Het Sanctum is een zelfvoorzienend appartementencomplex in Maine, USA, dat 10 appartementen bevat, een zwembad, een ontspanningsruimte, lobby, ziekenboeg, voorraadruimte, etc. dit alles tot 15 meter onder de grond, en in noodgeval volledig afsluitbaar van de buitenwereld. Een overlevingsruimte dus voor de rijken die zo een eventuele apocalyps kunnen doorstaan. Natuurlijk grijpt die ook plaats: een vernietigend virus verspreidt zich vanuit Azië over Europa, en duikt ook in Amerika op. De kopers van de appartementen haasten zich naar het Sanctum, waar we dus al vlug een erg gevarieerd zootje aantreffen: een stel typische redneck boerenkinkels met een wapenmanie en een strikt religieuze opvoeding, een Koreaans gezin met een bijna autistische vader, een gezin met doodzieke moeder, een ander met een verdacht Duits oorlogsverleden, en ga zo maar door. Ieder gezin heeft zijn eigen familiale problemen en onhebbelijkheden. Het Sanctum wordt verzegeld, en dan blijkt dat er van alles mee fout is. Enkele appartementen zijn niet afgewerkt, er is geen lift, de ziekenboeg is zowat onbestaande en er is geen dokter. Greg, de verkoper, blijkt in geldproblemen te zitten en met het armzalige resultaat daarvan zijn de nieuwe inwoners niet bepaald gelukkig. Will, de helper van Greg en zowat manusje van alles, probeert de problemen wat in goede banen ter schuiven maar hij wil zelf zo vlug mogelijk naar buiten om zijn zieke vrouw te vervoegen. Dat lukt niet want Greg wordt dood gevonden, een val ofwel sloeg iemand zijn schedel in. De spanningen exploderen, van racistische opmerkingen tot openlijk geweld, en natuurlijk de vraag wie Greg vermoordde. Hij was de enige die de code kende om de uitgang te openen, nu zit iedereen gevangen onder de grond. De wifi en computers vallen uit, dan de TV, en dan begint de voorraad voedsel en water te slinken. En er vallen nog meer doden. Een intense claustrofobische thriller die de spanning geleidelijk verder opbouwt. Beurtelings komen andere vertellende personages aan het woord, vreemd genoeg enkel de sympathieke personages zoals het kindermeisje Cait, de jonge Koreaan Jae, de religieus gedomineerde maar rebelse Gina, en andere: het is via hen dat we voldoende inzicht krijgen in de slappelingen, de twijfelaars en het gewelddadige crapuul zoals de tiener Brett. Op het einde neemt het verhaal natuurlijk enkele nieuwe wendingen die niet voorspelbaar maar toch ook niet zo erg verrassend zijn. Verzorgde personages en spannend verhaal. S.L. Grey is het pseudoniem voor Sarah Lotz (uit Kaapstad) en Louis Greenberg (uit Johannesburg). Samen schreven ze al het bizarre ‘De Plaza’, Lotz schreef solo het best leuke ‘De drie’ en het nog niet vertaalde vervolg ‘Four’. Eddy C. Bertin (4)
0 Comments
Om de zoveel jaar besluit King om weer eens al zijn recente kortere werk te verzamelen, zijn vorige bundels dateren al van 2008 en 2011, maar hier is dus nu deze ‘Bazaar’, een kanjer van bijna 600 blz. kleine tekst. 20 prozastukjes: 18 verhalen van wisselende lengte (van enkele tot meer dan 50 paginas) en twee gedichten in vrij vers. Vijf daarvan zijn volledig nieuw, de rest verscheen bij diverse bronnen in tijdschriften, bloemlezingen of misschien gewoon op internet: Luitingh vond het niet nodig de originele titels en bronvermeldingen op te nemen, wat wel jammer is, die 2 extra blz. zouden er toch niet teveel aan geweest zijn. King levert een algemene inleiding over zichzelf en zijn werk, en dan ook bij elk afzonderlijk verhaal een korte introductie hoe en waarom het geschreven werd, altijd leuk om te lezen. King schrijft: ‘Bekijk deze verhalen gerust, maar wees voorzichtig. De beste hebben tanden.’ Jammer genoeg niet genoeg bijtkracht voor wie King vooral kent door zijn vele lijvige horrorromans. Slechts een viertal passen echt in het griezelgenre, en een vijftal andere hebben vleugjes van sciencefiction of duistere fantasy, maar het merendeel kunnen we gewoon betitelen als realistische verhalen, soms wel met een typische King kronkel in de staart. De bundel start erg atypisch met ‘Mijl 81’, een leuk griezeltje over een monsterachtig wezen dat zich vermomt als een aftandse auto en dat mensen opvreet. Griezelig, grappig en nergens ernstig op te vatten, alsof het rechtstreeks uit een pre-censuur comic uit de jaren ’50 komt. Helaas volgen er geen meer in deze trant, het dichtst in de buurt komt het extreme exorcisme in ‘De kleine groene god van het on draaglijk lijden’. Bij ‘Niet helemaal lekker’ zie je de macabere pointe al afkomen op de tweede pagina. Griezel in een subtielere vorm dan in ‘Necrologies’ waarin een man die parodische overlijdensberichten schrijft ontdekt dat als hij dit doet over iemand die nog leeft, hij daarmee diens doodvonnis ontertekent. Ook hier toch weer een verrassende wending in de finale. Het bovennatuurlijke duikt ook op in ‘Duin’ over een obsessie met namen die in zand verschijnen, en ‘Leven na de dood’ over een wel heel speciaal hiernamaals. Rechtstreekse SF in ‘Ur’ waarin een man een kindle lezer uit een alternatieve werkelijkheid in handen krijgt, en psychologisch drama met de laatste overlevenden van de apocalypse in ‘Zomeronweer’. Mijn favoriet is ‘Rotjoch’, een heel origineel en akelig verhaal over een demon in kindvorm. De thema’s van de realistische verhalen zijn verscheiden: heel zwarte humor in het relaas van een man wiens vrouw plots doodvalt in een supermarkt, een demente vader die zijn zoon ter hulp komt na een afranseling, de dood die opduikt als een mooie herinnering uit het verleden, een man die een zinloze moord ziet in een voorbijrijdende bus, een uit de hand lopende wedstrijd in vuurwerk afsteken tussen een groep Italianen en enkele bezopen Amerikanen, en nog veel meer. Twee verhalen verschenen al in het Nederlands samen in het bundeltje ‘Eenmalige zonde’ in 2011. Dat titelverhaal heet hier ‘Moraal’ en gaat over een oude dominee die wil weten wat zonde is en zijn huishoudster inschakelt. Wie iets schokkends verwacht is er aan voor de moeite, de ‘zonde’ is fletse onzin, en de familiale aftakeling die erop volgt is geheel on geloofwaardig. Het tweede is ‘Blockade Billy’ over een jonge honkbalspeler die zich met macabere trukjes opwerkt tot topspeler. Nu is honkbal zeer populair in de USA, maar zeker niet bij ons. Het verhaal staat dus vol met namen en gebeurtenissen die voor ons onbegrijpelijk zijn en die het verhaal dus eerder vervelend maken dan sinister. De gedichten in vrij vers zijn dan weer andere koek: ‘Beenderkerk’ leest als een LSD-nachtmerrie, en ‘Tommy’ zijn herinneringen aan de hippiewereld van de jaren ’60, geen van beide kon mij bekoren. Voor elk wat wils dus in deze lijvige bundel. Wie afgaat op de omslag en de auteur en hoopt een stevige dosis horror te lezen, komt bedrogen uit. Wie gewoon een stapel vlot geschreven King kortverhalen wil is hier goed terecht. Boze dromen, jawel, maar erg gedoseerd. Eddy C. Bertin (4) The Bazaar of Bad Dreams I Luitingh-Sijthoff I 2015 I Paperback I 576 Blz. I 9789024569885 I Stephen King
