0 Comments
Het eerste deel van een nieuwe trilogie over zombies, hoeveel hebben we er al gelezen en gezien de laatste jaren? Zombies in de politiek, vrijheidsstrijdende zombies, voetballende zombies, intelligente sprekende zombies, nazi zombies, beverzombies, zombies in lederhosen, paardrijdende ridderzombies. Met drie auteurs die aan deze Young Adult reeks gewerkt hebben, ben je nieuwsgierig met wat voor origineels ze voor de dag zullen komen. Dikke pech, gelukkig of helaas, zombies hebben altijd honger en houden het hier erg traditioneel. Een rat ontsnapt uit een experimenteel labo en wordt gebeten door een mug. De rat gaat dood, de mug echter niet en verspreidt zo een niet nader genoemd virus. Resultaat: acht maanden later ontwaken een aantal mensen in een wereld waar de zombies het voor het zeggen hebben. Niet erg leuk als je mamma en pappa plots witte ogen krijgen en je willen opeten. Hoe dat zo plots kon gebeuren zullen we in de verdere delen wel vernemen, denk ik. De jonge tiener hoofdpersonen zijn Maxim die een spelletje Zombie Blasters speelt (zoiets als paintball met zombie acteurs) en plots tussen echte zombies zit. Eli redt zijn zevenjarig zusje van hun mamma die erge honger heeft. De zelfstandige Tabitha is in een saai meidenkamp en moet al vlug rennen voor haar leven, achtervolgd door een meute vroegere vriendinnetjes. Het viertal komt toevallig samen en probeert te overleven in een wereld van hongerige wandelende doden, die gelukkig volgens de oudste traditie erg traag te been zijn. Ze krijgen een auto aan de praat en proberen de ouders van Maxim en Tabitha te vinden. Eli is voorzichtig, Tabitha stoer maar Maxim (de oudste) wil gewoon alle zombies afmaken. Helaas zijn die met teveel zoals ze ontdekken als via Nederland naar Hamburg rijden, waar Eli en Ilna’s vader in een laboratorium werkt. De auteurs nemen hun tijd om de personages en de wederzijdse relaties goed uit te diepen en hun reacties tegenover dit verschrikkelijke nieuwe wereldbeeld overtuigend neer te zetten. De actie is vlot beschreven, en hoewel dit voor jongeren (vanaf 13) is, vaak extreem bloederig en gruwelijk, zowel materieel als psychologisch. Leuk leesvoer voor kids met een sterke maag, maar ik vrees dat die al wel wat zombie films of Tv reeksen à la ‘The walking dead’ gezien hebben en dus voor weinig verrassingen te staan komen. Ik kijk met interesse uit naar het volgende boek dat in het najaar verwacht wordt. Er zijn nog heel wat vragen bij deze apocalypse, Ilna heeft een bloedziekte waarmee weinig gedaan wordt, er zijn al conflicten over de aanpak tussen de jongeren en een vleugje jaloezie steekt al de kop op, dus hopelijk wat vernieuwende elementen in de verdere delen. Eddy C. Bertin (3) Dodenwereld 1: Necropolis I Kramat I 2016 I Gebonden I 194 Blz. I 9789462420410 I Lotte Troonbeeckx, Tom Vermeyen, Nico De Braeckeleer
Het Sanctum is een zelfvoorzienend appartementencomplex in Maine, USA, dat 10 appartementen bevat, een zwembad, een ontspanningsruimte, lobby, ziekenboeg, voorraadruimte, etc. dit alles tot 15 meter onder de grond, en in noodgeval volledig afsluitbaar van de buitenwereld. Een overlevingsruimte dus voor de rijken die zo een eventuele apocalyps kunnen doorstaan. Natuurlijk grijpt die ook plaats: een vernietigend virus verspreidt zich vanuit Azië over Europa, en duikt ook in Amerika op. De kopers van de appartementen haasten zich naar het Sanctum, waar we dus al vlug een erg gevarieerd zootje aantreffen: een stel typische redneck boerenkinkels met een wapenmanie en een strikt religieuze opvoeding, een Koreaans gezin met een bijna autistische vader, een gezin met doodzieke moeder, een ander met een verdacht Duits oorlogsverleden, en ga zo maar door. Ieder gezin heeft zijn eigen familiale problemen en onhebbelijkheden. Het Sanctum wordt verzegeld, en dan blijkt dat er van alles mee fout is. Enkele appartementen zijn niet afgewerkt, er is geen lift, de ziekenboeg is zowat onbestaande en er is geen dokter. Greg, de verkoper, blijkt in geldproblemen te zitten en met het armzalige resultaat daarvan zijn de nieuwe inwoners niet bepaald gelukkig. Will, de helper van Greg en zowat manusje van alles, probeert de problemen wat in goede banen ter schuiven maar hij wil zelf zo vlug mogelijk naar buiten om zijn zieke vrouw te vervoegen. Dat lukt niet want Greg wordt dood gevonden, een val ofwel sloeg iemand zijn schedel in. De spanningen exploderen, van racistische opmerkingen tot openlijk geweld, en natuurlijk de vraag wie Greg vermoordde. Hij was de enige die de code kende om de uitgang te openen, nu zit iedereen gevangen onder de grond. De wifi en computers vallen uit, dan de TV, en dan begint de voorraad voedsel en water te slinken. En er vallen nog meer doden. Een intense claustrofobische thriller die de spanning geleidelijk verder opbouwt. Beurtelings komen andere vertellende personages aan het woord, vreemd genoeg enkel de sympathieke personages zoals het kindermeisje Cait, de jonge Koreaan Jae, de religieus gedomineerde maar rebelse Gina, en andere: het is via hen dat we voldoende inzicht krijgen in de slappelingen, de twijfelaars en het gewelddadige crapuul zoals de tiener Brett. Op het einde neemt het verhaal natuurlijk enkele nieuwe wendingen die niet voorspelbaar maar toch ook niet zo erg verrassend zijn. Verzorgde personages en spannend verhaal. S.L. Grey is het pseudoniem voor Sarah Lotz (uit Kaapstad) en Louis Greenberg (uit Johannesburg). Samen schreven ze al het bizarre ‘De Plaza’, Lotz schreef solo het best leuke ‘De drie’ en het nog niet vertaalde vervolg ‘Four’. Eddy C. Bertin (4) Guillermo del Toro weet ons als vele jaren telkens weer te verrassen met originele en beklijvende horror en sciencefiction films. ‘Crimson Peak’ werd geschreven door del Toro en Matthew Robbins, en belooft volgens de foto’s en trailers die ik zag een fantastische gotische griezelprent te zijn. Op de omslag van dit officiële boek van de film staat een citaat van Stephen King: ‘Beeldschoon en angstaanjagend… een zinderende ervaring.’ Ik durf te hopen dat dit was nadat King de film zag, want helaas blijkt de roman noch zinderend noch angstaanjagend. De schrijfster, Nancy Holder, pleegde enkele op zichzelf staande horrorromans in de jaren ’90, waarna ze zich toelegde op tientallen romans voor een jonger publiek, gebaseerd op YA TV-horror reeksen zoals ‘Buffy the Vampire Slayer’, ‘Angel’, e.d. De 10-jarige Edith Cushing wordt na het overlijden van haar moeder in Buffalo, New York in 1886, voor de eerste keer geconfronteerd met het spook van haar moeder die Edith verwittigd dat ze nooit naar Crimson Peak mag gaan. De akelige verschijning (bij haar dood was mama door haar ziekte verandert in een zwart uitgeteerd monster) bezorgt het kind een blijvend trauma dat ze niet kan verwerken. Nu in 1901 is Edith opgegroeid tot een mooie jongedame van 25 jaar, die besloten heeft schrijfster te worden om de spookverschijningen uit haar systeem te weren. Edith maakt kennis met Sir Thomas Sharpe, een Britse baronet, die met zijn zuster Lady Lucille in Amerika is om bij Ediths vader financiële hulp te zoeken voor een mijnbouwproject, de automatisering van het ontginnen van de rode klei op zijn domein in Engeland. Thomas heeft een oogje op Eunice, de zus van Edith, maar verkiest plots het gezelschap van Edith, wat niet naar de zin is van haar jeugdvriend Alan die al jaren heimelijk verliefd is op haar. Ediths vader ontdekt iets uit het verleden van Sir Thomas en weigert zijn samenwerking. Kort daarop wordt hij vermoord, vermomd als een ongelukkige val. Edith is als betoverd door Thomas’ charme en zijn lovende woorden voor haar schrijfsels, huwt hals over kop met hem en volgt hem en zijn zus naar zijn landgoed in Engeland. Ook daar ziet ze macabere verschijningen die blijkbaar niemand anders ziet. Thomas en Lucille hebben blijkbaar veel duistere geheimen, maar helaas maakt het bovennatuurlijke al vlug plaats voor menselijke monsters. Edith ontdekt te laat dat het huis Crimson Peak genoemd wordt omwille van de rode klei die uit de grond komt en het letterlijk als in een zee van bloed doet staan. Het huis krijgt een eigen stem in het boek, een identiteit die de lezer rechtstreeks aanspreekt en hem inzicht geeft in de gedragingen en motivaties van de inwoners. Zo ontdekken we al heel vlug dat broer en zus alleen op het geld van Edith uit zijn, en op geen dode min of meer kijken. Naarmate Edith de geheimen van Crimson Peak ontwart wordt het een demonisch kat en muis spel met haar eigen leven als inzet. De plot is best leuk, weinig verrassend, maar degelijk in elkaar geknutseld. Helaas heeft de schrijfster ervoor gekozen dit boek neer te pennen als geschreven door een 19e eeuwse Victoriaanse schrijfster. Elk kledingsstuk, elk voorwerp wordt tot in het kleinste irriterende detail beschreven. Elke innerlijke kwelling, elke emotie of twijfel wordt enorm uitvergroot en uitgesponnen in lange monologen purper proza, het leest als een 19e eeuws damesromannetje met wat spoken, bloed en moorden. Je krijgt constant de neiging enkele pagina’s over te slaan om te zien of er eindelijk nog wat gaat gebeuren. Zelfs de finale confrontatie, met veel hakken en steken met bijlen en messen, blijft maar doorgaan tot je denkt, nu gaat er toch eindelijk eentje het loodje laten. Zelfs de identificatie met het huis als bovennatuurlijke entiteit leest enorm artificieel. Ik kijk uit naar de film, maar deze roman is een gemiste kans, tenzij je een voorkeur hebt voor ‘authentiek gotisch geschreven werk’. Eddy C. Bertin (2½) De norse inspecteur Hatcher van Schotland Yard in Londen zit opgescheept met een seriemoordenaar die niet doodt maar iets veel ergers in spé heeft voor zijn slachtoffers. De jonge vrouwen worden maandenlang gevangen gehouden, gefolterd, gemutileerd, en uiteindelijk ronddolend teruggevonden. Het enige ongeschonden is hun perfect opgemaakt gezicht, maar ze zijn breindood door lobotomie De psychopaat steekt een ijzeren staaf onder hun oog in hun hersens, en laat de vrouwen dan vrij. Ze leven nog maar enkel als planten. Schotland Yard doet beroep op een beroemde profiler: de Amerikaan Jefferson Winter, zoon van een terechtgestelde seriemoordenaar, en bezeten door zijn werk: het opsporen en tegenhouden van seriemoordenaars. Hier zijn al vier slachtoffers gevallen, en een vijfde jonge vrouw, Rachel Morris, is vermist en zal allicht nummer Vijf worden in de akelige reeks. Jefferson krijgt de knappe en ervaren agente Sophie Templeton als hulp, en ze storten zich op de zaak. De tijd dringt, want beurtelings krijgen we de profiler aan het woord en hoe intuïtief hij wel te werk gaat, zowat tegen alle regels van de Yard in, en vervolgens de gekidnapte Rachel en haar confrontaties met de psychopaat die haar zoals bij al zijn slachtoffers steeds meer haar menselijkheid afneemt. Jefferson begint te vermoeden dat de psycho niet alleen werkt, maar wie is zijn handlanger(of handlangster)? De auteur weet in deze akelige thriller, zijn eerste roman trouwens, de spanning keurig te doseren, de macabere en claustrofobische elementen tegenover de research om de identiteit van de psycho te achterhalen. De ontknoping zorgt ook nog voor enkele verrassingen want de auteur weet hoe hij de lezer behendig op foute denksporen kan zetten. Het enige wat mij stoorde is dat Jefferson té intelligent is, zijn intuïtieve werkwijze is bijna altijd juist, soms lijkt de kerel wel een medium, en dat doet wat afbraak aan de geloofwaardigheid van het geheel. Toch een heel degelijke en spannende lugubere psychothriller. Eddy C. Bertin (4) Broken dolls I De Fontein I 2014-2015 I Paperback I 333 Blz. I 9789026134920 I James Carol
