even in de echte wereld terugkomen. Het verhaal eindigt sinister, maar voor mij is het einde te abrupt en weinig geloofwaardig. Eddy C. Bertin (4) The Mall I De Arbeiderspers I 2011-2012 I Paperback I 327 Blz. I 9789029578486 I S.L. Grey
Mather is een expert op gebied van cyber-security, en toont zich ook een bedreven schrijver van een apocalyptische sciencefiction thriller. Kerstavond in New York voor Mike en Lauren en hun zoontje Luke, en hun buren in hun appartementsgebouw. Dan krijgt New York twee rampen tegelijkertijd over zich uitgestort. De eerste is de zwaarste sneeuwstorm uit de geschiedenis die dadelijk hele wijken isoleert, maar daar iedereen genoeg voorraden heeft om de storm uit te zitten is dit nog niet zo’n ramp. De tweede is onverwachter en veel erger: een totale en verpletterende cyberaanval die alles plat gooit. Het begint met enkele wereldwijde verstoringen van het internet, maar dan valt alles uit. Het internet, de telefoons, de metro, winkelkassa’s, bankautomaten. De breakdown lijkt wereldwijd te zijn wat vlug tot paniekerige reacties leidt: net daarvoor waren er conflicten met China en Rusland. Is een invasie begonnen? Afgesloten van de buitenwereld proberen Mike, zijn familie en buren te overleven, maar het voedsel raakt op, de temperatuur buiten zakt diep on het nulpunt. Het typisch patroon van de teleurgang van de moderne beschaving begint zich af te tekenen. Agressie, diefstal, criminaliteit. De president zegt dat de Chinezen een aanval begonnen zijn, een Iraanse groep eist die eer dan weer op. Mike en zijn gezellen beginnen expedities in de winterwereld buiten om aan voedsel te geraken, geraken slaags met moorddadige bendes die hetzelfde willen: overleven aan eender welke prijs. Ziektes breken uit en New York wordt door het leger in quarantaine geplaatst. Het geweld neemt toe, overal wordt geplunderd en hier en daar begint men kannibalisme toe te passen, mensenvlees is ook eetbaar als honden en katten op zijn. Ten einde raadt besluit Mike met enkele anderen een uitweg te zoeken uit de vergrendelde en ten dode opgetekende stad, en te proberen naar Washington te geraken om te ontdekken wat daarbuiten aan de hand is. Een heel sterke niets ontziende apocalyptische sciencefiction roman met een scherp inzicht in de menselijke psyche en het kuddegedrag bij zo’n ramp. Opmerkelijkheid is de sociale paranoia zodat geruchten uiteindelijk ‘waar’ worden, en wij de realiteit niet meer zien zoals ze is. Het begint wat traag maar de actie stijgt al vlug in intensiteit en leidt tot een bevredigende en eerder onverwachte ontknoping. Heel sterke SF actie thriller, niet zo erg veel nieuws onder de zon (we hebben tenslotte al een hele resem gelijkaardige beschavingsondergang romans gelezen) maar heel degelijk. Eddy C. Bertin (4) Cyberstorm I Luitingh-Sijthoff I 2013-2014 I Paperback I 352 Blz. I 9789024564163 I Matthew Mather
|
Archives
September 2016
Categories
All
|