George R.R. Martin & Melinda M. Snodgrass, samenstellers: Wild Cards 1 – Het Spel der Spellen15/11/2015 Op de omslag een ridder in harnas die een speelkaart ophoudt, Martins naam in koeien van letters, de Nederlandse titel ‘Het Spel der Spellen’ (die origineel ‘Inside Straight’ luidt, dat lijkt er dus niet op), een rode sticker met verwijzing naar ‘Game of Thrones’ (Het lied van ijs en vuur), uiteraard Martins immens populaire roman en Tv reeks. Wel, lezer, daarmee heeft dit boek dus geen bal te maken, en van Martin zelfs staat er slechts een romanfragment van 39 blz. in. Ondanks ‘Wild Cards 1’ is dit ook geen nieuwe reeks, integendeel. Martin en Snodgrass schiepen het concept van de reeks in 1986, en deze originele reeks van romans en verhalen, waaraan telkens een tiental auteurs samen schreven aan elk boek, liep van 1987 tot 1992 en telde niet minder dan 12 boeken. Een tweede reeks telde 3 boeken die verschenen in 1993-95, en deze ‘nr.1’ is verschenen in 2008, blijkbaar als stand alone boek of als geplande aanloop tot een nieuwe cyclus. Het concept van de reeks wordt gelukkig in de flaptekst achteraan uit de doekjes gedaan, dus lees die zeker eerst anders begrijp je niet hoe dit alles begon. In 1946 werd boven een (alternatief) New York een buitenaards virus losgelaten dat het DNA herschreef van de wereldbevolking. Daarvan kwam 90% te overlijden, 9% veranderde in de meest bizarre monsters (die de Jokes genoemd werden, akelig om te zien maar zonder speciale krachten) en 1% veranderde in superhelden (daarna de Azen genoemd) met bijbehorende krachten. In het heden organiseert Hollywood een gigantische wedstrijd waarvoor uiteindelijk 28 superhelden geselecteerd worden. Ze worden in groepjes verdeeld die elkaar moeten bestrijden tijdens diverse opdrachten, met als einddoel één winnaar, de ultieme Amerikaanse superheld. Er is ook veel geld aan verbonden en superhelden zijn ook maar mensen met gevoelens. Dus worden relaties begonnen, allianties gesmeed, vege plannen gekoesterd. Dit eerste deel van het boek is best leuk, een grappige parodie op de Amerikaanse TV wereld en dit soort reality programma’s, vooral omdat sommige superkrachten van de helden vaak geheel onpraktisch of gewoon lachwekkend zijn. Intussen is echter in Egypte en aanpalende landen een Islamitische Staat opgerezen, een groep fundamentalistische moordzieke moslims die zich de Ikhlas-al-Din noemen (het principe klinkt bekend, nietwaar) en daarnaast is er het leger van het Egyptische kalifaat. Beide groeperingen strijden om de macht en moorden elkaar uit, maar vooral vele duizenden onschuldigen die niet voldoen aan de principes die het kalifaat of de Ikhlas stellen, zoals de plaatselijke Jokers die door het leven gaan in de gedaante van de oude Egyptische goden. Jonathan Hive is de eerste Aas die uit de wedstrijd gekieperd wordt, hij begint een blog dat tussen elk van de verhalen/fragmenten opduikt, en via een magisch amulet belandt hij in Egypte, waar hij zijn belevenissen neerzet in zijn blog. Geloof het of niet maar de superhelden ontwikkelen plots een sociaal geweten (of krijgen hun ware innerlijke aard te zien) en trekken naar ginds om te strijden voor mensenrechten en vrijheid tegen de snoodaards. Die hebben echter ook hun eigen Azen in gebruik en supermens of niet, onsterfelijk zijn ze niet. Een dergelijke ideologische heldentrip van ‘nu gaan we allemaal gaan vechten voor de vrije mensheid’ klinkt natuurlijk heel mooi en sluit aan bij het Amerikaanse superhelden canon, maar geloofwaardig of overtuigend? Dit tweede deel is een heel realistisch oorlogsverslag, tot de superhelden er zich mee moeien. Vanaf dan is het contrast tussen de wreedheden van de strijd en de gecombineerde acties van de superhelden te groot om nog ergens een schijn van geloofwaardigheid op te houden. Natuurlijk is het zo dat iedereen in Amerika opgegroeid is met honderden superhelden in vele duizenden strips, terwijl wij hier alleen maar een paar povere en slecht getekende Superman en Batman strips te zien kregen. Nu worden we abrupt heel dat super universum binnen gegooid, en hoe spannend en grappig het soms ook werd, deze bizarre mix