Het gezin Anchor-Ferrens woont in een statige villa op een erg afgelegen domein in Mendips in Somerset. Olivier ‘Ollie’ en zijn vrouw Matilda zijn welgestelde zestigers, hun wat nukkige dochter Lucia woont bij hen. Olivier heeft een hartoperatie gehad, maar verder zijn ze oké. Veertien jaar geleden werd in het nabije verlaten bos Donkey Pitch een tienerkoppel op afschuwelijke manier afgeslacht. De dader werd gevonden en zit in de cel. Lucia had een poosje een relatie met de daarna vermoorde jongen, en dat blijft in haar geheugen hangen. Als blijkt dat iemand in hun huis geweest is en ze bloederige ingewanden vinden in de tuin (een rechtstreekse verwijzing naar de oude moorden) raken ze in paniek, ze vrezen dat de moordenaar ontsnap is of vrijgelaten en herbegonnen is. De telefoons doen het niet of zijn gesaboteerd. Als twee politie-inspecteurs, Honey en Maloni, zich aanmelden zijn ze dan ook meer dan welkom. Niet voor lang want de twee ontpoppen zich als criminelen en voor het gezin begint een aanhoudende nachtmerrie. Ze worden gegijzeld, gemanipuleerd, vernederd en gefolterd door de twee sadisten zonder dat ze weten waarom en wat die twee feitelijk van hen willen. Het duo sluit iedereen op in afzonderlijke kamers, maar toch slaagt het gezin erin hun hondje buiten te zetten met een ‘help ons’ boodschap aan zijn halsband. Dat hondje komt via een heel speciale zwerver terecht bij inspecteur Jack Caffery (dit is de zevende roman waarin hij voorkomt), een eigenzinnige en gedreven politieman die alle regels regelmatig aan zijn botten veegt. Hij is nog steeds op zoek naar enig spoor van zijn lang geleden verdwenen en nooit gevonden broer, de mysterieuze zwerver heeft aanwijzingen maar wil die slechts lossen als Caffery het mysterie van het hondje oplost. Terwijl Caffery begint te spitten in een hooiberg om eender welke informatie te vinden over de help-boodschap, gaan in het huis de vernederingen en folteringen door in steeds intensere mate. Olivier probeert het hoofd koel te houden en analytisch uit te puzzelen wie de twee sadisten zijn, en vooral waarom ze zijn gezin. Het verhaal gaat door in sneltreinvaart, met korte hoofdstukken die steeds wisselen tussen de personages, en wordt steeds gruwelijker en bloederiger. Telkens Olivier het antwoord denkt te vinden op één vraag opent stelt dat nieuwe vragen open, de lezer wordt voortdurend op het verkeerde been gezet. Alle schijnbaar losse eindjes raken met elkaar verbonden en zorgen voor meer meer dan één verrassing in de onthutsende ontknopingen. Een heel intense en macabere thriller rond een akelige situatie die in feite iedereen kan overkomen. Zekere aanrader voor enkele uurtjes koud zweet. Eddy C. Bertin (5) Wolf I Luitingh-Sijthoff I 2014 I Paperback I 383 Blz. I 9789024564866 I Mo Hayder
0 Comments
Na negen jaren (en alweer enkele romans) komt Murakami met een bundel nieuwe kortverhalen voor de pinnen. Murakami is een verfijnd stylist, een goochelaar met woorden en stemmingen, de vertaling is altijd prima verzorgd, enkel het inzicht in de Japanse mentaliteit is soms wat vervreemdend voor ons. De titel zegt alles: eenzame mannen, meestal in een midlife crisis, wiens vrouw of lief dood is, verdwenen, gescheiden, met een nieuwe man of minnaar, en dergelijke. De eenzame mannen zijn altijd melancholiek, fatalistisch bijna, erg berustend in wat gebeurd is en vaak zowat met hun geest verloren in het verleden of in wat