In ‘Styx’, het eerste deel van deze trilogie (dat dit jaar in de VSA verschijnt bij Simon & Schuster) leerden we de agressieve en corrupte hoofdinspecteur Raphaël Styx kennen, die doodgeschoten wordt en herrijst als zombie. Na de gebeurtenissen in het heden en verleden in Oostende (dankzij een magisch horloge) beweegt Styx zich nu tussen het Wenen van 1914 en het nu. Naarmate zijn lichaam verrot (hij moet zich regelmatig voeden met dode hersens) verandert Styx geestelijk, hij wordt zowaar meer menselijk dan hij ooit was. Zijn ex-collega, de flamboyante Congolese inspecteur Delacroix (die nu samenwoont met Styx weduwe, die niet weet dat hij nog min of meer ‘leeft’) roept zijn hulp in na aanslagen met mosterdgas in musea van WO 1. Het gevolg is een fantasmagorisch avontuur: in het verleden verschijnt Styx als een gewone mens, en komt in contact met een vreemde groep kunstenaars en wetenschappers (Mahler, Freud, Kafka, Schiele, Wagner, etc.) die de Derde Weense School oprichten om de wereld te verbeteren. Styx krijgt stigmata en begint te vermoeden dat hij een door het lot aangeduide redder is die de moord op Franz Ferdinand kan vermijden, en zo ook de eerste wereldoorlog. Veel minder rechtstreekse actie dan in het eerste boek, met heel wat filosofische bedenkingen over de grond van het zijn, en vooral wat de zin is van zijn zombiebestaan. Voeg daar nog een romantisch gotisch liefdesverhaal aan toe tussen twee zombies en necrofilie verheven tot spiritualiteit, en je beseft dat dit verhaal heel wat verschillende richtingen uitgaat. Dit is een existentialistische studie van het ‘zombie zijn’, met naar het einde toe heel wat onverwachte actie en véél open eindjes die op het derde boek wachten om verklaard te worden. Een gewaagde maar niet altijd gemakkelijke mix van griezel, filosofie, nationalisme, geschiedenis, dit alles gekruid met een flinke dosis macabere en bijna surrealistische humor. Uitkijken naar ‘Styxmania’ nu. Intussen is de trilogie aangekocht om er een Vlaamse Tv-reeks van te maken. Eddy C. Bertin (4) Styxmata I Houtekiet I 2015 I Paperback I 286 Blz. I 9789089243737 I Bavo Dhooge
Martin is natuurlijk overbekend door zijn volumineuze fantasyromans, waaronder de reeks ‘Het Lied van IJs en Vuur’ dat leidde tot de wereldwijd bekeken HBO-reeks ‘The Game of Thrones’, maar vroeger waagde de auteur zich al eens aan losse romans in het SF of horror genre. Daartoe behoort dit boek dat uit 1982 stamt maar nu eindelijk in het Nederlands verschijnt. Abner Marsh is kapitein van een aantal rivierboten op de Mississippi maar zit financieel aan de grond. De harde winter van 1857 heeft zijn schepen vernietigd en hij bezit alleen nog een kleine oude rivierboot. Dan wordt hij opgezocht door Joshua York, een steenrijke aristocraat, die hem de kans geeft zijn droomboot te bouwen, een luxueuze supersnelle rivierstomer, maar onder Yorks strenge voorwaarden. De enorme salon van het schip moet volledig behangen zijn met spiegels, er moet veel zilver in verwerkt worden, Joshua en zijn gezellen logeren op het schip, maar mogen nooit lastig gevallen worden. Natuurlijk hapt de kapitein toe, en de ‘Fevre Dream’ wordt gebouwd. Maar de ruwe en wantrouwige Abner wordt met steeds vreemdere zaken geconfronteerd aan boord en begint heel duistere vermoedens te krijgen over de aard van Joshua en diens vrienden. Ze slapen heel de dag, en komen alleen uit hun kajuiten als het donker is. Wanneer de kapitein Joshua eindelijk wat harde vragen stelt, vertelt deze dat hij en zijn vrienden vampierjagers zijn: ze gedragen zich zoals hun prooi, de spiegels en het zilver zijn bescherming. Abner laat zich overtuigen door het relaas van Joshua, maar blijft wantrouwig. Terecht ook. In Louisiana op een verlaten plantage hokt Damon Julian, een oervampier en belichaming van het kwaad zelf, met een heel stel uitgehongerde vampiers, die beginnen uit te zwermen over de rivier en de schepen. De Nosferatu, zoals ze zichzelf noemen, zijn een ras ouder dan de mens, en leven alleen voor de onstuitbare bloeddorst. Ook Joshua en zijn gezellen zijn vampiers, maar hij heeft een drank ontwikkeld waarmee hij de bloeddorst kan tegenhouden zodat hij en zijn groep min of meer kunnen leven als mensen. Joshua is een dromer die mens en Nosferatu wil samenbrengen. Tja, een idealist ziet alles te rooskleurig, en al vlug zit kapitein Marsh geklemd in een bloederige strijd tussen de twee clans. Een heel vlot en boeiend geschreven griezelboek waarin het vampirisme niet bovennatuurlijk is (hoewel hun krachten dat lijken voor de mensen) maar heel realistisch. De auteur neemt zijn tijd, het boek is soms traag maar de lezer krijgt tussendoor wel ruim zijn portie actie en realistische horror. De historische situering en de manier waarop de auteur inzicht geeft in de denkwijze van de Nosferatu roept automatisch herinneringen op aan Anne Rice’s fenomenale debuut met ‘Interview with the vampire’. Martin heeft zich ook goed gedocumenteerd en we krijgen een fascinerende blik op de wereld van de rivierstomers en het leven aan boord van zo’n schip en in de vele havens midden in de 19e eeuw. Zekere aanrader voor wie meer wil van zijn griezelroman dan enkel bloedvergieten. Eddy C. Bertin (5) Fevre Dream I Luitingh I 1982-2013 I Paperback I 352 Blz. I 9789024562022 I George R.R. Martin
