Geelen schreef al twee suspense romans en een historische trilogie over de Tempeliers. Hier waagt hij zich op het fantastische domein, en het flapteks citaat ‘een ode aan de grootmeesters van het magisch realisme’ had mij al moeten waarschuwen. Het magisch realisme is die afsplitsing die het fantastische op zweverige manier vermengt met het realistische. Johan Daisne en Hubert Lampo deden dat op heel degelijke manier, voor anderen is het vaak een kapstok om een verhaal in flarden aan op te hangen. Deze roman, bestaat uit drie boeken die uiteraard allemaal volstaan met verwijzingen, getallen, namen die in de andere delen opduiken en die verondersteld worden heel betekenisvol te zijn (of te zullen worden) voor de lezer die er meestal kop noch staart aan krijgt. De jonge man Rubi en zijn vader Pat gaan met een aftandse motor op reis naar Italië. Ze crashen met een auto, Pat is dood, Rubi ontwaakt in een ziekenhuis. Een jeugdkennis, Ellen, neemt hem daarna mee naar Schotland om de vrouw van de dode autochauffeur te ontmoeten. Maar Rubi stapt telkens op een trein en ontwaakt elders. Een massa flashbacks over alternatieve werkelijkheden heen en weer in heden en verleden, over wat gebeurd zou kunnen zijn of misschien echt gebeurd is. Mysterieuze treinen, bizarre dromen, en Rubi kent maar één Ellen, zijn moeder die al jaren dood is. In boek 2 ontmoet Rubi een oude dame, Mary, die op een woonboot woont in Lier en die zegt dat ze bijna 100 jaar is. Elk jaar komt ze alleen op haar aftandse bootje van Wales naar Lier. Ze vertelt hem een lang autobiografisch verhaal over haar leven als Britse undercover agente die het verzet hielp tegen de nazi’s tijdens WO II en die zelfs een concentratiekamp overleefde. Mary blijkt ook de naam te zijn van Rubi’s grootmoeder. Dit verhaal is heel boeiend en realistisch geschreven maar wat het verband is met de rest van de roman kon op twee bladzijden gezegd zijn. In het derde boek dan gaat Rubi alleen naar Wales om daar de waarheid te zoeken over de dood van zijn moeder, en neemt intussen een jong meisje Marlis op sleeptouw waarmee hij Stonehenge bezoekt en daar blijkbaar even in contact komt met oude magie. De gedichten van Dylan Thomas worden ruim gebruikt, en een aantal zaken krijgen een soort verklaring als je wil aanvaarden dat ruimte en tijd lege begrippen zijn, dat alle leven en alle gebeurtenissen kriskras met elkaar verbonden zijn over de grenzen van de dood heen, ‘de tijd voorbij’. Geelen heeft een vlotte pen maar dat kon de verwarring niet tegenhouden van deze zweverige fantasmagorie die teveel bewuste ‘toevalligheden’ aan mekaar rijgt om te blijven boeien. Eddy C. Bertin (2) De Tijd Voorbij I Kramat I 2013 I Paperback I 387 Blz. I 9789462420038 I Peter Geelen
0 Comments
|
Archives
September 2016
Categories
All
|