had kunnen zijn. Ze zoeken niet echt een nieuwe relatie, gaan naar de film, lezen een boek of vervelen zich gewoon, berusten in het feit dat ze hun gevoelens niet kunnen onder ogen zien of tonen. Zijn Japanners echt zo saai en afstandelijk? Het zijn bescheiden zoektochten naar zelfinzicht, artificiële vriendschappen om hun zelf opgelegde eenzaamheid kortstondig te verbreken. In ‘Drive’ geeft Kafuki zijn mening over vrouwelijke chauffeurs. Wegens een oogdefect moet hij altijd taxi’s nemen en vertelt zijn leven en zijn gevoelens over zijn 10 jaar dode vrouw aan de stugge maar erg competente vrouwelijke chauffeur. In ‘Yesterday’ (ja, de Beatles zijn nooit ver weg, ‘Norwegian Wood’, ‘Drive’…) wordt de ik figuur door zijn vriend Kitaru gevraagd om met diens vriendin Elisa (ze zijn eventjes uit elkaar) uit te gaan, ze verliezen elkaar daarna uit het oog, maar 16 jaar later ontmoet ‘ik’ Elisa terug. In ‘Een onafhankelijk orgaan’ (dat hebben vrouwen om te liegen) ontmoeten we dokter Tokai, cosmetisch chirurg en vrouwenloper, die echt verliefd wordt op een jongere gehuwde vrouw. Eerder chaotisch en introspectief en met een wel bizarre afloop voor Tokai. ‘Mannen zonder vrouw’ is een dromerig relaas over hoe alles kon verlopen zijn als het liefje van de hoofdpersoon niet overleden was. Het fantastische element duikt voorzichtig op in drie verhalen. In ‘Sherezade’ vertelt een vrouw over seks, ze was een lampier (geen typfout) die binnensloop bij jongens en dingen ‘ruilde’. ‘Kino’ is een surrealistisch verhaal over een eenzame baruitbater en een vreemde bezoeker. Het vreemdste is ‘Samsa verliefd’ waarin een alien of een of ander ‘ander’ wezen ontwaakt in het mannelijk lichaam van Gregory Samsa, geleidelijk ontdekt hoe dat lichaam functioneert. Hij krijgt bezoek van een gebocheld meisje dat een slotenmaakster is die bang is voor vogels, en hem meeneemt in Praag die ene bezette stad is. Heel bizar, er komt geen enkele verklaring en het lijkt wel de aanloop tot een roman. Zeven vlot leesbare maar niet altijd even interessante verhalen, mooi geschreven maar door de terugkerende thematiek nogal aan de sombere zelfberustende kant, met slechts hier en daar ter verlichting een vleugje humor. Met verduidelijkende eindnoten van de vertaler. Eddy C. Bertin (3) Onna no inai otokotachi I Atlas Contact I 2013-2014-2016 I Paperback I 286 Blz. I 9789025446604 I Haruki Murakami
Clara is de moeder van David, haar vriendin Amanda heeft een dochter Nina. David drinkt van een beekje dat giftig water blijkt te bevatten en is stervende. Zijn moeder zoekt hulp bij een genezeres die David probeert te redden door zijn ziel over twee wezens te spreiden. Over dat gebied in de pampa blijkt een vloek te liggen die zich steeds verder uitbreidt. Amanda is verlamd en heeft blijkbaar een deel van de dode (?) David in haar hoofd, ook haar dochter Nina lijkt bezeten (?). Deze heel korte roman (meer een novelle) is een doorlopende tekst zonder hoofdstukken, en waaraan elke vorm van chronologie ontbreekt. Het is een constante dialoog en het duurt een hele tijd voor je begrijpt dat die tussen Amanda en David is, dat Amanda alles herbeleeft zoals geleid door David. De basis info die ik in het begin neerschreef, moet je dan zelf ook tussen de regels uitpuzzelen naar het slot toe. Verward? Oké, dat was de eerste stap, probeer nu dit onding maar eens te lezen en bedwing de neiging om het na enkele pagina’s in de