van moderne fantasy, sciencefiction en stripcultuur kon mij niet werkelijk boeien. De ‘roman’ bestaat uit 12 op elkaar volgende verhalen/fragmenten en een tiental tussenfragmenten. De auteurs zijn Daniel Abraham, Melinda M. Snodgrass, Carrie Vaughn, Michael Cassutt, Caroline Spector, John Jos. Miller, George R.R. Martin, Ian Tregillis en S.L. Farrell. Er is ook een lijst van alle schrijvers en bedenkers van het Wild Cards-consortium en de Azen die zij bedacht hebben in dit en de vorige boeken. Onder die schrijvers wel een aantal bekendere dan deze die ik in dit boek aantref. Eddy C. Bertin (2½) Inside Straight - A Wild Cards Novel I Luitingh-Sijthoff I 2008-2015 I Paperback I 398 Blz. I 9789024568611 I George R.R. Martin & Melinda M. Snodgrass
0 Comments
Kay Scarpetta is patholoog, anatoom en juriste, en ik veronderstel geen onbekende voor de vele lezers van Cornwell, dit is al de 22e Scarpetta roman in 25 jaar tijd. Scarpetta staat klaar om samen met haar echtgenoot Benton, die voor de FBI werkt, op welverdiende vacatie te gaan, als vlak bij haar huis een leraar doodgeschoten wordt. Er is geen enkel motief, en het blijkt een waar precisieschot te zijn waarbij men zelfs niet kan vaststellen vanwaar de kogel kwam. Er zijn kleinigheden die heel bizar zijn, zoals zeven stukjes van 1 dollarcent die keurig op een rijtje geplaatst werden op Scarpetta’s omheining. De moord wordt al vlug gelinkt met twee gelijkaardige onopgeloste zaken in New Jersey. Scarpetta’s vacantie is er natuurlijk aan. Steeds meer zaken worden met mekaar in verband gebracht. Lucy, het extravagante vrijgevochten nichtje van Scarpetta wordt gelinkt aan de moorden. Twee onderzoekende politiemannen, Marino en Machado liggen voortdurend in de clinch met elkaar. Bovendien steekt dan nog een corrupte detective voor TBP, een verzekeringsmaatschappij die niet graag uitbetaalt, zijn neus in ieders zaken. Lucy blijkt de spil waarrond alles draait, maar waarom? Wil iemand haar ten gronde richten, of is ze echt corrupt? Scarpetta zet er alles op om de zaak te doorgronden, maar zelfs zij begint aan Lucy te twijfelen. De plot zit stevig in elkaar, alles krijgt een logische verklaring, maar ik heb er een hekel aan als in een dergelijke reeks plots een dood gewaande psycho opduikt uit een vorig boek, en dan natuurlijk net een dat ik niet gelezen heb. Niet echt een thriller, wel een boeiende politie procedure met verzorgde personages, maar helaas ook wat teveel overbodige beschrijvingen en details. En natuurlijk een finale die ik persoonlijk niet kon pruimen. Achteraan het boek ook nog een fragment uit ‘Zuurstof’, de vorige Scarpetta roman. Eddy C. Bertin (3) Flesh and blood I Luitingh-Sijthoff I 2014-2015 I Paperback I 384 Blz. I 9789024566983 I Patricia Cornwell
Tweede boek in deze vlotte YA griezelreeks die even leesbaar is voor volwassenen. Londen (en heel Engeland) is al 50 jaar in de greep van Het Probleem: als het donker wordt duiken overal akelige spoken en andere wezens op die de normale mensen het leven zuur maken. Een aantal onafhankelijk werkende bureaus bestrijden deze fenomena: de onderzoekers zijn kinderen en tieners (die gevoelig zijn voor het occulte), geleid door een volwassene. Zij werken samen met het Depot (Departement van Paranormaal Onderzoek en Toezicht) van Schotland Yard. Nieuwe avonturen dus voor de eigenzinnige en wat mysterieuze Anthony Lockwood, de rebelse Lucy Carlyle die met geesten kan spreken, en de nerdy boekenwurm George, samen Lockwood & Co. Op het kerkhof confronteren zij een horde boosaardige geesten en vinden een ijzeren doodkist, waarin een door ratten opgevreten lijk en een bizarre spiegel met uitermate dodelijke eigenschappen. Daar duiken dan de mensen op van Fittes, het grootste onderzoeksbureau in Londen, en de concurrenten van Lockwood, die de zaak overnemen. Doodkist, skelet en spiegel worden overgedragen aan het Depot, maar de spiegel verdwijnt onderweg. Wie in de spiegel van botglas kijkt voelt zijn ziel erin weggezogen, en de doden beginnen te vallen. Lockwood wil die spiegel terug. Intussen experimenteert George ook met een fles waarin een schedel zit en een sinister