'Fear staat voor fuck everything and run' Als je aan een fan van Stephen King vraagt wat zijn lievelingsboek is, dan durf ik wedden dat The Shining; een fenomenale thriller uit de jaren 70; in de top drie zal voorkomen. Hoewel we als lezer weten dat de personages geboren worden in het ongelooflijk creatief brein van de auteur, worden ze in ons hoofd soms bijna écht. Zo écht dat we na het lezen van de laatste bladzijde willen weten hoe het nu verder gaat. Jaar na jaar kreeg King die vraag voorgeschoteld in verband met het jongetje uit The Shining: 'Hoe zou het afgelopen zijn met de kleine Danny Torrance na die ene gruwelijke winter?' In Dr. Sleep is de kleine Danny een volwassen man geworden. De lugubere herinneringen aan hotel Overlook die hem de jarenlang teisterden, ging hij te lijf met alcohol. Nu zoekt hij rust in een klein dorpje waar hij stilletjesaan deel uit maakt van de gemeenschap. Wanneer hij op een dag ziet dat hij letters op een blad krabbelt die ABRA vormen, heeft hij geen flauw idee wat dit betekent. Tot zijn verrassing is Abra een 12 jarig meisje die het grootste licht (the shining) ooit bezit. Ondertussen trekt ook een groep genaamd 'de ware knoop' door het land. Zij voeden zich met de stoom van mensen die het licht bezitten en verwerven op die manier het eeuwig leven. Wanneer ze Abra in het vizier krijgen, komt haar leven in gevaar en voelt Dan zich geroepen om in de bres te springen. Ik heb zó genoten van dit boek! Het klopt gewoon ... King blijft superieur als het er op aan komt om fantasy, angst en empathie te verwerken tot één geheel. King won voor dit vervolgverhaal de Bram Stoker Award for Novel in 2013. Angelique Van den Neste (5) Doctor Sleep I Luitingh I 2013 I Paperback I 571 Blz. I 9789024563944 I Stephen King
De tweede roman die zich afspeelt in het bloederige universum van de wandelende doden uit de stripreeks, de Tv-series, het game. De zombieplaag domineert de wereld: wie doodgaat en niet door de hersens geschoten wordt, herrijst als een vreetmachine enkel bezield door een onstopbare honger naar mensenvlees. De getraumatiseerde jonge vrouw Lilly Caustel verblijft in een tentenkamp van menselijke overlevenden nabij Atlanta. Na een zombie-aanval heeft zij drie kinderen gered van de monsters, maar wordt door de vader aansprakelijk gesteld voor de dood van zijn vierde kind. Als hij Lilly aanrandt en probeert te doden, slaat haar beschermer, de kolossale zwarte Josh, hem tot moes. Lilly en Josh worden verbannen uit de groep, krijgen gezelschap van Lilly’s vriendin, de seks-bezeten Megan, haar vriend de junkie Scott, en de constant bezopen dokter Bob. Ze pikken een wagen en vertrekken, en zien vanop veilige afstand hoe door een nieuwe aanval van een horde zombies het tentenkamp uitgeroeid wordt. Zoals alle personages in deze boeken zijn ze elk neurotisch, gedreven door eigen verlangens met als enige hoofddoel gewoon voedsel vinden en overleven in de apocalyptische wereld. Zo belandt het groepje in het kleine gehucht Woodbury waar ze opgenomen worden. De bevolking van een veertigtal mensen bestaat voornamelijk uit dronkaards, profiteurs, zwakke meelopers en regelrecht krapuul. De leider, de Governor, is Phillip Blake die met ijzeren hand het zootje ongeregeld in toom probeert te houden en te beschermen tegen de vele ronddwalende zombiebendes. Uit het vorige boek weten we natuurlijk dat Phillip in feite dood is en dat zijn zwakke broer Brian zijn naam en persoonlijkheid overgenomen heeft, namelijk een kille logica en inzicht in een psychotisch brein. Het leven is niet aangenaam, een deprimerende en dreigende afmosfeer overheerst alles en iedereen. De Governor heeft zijn zevenjarig dochtertje Penny (feitelijk het dochtertje van zijn dode broer) die een zombie werd opgesloten in zijn privé kamers waar hij haar dagelijks menselijke lichaamsdelen en organen voedert. De afgehakte hoofden van zijn tegenstanders zwemmen in grote aquariums in zijn woonkamer. De Governor is een sadistische psychopaat en ondanks dit alles toch een meelijwekkende en zielige eenzaat. Lilly en Josh voelen zich niet goed in Woodbury en zoeken een veilige uitweg, maar die is er niet. Als de Governor begint arena gevechten de organiseren om de mensenmeute koest te houden (brood en spelen, zoals de oude Romeinen) begint alles uit de hand te lopen. Zoals het vorige boek heel leesbaar, hoewel de overdosis beschrijvingen van mensen vretende zombies en hoe ze uiteenspatten als ze gedood worden stilaan in heftigheid verzwakt. Teveel is teveel en de lezer verliest het aanvankelijke shock effect dat zo hoog in het vaandel stond van het eerste boek. Ondanks de erg deprimerende sfeer blijft het toch leesbaar met een hoog gruwelgehalte, gecompenseerd door de emotionele wisselwerking tussen de overlevenden die tevergeefs vechten voor een menswaardig bestaan. En zoals gebruikelijk sterven er altijd weer onverwacht enkelen waarvan je het niet zou verwachten. Het einde van Woodbury is gelukkig nog niet in zicht en hopelijk blijft men de reeks in vertaling brengen, dat is altijd een afwachten. Eddy C. Bertin (4) The Walking Dead: The Road to Woodbury I Luitingh-Sijthoff I 2012-2014 I Paperback I 352 Blz. I 9789024565696 I Robert Kirkman & Jay Bonansinga