hoek te werpen. Enkele flaptekst citaten: ‘gekmakende novelle’ (volledig juist), ‘je krijgt het zweet in de handen en je knarst met je tanden’ (niet van angst maar van verveling), ‘een nachtmerrie die zich sluipend ontvouwt’ (meer een aanhoudende koortsdroom), ‘vol glasheldere schoonheid’ (mooie woorden, maar glashelder als je niks begrijpt van wat er verteld wordt?). Schweblin is Argentijnse en wordt vergeleken met Bioy Casares en Julio Cortàzar als ‘een van de meest veelbelovende stemmen van de hedendaagse Spaans literatuur, ze is ‘de beste verteller van haar generatie’, waarop ik enkel kan zeggen: àrme generatie. Een oersaai en geheel wanordelijk verhaal dat ik liefst zo vlug mogelijk vergeet. De summiere fantastische elementen moet je met een pincet gaan zoeken in deze woordenbrei. Eddy C. Bertin (1) Distancia de rescate I Atlas Contact I 2014-2016 I Paperback I 110 Blz. I 9789025448073 I Samanta Schweblin
Barthelme debuteerde met de verhalenbundels ‘Come back, Dr. Caligari’ (1964) en ‘Unspeakable practices, unnatural acts’ (1968), maar maakte eigenlijk vooral naam met zijn compleet over the top versie van ‘Sneeuwwitje’ (1967). Hij overleed in 1989 en liet een schatkist van korte postmoderne en absurdistische verhalen na, vooral verschenen in de New Yorker. Uit zijn bundels ‘Sixty stories’ (1982) en ‘Forty stories’ (1987) kwam deze selectie tot stand. Het zijn erg korte verhalen, van een tot enkele pagina’s, er is er zelfs eentje bij dat uit één zin bestaat die 8,5 pagina’s in beslag neemt. De verhalen zijn vol van de meest bizarre wendingen en ideeën, met soms fijne humor en ironie, veel parodiërende elementen, soms gewoon absurd en enkele waar elke logica zoek lijkt. De onderwerpen zijn uiteraard erg verscheiden: relaties en seks, een Amerikaanse president van 120 cm, TV reality programma’s, twee psychotische mannen achtergelaten in een bunker die elk één knop moeten bedienen om de derde wereldoorlog te starten, een 20 jarige in een klas van 12 jarigen en de juf is verliefd op hem, het huwelijk, vrouwenbladen, een queeste voor vernietiging van superwapens, kinderopvoeding, psychiatrie, communisme, oorlog, het leger, politiek, telefoonenquetes, alles en iedereen krijgt een veeg uit de pan. Heel vlotte en fijnzinnige vondsten met hier en daar een vleugje fantastiek of sciencefiction, het leest allemaal lekker weg maar is aan te raden lectuur in kleine dosissen om indigestie te vermijden. Achteraan enkele notities van de vertaler over gebruikte citaten in de verhalen. Eddy C. Bertin (4) Selectie uit Forty Stories, en Sixty Stories I L.J. Veen I 1987-1982-2016 I Paperback I 333 Blz. I 9789020414219 I Donald Barthelme
Beyens heeft al enkele vlotte misdaadromans gepleegd zoals ‘Date met de dood’ en zijn debuut ‘Quatre-mains’. Hier, in zijn lijvigste boek, werkt hij alternatief met voornamelijk drie groepen personages die meer en meer met elkaar verweven worden. Hans De Graaf’s echtgenote is zwanger en betrapt haar echtgenoot die aan het zoenen is met hun 19-jarig buurmeisje Evy Van Hemelen. Hans mag dan nog beweren dat Evy hém bij verrassing zoende en dat hij zich enkel wat liet meeslepen, het haar zit in de boter. Evert Leukemans is een TV-persoonlijkheid, een playboy die aan het aftakelen is. Hij maakt een akkoord met producer Bart Somers om een verrassende TV-productie te maken over sekten en dergelijke, inclusief een spraakmakend interview met Vicky Lehoux