ectoplasma van het hoofd regelmatig verschijnt. Als dat hoofd tot Lucy begint te fluisteren beseffen zij dat Lucy een uniek talent heeft, zij alleen kan communiceren met dat ectoplasma (een Type 3 geest dus) wat heel belangrijk wordt als blijkt dat die fluisterende schedel gelinkt is met de botspiegel en het gevonden lijk in de ijzeren kist. Heel wat spannende en macabere avonturen met demonische geesten en een duistere sekte, en tussendoor ook de obligatoire humoristische adempauzes. Lockwood onthult ook eindelijk wat in zich in zijn gesloten kamer bevindt, maar dat is dan weer een cliffhanger waarbij de lezer zijn wenkbrauwen fronst want hij begrijpt er niets van. Gelukkig is inmiddels het derde boek, ‘The hollow boy’, al verschenen, dus daar krijgen we dan hopelijk wat uitleg. Zoals ook het eerste sluit dit boek weer af met een uitgebreide verklarende woordenlijst van bovennatuurlijke fenomena. Goed voor enkele uurtjes verzorgd griezelvermaak, en ook de sympathieke personages worden hier wat verder uitgediept, met al hun (soms puberale) tegenstrijdigheden. Eddy C. Bertin (5) Lockwood & Co. – The whispering skull I Luitingh-Sijthoff I 2014-2015 I Paperback I 414 Blz. I 9789024567461 I Jonathan Stroud
Dit is boek 2 in de ‘Mercy Thompson’ reeks van Urban dark fantasy/horror, begonnen met ‘Onder de maan’. Mercedes (Mercy, voor haar vrienden, en dat zijn er wel wat) Thompson heeft haar eigen bescheiden garage in een Amerikaans plattelands stadje, en leidt (schijnbaar) een heel normaal leven (zoals trouwens veel van haar vrienden). In deze parallel wereld zit onze wereld namelijk vol met schijnbaar normale mensen die in werkelijkheid iets heel anders zijn: magiërs, heksen, spoken, trollen, en nog heel wat andere. De Fae hebben hun bestaan al lang kenbaar gemaakt aan de mensen maar houden zich bewust heel afzijdig. Een groot aantal van de weerwolven (maar niet allemaal) zijn tenslotte uit de kast gekomen, met heel wat gekrakkeel. De klasse der vampiers heeft besloten ondergedoken te blijven, terecht als de lezer ontdekt hoe onmenselijk ze zijn en hoe superieur ze zich voelen tegenover de mensen. Mercy zelf is opgegroeid bij weerwolven, en Adam, de roedelleider, is nog steeds een van haar beste vrienden waarop ze altijd kan rekenen. Mercy zelf echter is een ‘loper’, zij kan zich naar willekeur veranderen in een coyote, wat haar niet geliefd maakt bij de meeste weerwolfvrouwtjes en zeker niet bij de kille vampiers. Wanneer de vampier Stefan (haar énige vriend in die bende) haar hulp inroept kan ze niet weigeren. Samen met Stefan confronteren ze een wezen dat een heel hotel uitgemoord heeft, zuiver voor de lol. Het ondode wezen is een tovenaar die tijdens experimenten bezeten werd door een demon, en dàn nog getransformeerd werd tot vampier. Het zo ontstane monster blijkt veel te sterk voor hen, en slaagt er zelfs in Stefans geest over te nemen en zijn herinneringen te wijzigen. Stefan moet voor de vampierkoningin verschijnen, samen met Mercy. Geen van beiden wordt geloofd, Stefan moet bewijzen dat het monster echt bestaat. Dat is inmiddels verder aan het moorden, en zou zo de aandacht van de mensen kunnen vestigen op het bestaan van de vampiers. Mercy roept de hulp in van een stel weerwolven en ze gaan op jacht naar de vampierdemon. Voor velen loopt dit helemaal niet goed af. Veel vlotte actie en uiteindelijk blijkt er nog heel wat meer achter te zitten dan Mercy vermoedde. Het contrast tussen drie werelden wordt heel scherp: de superieure houding van de kille vampiers voor wie een mensenleven van geen enkele tel is en die enkel op zelfbehoud uit zijn, de eigen rituelen en emotionele denkwereld van de weerwolven, en tenslotte Mercy die schippert tussen beide plus haar relaties tot de gewone mensen. Emotionaliteit helpt ook niet veel want Mercy fladdert zo wat heen en weer tussen de roedelleider Adam en de dokter Samuel. Heel leuk fantasy/horror actieverhaal met een soms wat ingewikkelde plot, de nodige bescheiden dosis humor, en wel het voordeel dat de lezer de meeste personages nu al kent uit het vorige boek, zodat het vertrouwdheidsprincipe al vlug werkzaam wordt. Achter in het boek nog een fragment uit ‘Rode letters’ van Anne Bishop. In Amerika is de Mercedes Thompson-reeks al aan acht boeken toe, het negende te verwachten. Eddy C. Bertin (4) Guillermo del Toro weet ons als vele jaren telkens weer te verrassen met originele en beklijvende horror en sciencefiction films. ‘Crimson Peak’ werd geschreven door del Toro en Matthew Robbins, en belooft volgens de foto’s en trailers die ik zag een fantastische gotische griezelprent te zijn. Op de omslag van dit officiële boek van de film staat een citaat van Stephen King: ‘Beeldschoon en angstaanjagend… een zinderende ervaring.’ Ik durf te hopen dat dit was nadat King de film zag, want helaas blijkt de roman noch zinderend noch angstaanjagend. De schrijfster, Nancy Holder, pleegde enkele op zichzelf staande horrorromans in de jaren ’90, waarna ze zich toelegde op tientallen romans voor een jonger publiek, gebaseerd op YA TV-horror reeksen zoals ‘Buffy the Vampire Slayer’, ‘Angel’, e.d. De 10-jarige Edith Cushing wordt na het overlijden van haar moeder in Buffalo, New York in 1886, voor de eerste keer geconfronteerd met het spook van haar moeder die Edith verwittigd dat ze nooit naar Crimson Peak mag gaan. De akelige verschijning (bij haar dood was mama door haar ziekte verandert in een zwart uitgeteerd monster) bezorgt het kind een blijvend trauma dat ze niet kan verwerken. Nu in 1901 is Edith opgegroeid tot een mooie jongedame van 25 jaar, die besloten heeft schrijfster te worden om de spookverschijningen uit haar systeem te weren. Edith maakt kennis met Sir Thomas Sharpe, een Britse baronet, die met zijn zuster Lady Lucille in Amerika is om bij Ediths vader financiële hulp te zoeken voor een mijnbouwproject, de automatisering van het ontginnen van de rode klei op zijn domein in Engeland. Thomas heeft een oogje op Eunice, de zus van Edith, maar verkiest plots het gezelschap van Edith, wat niet naar de zin is van haar jeugdvriend Alan die al jaren heimelijk verliefd is op haar. Ediths vader ontdekt iets uit het verleden van Sir Thomas en weigert zijn samenwerking. Kort daarop wordt hij vermoord, vermomd als een ongelukkige val. Edith is als betoverd door Thomas’ charme en zijn lovende woorden voor haar schrijfsels, huwt hals over kop met hem en volgt hem en zijn zus naar zijn landgoed in Engeland. Ook daar ziet ze macabere verschijningen die blijkbaar niemand anders ziet. Thomas en Lucille hebben blijkbaar veel duistere geheimen, maar helaas maakt het bovennatuurlijke al vlug plaats voor menselijke monsters. Edith ontdekt te laat dat het huis Crimson Peak genoemd wordt omwille van de rode klei die uit de grond komt en het letterlijk als in een zee van bloed doet staan. Het huis krijgt een eigen stem in het boek, een identiteit die de lezer rechtstreeks aanspreekt en hem inzicht geeft in de gedragingen en motivaties van de inwoners. Zo ontdekken we al heel vlug dat broer en zus alleen op het geld van Edith uit zijn, en op geen dode min of meer kijken. Naarmate Edith de geheimen van Crimson Peak ontwart wordt het een demonisch kat en muis spel met haar eigen leven als inzet. De plot is best leuk, weinig verrassend, maar degelijk in elkaar geknutseld. Helaas heeft de schrijfster ervoor gekozen dit boek neer te pennen als geschreven door een 19e eeuwse Victoriaanse schrijfster. Elk kledingsstuk, elk voorwerp wordt tot in het kleinste irriterende detail beschreven. Elke innerlijke kwelling, elke emotie of twijfel wordt enorm uitvergroot en uitgesponnen in lange monologen purper proza, het leest als een 19e eeuws damesromannetje met wat spoken, bloed en moorden. Je krijgt constant de neiging enkele pagina’s over te slaan om te zien of er eindelijk nog wat gaat gebeuren. Zelfs de finale confrontatie, met veel hakken en steken met bijlen en messen, blijft maar doorgaan tot je denkt, nu gaat er toch eindelijk eentje het loodje laten. Zelfs de identificatie met het huis als bovennatuurlijke entiteit leest enorm artificieel. Ik kijk uit naar de film, maar deze roman is een gemiste kans, tenzij je een voorkeur hebt voor ‘authentiek gotisch geschreven werk’. Eddy C. Bertin (2½) |
Archives
September 2016
Categories
All
|