Ik denk niet dat ik ‘The Walking Dead’ nog moet introduceren tot de kenners van onze uitverkoren genre’s. Eerst was er de enorm populaire stripreeks (het recentste deel in het Nederlands is 20, meen ik, geen idee hoever de originele Amerikaanse reeks al is), dan kwam de gelauwerde tv-reeks (seizoenen 1-4 al op DVD, in Amerika loopt nu seizoen 5), dan een al even succesvol game, en nu zijn er dus ook de boeken die supplementaire verhalen brengen tot de reeks. Over heel de wereld is een zombieplaag uitgebroken: je hoeft zelfs niet gebeten te worden om besmet te raken, niemand weet of het een virus is of wat ook, maar als je sterft wordt je na enkele minuten of uren wakker als een wandelend lijk. Geen intelligentie, enkel een totale drang om iedereen op te vreten. Het lichaam rot weg maar het ondode ding blijft leven. De enige remedie is de schedel inslaan en de hersens vernietigen. Veel logica in de basisplot moet je niet zoeken, het is gewoon een rollercoaster van intense gruwelen en de pogingen van een reeks geïsoleerde mensen om te overleven in de nieuwe chaotische wereld. De basisgroep hier bestaat uit de geobsedeerde Phillip, zijn zevenjarig dochtertje Penny, zijn oudere broer de slapjanus Brian, en twee vrienden. Als het boerengat waarin ze zich teruggetrokken hebben overrompeld wordt door de zombies, beginnen ze de helse tocht naar Atlanta waar ze hulp hopen te vinden. Helaas, wat ze vinden is een apocalyptische grootstad bevolkt door duizenden en duizenden mensenvreters die ze ‘bijters’ of ‘lopers’ noemen. Ze ontmoeten andere overlevenden, maar de stress wordt iedereen teveel. Phillip wordt steeds harder en wreder, ze lijden allemaal aan paranoia en hun eigen versterkte obsessies. Een afgelegen villa lijkt een laatste redding, maar ze worden overvallen door een gewapende bende junkies met dramatische gevolgen. De reis van enkele overlevenden eindigt in Woodbury. De originele titel zegt ‘The rise of the Governor’, de tiran die in de strips en TV-reeks het stadje Woodbury in zijn greep heeft, maar zo ver zijn we nu nog lang niet. Woodbury is nog een ramp, omringd door zombies en geleid door enkele machtshongerige militairen. Maar de veranderingen zijn op komst, en wie vertrouwd is met de reeks snapt al vlug wie de Governor zal worden, hier nog in de nabije toekomst. Ondanks zijn lengte en vaak wat teveel beschrijvingen en details verveelt het geen seconde. Doorlopend spetterende actie, degelijk neergezette personages wiens gebreken en fouten onder stress uitvergroot worden zodat foute beslissingen genomen worden en steeds de menselijkheid benadrukt wordt van de wanhopige overlevingstochten. Ledematen en ingewanden spatten in het rond bij de grafische beschrijvingen, ze zijn bijna voorzien van een aangepaste klankband in woorden. Heel degelijke loeiend harde horror en suspens. Ik ben inmiddels al halfwege het tweede deel van de reeks, moge ze lang doorgaan. Eddy C. Bertin (5) The Walking Dead – The Rise of Governor I Luitingh-Sijthoff I 2011-2014 I Paperback I 351 Blz. I 9789024565672 I Robert Kirkman & Jay Bonansinga
lweer een nieuwe kanjer uit de PC van Deseyn. Ik had verwacht dat dit het vervolg zou zijn op ‘Labyrint’ en de werelden van Obscurion, maar het blijkt opnieuw een zelfstandige roman te zijn. Auteur Devon Trenchard en fotografe Kathy Vargo werken voor een derderangs sensatieblad ‘Sensational Wisconsin’. Daarin brengen ze verslagen van mensen die alle mogelijke fantastische dingen gezien of meegemaakt hebben: geesten, zeemonsters, UFO’s, aliens, noem maar op, in het krantje is er plaats voor hun (meestal belachelijke) verhalen telkens met een verwittigend toontje dat de regering vele zaken in de doofpot steekt. Het is niet zomaar toeval, in zijn jeugd zag Devon échte spoken, hij heeft dit alles afgesloten in zijn geest maar geleidelijk komen die herinneringen weer boven. Ze moeten nu samenwerken met een vreemd groepje mensen die het paranormale bestuderen. Dat team heeft nood aan Devons ‘vergeten’ krachten maar volgt ook een mysterieus eigen agenda. Ettelijke flashbacks uit het verleden worden afgewisseld met gebeurtenissen in het heden die steeds dreigender worden. Mensen zien echte geesten, en worden door die overgenomen of vermoord. Sommige geesten nemen telkens bij de geboorte bezit van een menselijk lichaam, niet een reïncarnatie maar een regelrechte overname waarbij de originele geest verwijderd en verbannen wordt. ‘Ghosttour Publications’ is de dekmantel voor een goed van zes psychische onderzoekers, necromancers, die een grootscheepse boosaardige uitbraak van het paranormale verwachten. Akelige entiteiten, de Brekers, willen een doorbraak forceren naar menselijke lichamen en beginnen de necromancers op te sporen en te doden. De dode geesten worden opgeslorpt door een gigantische Lovecraftiaans entiteit, de Vorm, wiens doel de totale overname van alle lichamen is. Een verbeten strijd begint in de dimensies van andere werelden naast de onze (een ander stokpaartje van Deseyn), lichaam en geest vormen daarbij twee afzonderlijke entiteiten. Een inferno van bloed en gruwel begint. Een spannende bovennatuurlijke thriller die vaak intens gruwelijk wordt en soms ook heel erg fantastisch in scope, met hier en daar zelfs een bescheiden vleugje humor ter afwisseling. Terloops ook heel wat background info over Amerika, zijn wegen, e.d. best leuk en het stoort niet, maar echt nodig is het ook niet. Eddy C. Bertin (5) Necromancer I Kramat I 2014 I Paperback I 518 Blz. I 9789462420236 I Johan Deseyn
Deseyn heeft al een hele reeks ‘duistere thrillers’ of ‘psycho thrillers’ (zoals hij ze noemt) gepleegd die in feite regelrechte fantastische of bovennatuurlijke horror romans zijn die geen enkele gruwelijke uitspatting uit de weg gaan. Dit boek is al een poosje uit maar Deseyns boeken worden ook steeds dikker zodat ik die meestal meeneem op vakantie waar ik ze op 2 dagen in een ruk kan uitlezen. Als er dan daarop een computer crash volgt, ontstaat er wat vertraging bij het verwerken, maar hier gaan we dan. Stanley Daniel Priscuss woont in zijn uitgebreid Liberty Complex in New Venice, tegen de Golf van Mexico. Hij is een wereldwijd gevierd kunstenaar van de meest bizarre en de fantasie tartende kunstwerken. Tevens is hij de ontwerper van ‘Labyrinth of Hell’, een immens populair game dat zich in de wereld van Obscurion afspeelt. Zijn helper Lucius zelf is verslaafd aan de arena gevechten in ‘The Pit’. Tussendoor is een seriemoordenaar aan de slag die stemmen hoort die hem bevelen mensen de keel over te snijden en zijn bloed met hen te vermengen. Geleidelijk begint Stanley te beseffen dat