die een bestseller daarover schreef. Maar Evert heeft de financiële middelen niet en stuntelt langs alle kanten. Evy werkt voor hem. Evy woont bij haar oma in Hulshout en studeert in Antwerpen, maar op een vrijdagavond in oktober verdwijnt ze plots. Een gril van een losbandige tiener, die onder haar soortgenoten een kwalijke reputatie (‘Slettenbak’) had, en die het recentelijk afmaakte met haar vriend. Als blijkt dat haar studies en studentenkot in Antwerpen allemaal fictie zijn, wordt het een onrustwekkende verdwijning en komt de zaak in handen van de FGP in Turnhout, bij de vegetarische Alex De Graag (de broer van Hans) en de eigenzinnige en lompe commissaris Coppens. Evy’s GSM wordt gevonden in Balen, en daarop vindt de politie foto’s van een vermoorde vrouw en een muur waarop in bloed ‘COTCOC’UX’ geschreven staat, een tekst uit het boek van Vicky. Het onderzoek leidt naar een sekte van neopaganisten die op een oude afgelegen camping in Balen huizen, geleid door een man met een strafblad. Deze ‘Kinderen van de Regenboog’ blijken heel wat meer te zijn dan liefhebbers van oude gebruiken en minnaars van de ongerepte natuur, en Evy is op een of andere manier een spilfiguur in alles wat er gebeurt. Beyens zorgt voor stevig neergezette personages, leuke dialogen, ook wat zwarte humor maar vooral steeds nieuwe verrassingen. De plot wordt steeds complexer naarmate het onderzoek vordert, maar verzandt nooit in wanorde, alle personages zijn ergens verbonden met elkaar en Beyens laat geen losse eindjes rondfladderen. Origineel misdaadverhaal dat ondanks de lengte blijft boeien. Helaas, ondanks de veelbelovende cover is het bovennatuurlijke geweerd. Eddy C. Bertin (4) Kinderen van de Regenboog I Kramat I 2012 I Paperback I 418 Blz. I 9789079552856 I Danny Beyens
Het eerste deel van een nieuwe trilogie over zombies, hoeveel hebben we er al gelezen en gezien de laatste jaren? Zombies in de politiek, vrijheidsstrijdende zombies, voetballende zombies, intelligente sprekende zombies, nazi zombies, beverzombies, zombies in lederhosen, paardrijdende ridderzombies. Met drie auteurs die aan deze Young Adult reeks gewerkt hebben, ben je nieuwsgierig met wat voor origineels ze voor de dag zullen komen. Dikke pech, gelukkig of helaas, zombies hebben altijd honger en houden het hier erg traditioneel. Een rat ontsnapt uit een experimenteel labo en wordt gebeten door een mug. De rat gaat dood, de mug echter niet en verspreidt zo een niet nader genoemd virus. Resultaat: acht maanden later ontwaken een aantal mensen in een wereld waar de zombies het voor het zeggen hebben. Niet erg leuk als je mamma en pappa plots witte ogen krijgen en je willen opeten. Hoe dat zo plots kon gebeuren zullen we in de verdere delen wel vernemen, denk ik. De jonge tiener hoofdpersonen zijn Maxim die een spelletje Zombie Blasters speelt (zoiets als paintball met zombie acteurs) en plots tussen echte zombies zit. Eli redt zijn zevenjarig zusje van hun mamma die erge honger heeft. De zelfstandige Tabitha is in een saai meidenkamp en moet al vlug rennen voor haar leven, achtervolgd door een meute vroegere vriendinnetjes. Het viertal komt toevallig samen en probeert te overleven in een wereld van hongerige wandelende doden, die gelukkig volgens de oudste traditie erg traag te been zijn. Ze krijgen een auto aan de praat en proberen de ouders van Maxim en Tabitha te vinden. Eli is voorzichtig, Tabitha stoer maar