Alweer een nieuwe aflevering in de doorgaande strijd tussen twee groepen vampiers. Adrian startte de reeks ‘Midnight Breed’ op in 2007, en deze telt inmiddels al 13 romans en een 5-tal afzonderlijk verschenen kortromans. Eeuwen geleden strandden aliens (de Ouden) op aarde, paarden met aardmensen en deze DNA-vermenging gaf het ontstaan aan een ras van Stamvampiers. Die kozen dan weer aardse vrouwen met wie ze een bloedband aangaan voor het (bijna) eeuwige leven, wat weer ertoe leidde dat sommige van die vrouwen opmerkelijk psychische krachten kregen. De vampiers wonen dus al eeuwen onder ons, de meesten voeden zich maar doden geen mensen. Zij hebben zich verenigd in de Broederschap, die soms samenwerkt met de Dienst (de aardse politie). Uitzonderlijk neemt de bloeddorst de overhand en de vampier wordt een Muiter, die blindelings aan het moorden slaat. Dan grijpt de Broederschap in en vernietigt hem. Hun eeuwige tegenstander is een der eerste vampiers, Dragos (en ettelijke andere namen) die met zijn groep afvalligen een macaber superplan heeft om alle gewone mensen én de Broederschap te vernietigen. Daarbij gaat Dragos uiterst wreed en sadistisch te werk, en weet zich ook in de werken in hoge politieke kringen. Bij hun strijd tegen mekaar gaan beide groepen trouwens even meedogenloos en wreed tewerk, behalve dat de Broederschap zoveel mogelijk vermijdt mensen te doden. Deze roman sluit vooral aan bij de gebeurtenissen in de vorige twee boeken ‘Alexandra’ en ‘Jenna’. Corinne, de mooie, beeldschone, dappere (etc.) heldin hier werd door de Broederschap gered na vele jaren foltering en misbruik door Dragos en zijn snoodaards. De Jager (uit een der vorige boeken) moet haar beschermen. Corinne is teruggetrokken, lichaamlijk verminkt door Dragos, en heeft bovendien een zoon gebaard tijdens haar gevangenschap die dus nu bijna volwassen is en in Dragos leger opgeleid tot moordenaar. Tussen de Jager en Corinne ontstaat al vlug een diepe band (met veel diepgaande gedachten, verleidelijke blikken, etc.), tenslotte is dit een erotische vampierreeks, hoewel de effectieve seks deze keer wat laat in het boek komt. Dat wordt dan ook, zoals verwacht, over vele pagina’s uitgesmeerd, dus de dames krijgen ruim hun verwachte dosis van Vijftig tinten (etc). Corinne krijgt de Jager zover dat ze op zoek gaan naar haar zoon. Inmiddels bereidt Dragos een intens offensief voor dat de Broederschap moet vernietigen. Heel veel actie en gedetailleerd gruwelijk bloedvergieten, plus nog enkele nevenplots zoals een agent van de Broederschap die ten prooi valt aan de bloeddorst. Wel bizar is dat die vampier, die Sterling Chase heet, plots om de haverklap Harvard genoemd wordt in dit boek. Misschien iets dat in een vorige roman uitgelegd werd, hier is het gewoon verwarrend. Zowat elk personage dat ooit zijn naam gaf aan een van de romans in de cyclus maakt ook even zijn opwachting. Allemaal wat te woordrijk uitgesponnen maar best leuk leesbaar, als je de vele adjectieven erbij neemt telkens het over het uiterlijk van een man of vrouw gaat. Eddy C. Bertin (3) Deeper than midnight I Luitigh-Sijthoff I 2011-2015 I Paperback I 349 Blz. I 9789024566051 I Lara Adrian
|
Archives
September 2016
Categories
All
|