zijn scheppingen niet zomaar uit zijn fantasie afkomstig zijn maar weergaven van wezens die echt bestaan in een andere wereld die zo via hem in de onze doordringt. Stanley had ooit een bijna dood ervaring, en ziet nu het enige ware hiernamaals, zijn Obscurion is een dimensie waarin alle werelden samen komen en die gevuld is met de afgrijselijkste schepsels. Stanley wordt geobsedeerd door een mysterieuze vrouw die plots begint op te duiken en die fantastische vormen aanneemt… een vrouw die hij niet geschapen heeft voor zijn game. In de andere wereld is een strijd aan de gang tussen machtige tegenstanders, en Stanley en iedereen rondom hem raakt daarbij betrokken in een steeds extravaganter wordende maelstroom van verschrikkingen. Een kanjer van een volbloed horror monster roman geschoold op bovennatuurlijke lijst. Deseyn neemt zijn tijd om alle personages rustig te introduceren in de wat trage aanloop, maar daarna gaat het volop in overdrive. Een vervolg over de doorgaande Jacht in Obscurion is gepland of misschien al in bewerking. We kijken er naar uit. Eddy C. Bertin (5) Labyrint I Kramat I 2012 I Paperback I 492 Blz. I 9789079552863 I Johan Deseyn
King is nu al meer dan veertig jaar aan de slag, met meer dan tachtig meestal volumineuze boeken op zijn repertoire. Bij zo’n hoeveelheid zijn er altijd enkele die minder in de smaak vielen, maar ondanks heel wat tegenslagen onderweg (een alcohol verslaving, een zwaar verkeersongeval) blijft King aan zijn toetsenbord gekleefd om zichzelf heruit te vinden, en alweer levert hij hier een vuistdikke en oerdegelijke horror roman met een stevig vleugje macabere sciencefiction. Een ‘revival’ ken je wel, al is dat bij ons eerder zeldzaam: een grote tent, een doemprediker die liefst ook wat zieken kan genezen, wat gospel gezangen en liefst veel vrijwillige giften van het gelovige publiek. De roman neemt een trage, eerder nostalgische aanloop waarin veel herinneringen, mijmeringen en flashbacks voorkomen naar een Amerika in de jaren ’60, zoals wij het overwegend kennen uit boeken en period films maar die uiteraard de wereld is waarin King zelf opgroeide. Harlow is een klein gehucht nabij Castle Rock , in New England. De zevenjarige Jamie Morton is druk aan het spelen met zijn soldaatjes als hij kennis maakt met Charles Dan Jacobs, de nieuwe dominee. De dominee kan schijnbaar magische trucjes doen die Jamie fascineren. Een hechte band tussen de jongen en de geestelijke komt tot stand, en zo ontdekt Jamie de fascinatie van Jacobs voor zijn experimenten met wat hij een soort ‘abnormale elektriciteit’ noemt. Daarmee slaagt de man er zelfs in een jongen zijn stem terug te geven die deze kwijt was na een ongeval. Een idylische setting die twee jaar later onderuit gehaald wordt door de harde realiteit. De dominee is gelukkig getrouwd en heeft een zoontje. Hij verliest beide door een absurd verkeersongeval en flipt volledig. Tijdens een kanselrede voor heel het dorp vervloekt hij God en wordt natuurlijk ontheven van zijn ambt. Jaren later is Jamie de wereld ingetrokken na pijnlijke overlijdens in zijn familie. Hij is een volledig aan lager wal geraakte dertiger, verslaafd aan drank en heroïne. Jamie is een begaafd rock & blues gitarist maar het weinige dat hij kan verdienen is door op te treden met derderangs groepjes. Dan ontmoet hij Charles Jacobs opnieuw. Die treedt op met fotografische trucjes op de kermis en begint revival meeting te organiseren inclusief miraculeuze genezingen. Hij geneest Jamie van diens drug verslaving en neemt hem als vaste assistent. Zijn obsessief gebruik van zijn speciale elektriciteit is gebleven en daarmee geneest hij regelmatig mensen van breuken, verlamming, doofheid. Jamie krijgt argwaan en ontdekt geleidelijk dat de meeste van die genezingen daarna akelige en meestal dodelijk nevenwerkingen krijgen. Toch krijgt Jacobs hem zover dat hij meewerkt aan diens ultieme experiment, zoals Frankenstein wil Jacobs de dood zelf overwinnen en Jamie is de sleutel daarbij. Geen van beiden heeft een werkelijk idee welke doos van Pandora ze gaan openen. Alles wat wij als realiteit beschouwen is slechts een klein deeltje van een allesomvattende nachtmerrie werkelijkheid, die regelrecht ontsproten lijkt uit het universum van kosmische horror van H.P. Lovecraft. De aanslepende finale is een intense en sombere blik op een afgrijselijk universum waarvan we een essentieel deel zijn, een nihilistisch wereldbeeld waar je als lezer heel wat tijd voor nodig hebt om ervan op je positieven te komen. Heel realistische alledaagse mensen in een wereld die geleidelijk overgaat in waanzin. Tussendoor natuurlijk heel wat verwijzingen naar eigentijdse muziek, film en literatuur, naar de werken van Robert Bloch, Lovecraft, en een hele reeks andere lichtende voorgangers van King in de duistere fantastische literatuur. Een meesterlijk en indrukwekkend werk dat heel traag de sfeer opbouwt en de personages als demonische pionnen voortstuwt naar de ijzingwekkende finale. Absolute aanrader. Eddy C. Bertin (5) Revival I Luitingh-Sijthoff I 2014 I Paperback I 367 Blz. I 9789024566341 I Stephen King