Maxim (de oudste) wil gewoon alle zombies afmaken. Helaas zijn die met teveel zoals ze ontdekken als via Nederland naar Hamburg rijden, waar Eli en Ilna’s vader in een laboratorium werkt. De auteurs nemen hun tijd om de personages en de wederzijdse relaties goed uit te diepen en hun reacties tegenover dit verschrikkelijke nieuwe wereldbeeld overtuigend neer te zetten. De actie is vlot beschreven, en hoewel dit voor jongeren (vanaf 13) is, vaak extreem bloederig en gruwelijk, zowel materieel als psychologisch. Leuk leesvoer voor kids met een sterke maag, maar ik vrees dat die al wel wat zombie films of Tv reeksen à la ‘The walking dead’ gezien hebben en dus voor weinig verrassingen te staan komen. Ik kijk met interesse uit naar het volgende boek dat in het najaar verwacht wordt. Er zijn nog heel wat vragen bij deze apocalypse, Ilna heeft een bloedziekte waarmee weinig gedaan wordt, er zijn al conflicten over de aanpak tussen de jongeren en een vleugje jaloezie steekt al de kop op, dus hopelijk wat vernieuwende elementen in de verdere delen. Eddy C. Bertin (3) Dodenwereld 1: Necropolis I Kramat I 2016 I Gebonden I 194 Blz. I 9789462420410 I Lotte Troonbeeckx, Tom Vermeyen, Nico De Braeckeleer
Geelen schreef al twee suspense romans en een historische trilogie over de Tempeliers. Hier waagt hij zich op het fantastische domein, en het flapteks citaat ‘een ode aan de grootmeesters van het magisch realisme’ had mij al moeten waarschuwen. Het magisch realisme is die afsplitsing die het fantastische op zweverige manier vermengt met het realistische. Johan Daisne en Hubert Lampo deden dat op heel degelijke manier, voor anderen is het vaak een kapstok om een verhaal in flarden aan op te hangen. Deze roman, bestaat uit drie boeken die uiteraard allemaal volstaan met verwijzingen, getallen, namen die in de andere delen opduiken en die verondersteld worden heel betekenisvol te zijn (of te zullen worden) voor de lezer die er meestal kop noch staart aan krijgt. De jonge man Rubi en zijn vader Pat gaan met een aftandse motor op reis naar Italië. Ze crashen met een auto, Pat is dood, Rubi ontwaakt in een ziekenhuis. Een jeugdkennis, Ellen, neemt hem daarna mee naar Schotland om de vrouw van de dode autochauffeur te ontmoeten. Maar Rubi stapt telkens op een trein en ontwaakt elders. Een massa flashbacks over alternatieve werkelijkheden heen en weer in heden en verleden, over wat gebeurd zou kunnen zijn of misschien echt gebeurd is. Mysterieuze treinen, bizarre dromen, en Rubi kent maar één Ellen, zijn moeder die al jaren dood is. In boek 2 ontmoet Rubi een oude dame, Mary, die op een woonboot woont in Lier en die zegt dat ze bijna 100 jaar is. Elk jaar komt ze alleen op haar aftandse bootje van Wales naar Lier. Ze vertelt hem een lang autobiografisch verhaal over haar leven als Britse undercover agente die het verzet hielp tegen de nazi’s tijdens WO II en die zelfs een concentratiekamp overleefde. Mary blijkt ook de naam te zijn van Rubi’s grootmoeder. Dit verhaal is heel boeiend en realistisch geschreven maar wat het verband is met de rest van de roman kon op twee bladzijden gezegd zijn. In het derde boek dan gaat Rubi alleen naar Wales om daar de waarheid te zoeken over de dood van zijn moeder, en neemt intussen een jong meisje Marlis op sleeptouw waarmee hij Stonehenge bezoekt en daar blijkbaar even in contact komt met oude magie. De gedichten van Dylan Thomas worden ruim gebruikt, en een aantal zaken krijgen een soort verklaring als je wil aanvaarden dat ruimte en tijd lege begrippen zijn, dat alle leven en alle gebeurtenissen kriskras met elkaar verbonden zijn over de grenzen van de dood heen, ‘de tijd voorbij’. Geelen heeft een vlotte pen maar dat kon de verwarring niet tegenhouden van deze zweverige fantasmagorie die teveel bewuste ‘toevalligheden’ aan mekaar rijgt om te blijven boeien. Eddy C. Bertin (2) De Tijd Voorbij I Kramat I 2013 I Paperback I 387 Blz. I 9789462420038 I Peter Geelen
Valgaeren leverde met ‘De Ziener’ in 2011 een heel degelijke complexe fantastische griezelroman af in de beste traditie van de grootmeesters van het genre. Daarvoor kreeg hij dan ook de Schaduwprijs voor het beste spannende debuut van de Lage Landen. Deze roman is een rechtstreeks vervolg daarop en staat dan ook vol met verwijzingen naar het eerste boek, maar je krijgt tussen de regels door voldoende informatie over wat er gebeurd is om deze roman als zelfstandig boek te kunnen lezen en appreciëren. David Mayfair was een Ziener: hij kon de doden zien en met hen communiceren. Tot hij in Engeland in de val gelokt werd door een oude vriend en tot vampier gemaakt door de wrede Valeth die een compagnon wilde voor de eeuwigheid. Daardoor raakte David wel zijn Zienersmogelijkheden kwijt, maar hij leerde zich met vallen en opstaan aanpassen aan zijn nieuwe bestaan als vampier. Het vlotte echter niet goed tussen de twee, Mayfair zag hoe het vampiersbestaan van Valeth een wreed en onverschillig monster heeft gemaakt dat zich boven de mensen verheven voelt. David vreest dan ook dat hij na verloop van tijd ook zijn eigen menselijkheid volledig zal verliezen en verlaat Vathek. Hij reist naar Turnhout met een bizarre missie: hij wil Sterre Schemers terug vinden, een meisje waar hij als kind smoorverliefd op was maar die dat nooit geweten heeft. Al vlug beseft hij dat er een kaper op de kust is: een andere vampier is in Turnhout in actie. Sterre heeft paranormale gaven en David is ervan overtuigd dat zijn maker Vathek haar als zijn nieuwe compagnon wil. David vindt Sterre maar hoe haar te vertellen wat zijn ware aard is? Hij krijgt hulp van Werner van Lissum, een Ziener zoals David ooit was, maar Werner is bang voor de doden die hij ziet. Hij nodigt David en Sterre uit op een oud mysterieus landhuis waar Marcus en Celine wonen, een eeuwenoud koppel ondoden. Samen willen zij de confrontatie aangaan met Valeth, maar is die het enige gevaar dat ze lopen? Valgaeren volhardt in de gotische traditie en bouwt zijn roman traag en gestadig op aan de hand van dagboekfragmenten (in de traditie van ‘Dracula’ en ‘Frankenstein’) en teksten van de hand van elk van de hoofdpersonages. Mooi geschreven bovennatuurlijk griezelverhaal dat de lezer ook voldoende inzicht geeft in de leefwereld van de ondoden. Actie is er ook voldoende maar de auteur vermijdt bewust extreem bloederige horror en zorgt ook voor een mooie cliffhanger op het einde. Geen idee of er nog een derde deel komt (inmiddels schreef hij een op zichzelf staande occulte roman over mediums ‘Seance’) maar als dat er komt kijk ik er reikhalzend naar uit. Eddy C. Bertin (5) Bloedlijn I Kramat I 2012 I Paperback I 373 Blz. I 9789079552870 I Kevin Valgaeren