Zuid-Afrikaanse schrijvers zijn in de opmars in onze genre’s, denk maar aan Lauren Beukes die met ‘The Shining Girls’ de British Fantasy Award 2014 kreeg en de August Derleth Award voor ‘beste horror roman’, en die inmiddels al een tweede boek uit heeft. S.L. Grey is het pseunoniem voor twee Zuid-Afrikanen: Sarah Lotz (die o.a. een zombiereeks schrijft ‘Deadlands’) en Louis Greenberg (wiens debuutroman in 2007 genomineerd voor de Commonwealth Writer’s Prize). En ja, de roman hier speelt zich af in Johannesburg, maar kon zich even goed situeren in eender welke grootstad waar er shopping centers zijn. Rhoda is een twintig jarig zwart meisje met problemen: een verminkt gezicht, geen geld en drugsverslaafd. Met een kleine blanke jongen waarvoor ze oppas is op sleeptouw trekt ze naar een grote plaza (shopping center). Ze laat de jongen even alleen in een boekhandel en trekt erop uit om cocaine te kopen. Als ze terugkomt is het kind verdwenen. Ze doet navraag in de winkel, bij een veiligheidsagent, maar niemand heeft iets gezien. Als de veiligheidsagent haar wil meenemen naar zijn kantoor slaat ze op de vlucht, ze heeft tenslotte coke op zak. Wanhopig neemt ze Dan op sleeptouw, een verkoper uit de boekhandel en een echte nerd. Hun zoektocht door de plaza wordt steeds vreemder: winkels zijn niet meer waar ze waren, gangen veranderen van richting, hun gsm’s hebben geen bereik maar toch beginnen ze bizarre berichtjes te krijgen. Het kind is onvindbaar, de uitgang ook naarmate ze dieper afdalen in de steeds vreemdere ruimtes onder de plaza. Het wordt voor beide een claustrofobische nachtmerrie waarin ze belaagd worden door monsterlijke wezens die steeds uit het zicht blijven. Geleidelijk beseffen ze dat ze pionnen zijn in een onvoorstelbaar en uiterst gevaarlijk spel. Ze vinden de weg terug naar de plaza maar bevinden zich daar in een geheel alternatieve realiteit met heel eigen regels. In die nieuwe werkelijkheid beginnen ze zich geapprecieerd en belangrijk te voelen, tot ze de macabere regels achter dit alles doorgronden en er alles op moeten zetten om zich los te rukken van deze heel nieuwe verslaving en de weg terug te vinden naar hun eigen realiteit, én het verdwenen kind. Een intense en vernieuwende thriller die zowel horror en dark fantasy als sciencefiction omarmt en met elkaar versmeedt. Degelijk getekende personages die sympathieker worden naarmate het verhaal in stroomversnellingen geraakt, een claustrofobische nachtmerrie voor wie zich thuis voelt in een shopping center. Tussen de regels door krijgen we ook heel wat sociale satire en een scherp commentaar op aspecten van consumenten indoctrinatie en hoe die doorwerkt als ze even in de echte wereld terugkomen. Het verhaal eindigt sinister, maar voor mij is het einde te abrupt en weinig geloofwaardig. Eddy C. Bertin (4) The Mall I De Arbeiderspers I 2011-2012 I Paperback I 327 Blz. I 9789029578486 I S.L. Grey
Vampiers, zombies, zeemonsters, Lindqvist heeft al deze klassieke thema’s gebruikt in zijn vorige romans ‘Laat de ware binnenkomen’, ‘De doden keren terug’ en ‘Het zeewezen’ en is erin geslaagd daar telkens een geheel nieuwe en originele wending aan te geven. Deze nieuwe roman is geen uitzondering, de auteur vist het oude thema van het menselijke koekoeksjong op en maakt daar een heel eigentijds, fascinerend en akelig verhaal van. De agressieve Lennart vindt in het bos een begraven plasticzak waar uit een kinderhandje steekt. Hij graaft de zak op en vindt daarin een kindje van amper enkele dagen of weken oud, dat hij kan reanimeren. Hij neemt het kind mee naar huis, waarmee zijn kreupele echtgenote Laila (Lelant sloeg haar knie kapot na haar overspel) niet erg gelukkig is. De twee wonen in een afgelegen huisje in de bossen ergens in Zweden, slechts hun crapuleuze zoon Jimmy komt soms eens langs voor drank en geld. Ze houden het kind en voeden haar op in de kelder. Het meisje communiceert enkel door zuivere muzieknoten, het duurt jaren voor ze haar eerste woorden zegt en dan heel langzaam leert lezen en schrijven. Ze noemen haar gewoon Kleintje, Jimmy geeft haar een naam: Theres. Ze is afstandelijk en schijnt geen emoties te voelen. Haar zoektocht naar wat liefde is en waar die zich bevindt in een lichaam zorgt voor het eerste gruwelijke shockmoment. Jaren later woont Theres alleen in de stad. Als ‘Tora’ doet ze mee aan ‘Idol’ wat haar op internet brengt. Zo komt ze in contact met Teresa, een dik, lelijk meisje vol complexen en zelfhaat. Teresa wordt gepest en speelt onder pseudoniemen de ‘trol’ op internetfora. Teresa schrijft wel mooie poëzie en als de twee meisjes in contact komen vormen ze het duo Tesla en krijgen een hitnummer op internet. Een muziekproducer op terugweg wil hen lanceren maar stelt zijn pedofiele eisen, dan weet je al vlug dat het voor hem slecht gaat aflopen. Teresa is depressief, Teres emotioneel ijskoud. Teres ontpopt zich als een toevlucht en dan een soort goeroe voor ongelukkige tienermeisjes die aan haar lippen hangen. Ze voelen zich ‘wolfskinderen’ en geleidelijk ontspoort de roedel tieners volledig. Moorden geven hen een gevoel van totale vrijheid, maar dat is altijd slechts tijdelijk. Stilaan vormt zich een onmenselijk emotieloos plan dat tot een gruwelijke finale leidt. Een intense psychologische horrorroman over de gevaren van blinde adoratie van idolen en pesterijen die tot mentale ontsporing leiden. Het boek bevat veen niet vertaalde liedjestitels in het Zweeds en namen van diverse daar allicht bekende artisten. De rollen van daders en slachtoffers staan voortdurend in een wankele balans, Teres is een onmenselijk monsters en toch leef je heel het boek in sympathie met haar. De vragen die iedereen zich bij het begin stelt: wie of wat is ze, waar komt ze vandaan, waarom is ze zo? Worden helaas nooit beantwoordt. De laatste woorden van het al dan niet open einde blijven lang in de herinnering hangen. Absolute aanrader. Eddy C. Bertin (5) Lilla Stjärna I Signatuur I 2010-2013 I Paperback I 495 Blz. I 9789056724313 I John Ajvide Lindqvist
The bestselling start of the original Walking Dead series, now in mass market! In Robert Kirkman's Walking Dead universe, there is no greater villain than The Governor. The despot who runs the walled-off town of Woodbury, he has his own sick sense of justice: whether it’s forcing prisoners to battle zombies in an arena for the townspeople’s amusement, or chopping off the appendages of those who cross him. The Governor was voted “Villain of the Year” by Wizard magazine the year he debuted, and his story arc was the most controversial in the history of the Walking Dead comic book series. Now, for the first time, fans of The Walking Dead will discover The Governor's origins and just how he became the man he is, and what drove him to such extremes. Wim Mertens (3) Originele Titel I St. Martin’s Press I Pocket I 9780330541381 I 245 blz. I Robert Kirkman I Jay Bonansinga
Een ijskoude ochtend in april 2009, volop economische crisis in Amerika. Honderden werklozen, wanhopig op zoek naar een baan, staan al van ’s nachts in de druilregen opgehoopt te wachten voor de burelen van een banenbeurs. King introduceert enkele van die mensen in detail, ze zijn er als echt voor de lezer. Dan duikt als uit het niets een Mercedes op die met volle snelheid inrijdt op de menigte. Acht mensen worden verpletterd (waaronder deze die King zo sympathiek voorstelde), vijftien anderen gewond. De dodelijke chauffeur ontsnapt, de auto blijkt gestolen. De eigenares van de wagen krijgt alle blaam in de media maar de zaak wordt niet opgelost. Maanden later: rechercheur Bill Hodges is al zes maanden met pensioen, volledig depressief en slaapt zowat met zijn revolver, wachtend tot hij de moed heeft zichzelf door de kop te schieten. Dan krijgt hij een expliciete uitdagende brief gesigneerd door ‘de Mercedes Killer’ met details over de moordende aanslag die enkel de dader kan kennen. Die waant zich onoverwinbaar en heeft besloten een spelletje kat en muis te spelen met Hodges, in die mate zelfs dat hij deze uitnodigt hem te contacteren via een chatroom ‘Debbies Blauwe Paraplu’ (zie de omslag uiteraard). De dader is de lezer intussen al bekend: de jonge Brady Hartsfield, PC restaurateur en tevens de ijscoman Mr. Tastey, een totaal geflipte psychopaat zoals King ze als weinig andere kan presenteren. Brady weet alles over iedereen (hoe, dat lees je maar) en wil voor de kick Bill Hodges zover krijgen dat die uiteindelijk zelfmoord pleegt. Helaas voor Brady heeft hij de verkeerde man gekozen. Hodges schudt de depressie van zich af en bijt zich keihard vast in de zaak. Hij start zijn eigen onderzoek, begint zelfs een relatie met Janey, de dochter van de inmiddels overleden eigenares van de dodelijke auto, en begint de dader zelf uit te dagen. Hodges is ervan overtuigd dat die een nieuwe en nog grotere aanslag aan het plannen is, en zet er alles op om te ontdekken waar en wanneer de psychopaat wel zal toeslaan. Daartoe moet hij uiteraard diens identiteit ontdekken. Geen fantastische of horror elementen, hoewel enkele taferelen best gruwelijk zijn, maar een harde politieroman (al is het ook een gepensioneerde rechercheur) met een stevige intrige en een reeks sympathieke of akelige personages. Hoewel het soms wat traag verloopt toch spannend van begin tot einde. Eddy C. Bertin (5) Mr. Mercedes I Luitingh-Sijthoff I 2014 I Paperback I 424 Blz. I 9789024564675 I Stephen King
Een jongen, opgevoed door geesten, gaat op zoek naar de moordenaar van zijn ouders. Een sinistere moordenaar zie zich ‘de man Jack’ noemt, moordt zonder enig blijkbaar motief een heel gezin uit: man, vrouw en dochter. Alleen het éénjarig zoontje ontsnapt aan de slachting en belandt, tijdens zijn bizarre vlucht waarvan hij zelf geen werkelijk besef heeft, op een oud kerkhof van 10.000 zielen waarvan een 300-tal erg actief blijken te zijn. De geesten beschermen de peuter tegen Jack, die naar hem op zoek is, en na enige discussies adopteren ze het kind nadat de mysterieuze Grijze Dame op de Schimmel voor hem tussenkomt. Het kind krijgt de naam Nim (van Niemand) Owens (de naam van zijn spook-pleegouders) en groeit op tussen de spoken op het kerkhof. Nim wordt onderwezen door de bizarre Silas, die zich zowel tussen geesten als levenden kan verplaatsen die vaak vertrekt op mysterieuze missies, en door mevrouw Lupescu, een strenge lelares die ook een weerwolf is. Nim heeft een wel aangename zei het vreemde jeugd, hij wordt bevriend met een levend meisje die denkt dat hij een imaginaire jongen is, maakt kennis met een dood heksje, en heeft akelige avonturen met de gruwels als hij door hun poort gaat, en met een bizar wezen dat in een oude kerker op zijn nieuwe meester wacht. Nim neemt zelfs deel aan de legendarische dance macabre wanneer gedurende één nacht de doden met de levenden dansen. Maar Nim wordt ouder, het mysterie van de wereld van de levenden lokt en als hij ontdekt dat zijn ouders vermoord werden besluit hij, met zijn beperkte kennis, het kerkhof te verlaten en de moordenaar te gaan zoeken in de wereld van de levenden. Maar ook de man Jack is nog op zoek naar zijn gemiste slachtoffer. Gaiman toont zich zoals altijd een heel excentriek auteur van duistere fantasy: een leuk thema met veel bizarre avonturen, wat griezelen, maar ook veel humor. Het is gericht op jongeren wat wel de reden is dat ik het, als oudere lezer, niet echt griezelig vond, maar volwassenen zullen ook best de originele fantasy appreciëren. Gaiman kreeg hiervoor de Newberry Award, een prestigieuze Amerikaanse prijs voor het beste jeugdboek, en werd ook genomineerd voor de World Fantasy Award 2008. Begrijpelijk, minder voor mij is dat het de Hugo Award 2009 kreeg als beste roman. Gaiman verdient met zijn uitgebreide oeuvre elke prijs, maar de Hugo is voor sciencefiction, en daar heeft dit boek echt niets mee te maken. Verzorgde pentekeningen van Chris Riddell, en een nawoord door Gaiman waaruit blijkt, zoals ik al vermoedde, dat delen hiervan eerst als kortverhalen verschenen. Eddy C. Bertin (3) The Graveyard Book I Uitgeverij: Luitingh I 2008-2009 I Gebonden I 288 Blz. I 9789024530090
|
Archives
September 2016
Categories
All
|