Het achtste boek van Debbaut en zijn zesde thriller. Twee verhalen spelen zich parallel af. Sandra is gehuwd met Johan en heeft drie kinderen. Ze werkt in een boekenhandel en is ook een verwoed zwemster. Baantjes trekkend in het zwembad ontmoet ze een nieuweling, de mooie en vooral charmante Bram. Ze gaat iets met hem drinken, en al vlug gebeurt wat iedereen verwacht en belanden ze samen in bed, wat voor Sandra als afwisseling met de routine thuis, een denderende ervaring is. Hoewel ze wat schuldgevoelens heeft blijft het niet bij die ene keer. Maar Bram wil steeds meer, hij wordt bezitterig en dringt meer en meer binnen in haar privé leven, zelfs tot op haar werk toe. Sandra wil er een einde aan maken, maar Bram houdt vol dat hij stikverliefd is op haar, en zijn interventies worden steeds uitdagender. Sandra krijgt het dan ook moeilijk de charade thuis op te houden en zoekt een middel om de charmeur kwijt te geraken. Intussen speelt zich een veel akeliger verhaal af dat we meemaken door de ogen van een psychopaat die het belust heeft op jonge alleenstaande vrouwen. Die maakt hij op gevarieerde manieren van kant, en als relikwie snijdt de lieverd telkens één tepel af. Wat begon als een experiment in moord wordt een obsessie voor de man. De politie tast in het duister: nooit is er een spoor van inbraak, dus telkens heeft het slachtoffer de man bewust binnen gelaten. Toch is er schijnbaar geen enkel verband tussen de vier slachtoffers, waarvan de auteur keurig gebruik maakt om wat red herrings te zaaien. De twee verhaallijnen komen uiteindelijk samen in een knallende finale, waarbij dan nog een ontknoping komt die je als lezer echt niet ziet aankomen. Vlot geschreven en spannend, waarbij Debbaut ook veel aandacht besteedt aan muziek en tekst citaten. Eddy C. Bertin (4) Relikwie I Lannoo I 2016 I Paperback I 253 Blz. I 9789401432658 I Bart Debbaut
Eveline Dijkman, Eef voor haar vriendinnetjes, was 10 jaar toen haar ouders omkwamen, gestikt door CO, en zij zelf een poosje in coma was. Eef woont nu bij haar pleegmoeder Chantal, en is veertien. Ze heeft één zorg deze zomer: voor het eerst zoenen met een leuke jongen. Die zorg verandert al vlug in: in leven blijven! De vakantie begint en Chantal gaat twee weken op reis, Eef is alleen thuis met haar vriendin Chloe. Ze bouwen een feestje met enkele vriendinnen en spelen een rondje ‘glaasje draaien’, geesten oproepen zoals met een ouija bord. Nooit een goed idee natuurlijk want Eef begint dode mensen en dieren te zien die haar iets proberen duidelijk te maken. Bovendien krijgt ze nu soms paarse ogen. Eef denkt dat ze gek wordt en gaat bij een paragnost die haar vertelt dat het glaasje draaien daar niets mee te maken had: Eef bezit de gave van de Wachters en die is gewoon in haar ontwaakt omdat de tijd daar rijp voor was. De helderziende verwittigd haar dat ze de doden die ze ziet niet mag aanraken om ze te helpen, dat is haar taak niet. Eef kan dat natuurlijk niet laten, maar als ze aangevallen wordt door demonen is de pret eraf. Ze krijgt door haar gave informatie door dat haar grootouders Wachters waren en in een oud huis bij het kerkhof woonden. Eef probeert pret te maken met haar vriendinnen maar inmiddels start ze haar zoektocht met de doortastende Chloe om te ontdekken wat haar gave werkelijk is. Dat blijkt de wereld te beschermen te zijn, en niét de doden helpen. Het gaat van kwaad tot erger, Eef krijgt trances tijdens welke ze in een andere dimensie gaat en spreekt met haar dode ouders. Ze krijgt tenslotte ook hulp van een vriendelijke spookjongen, want een afschuwelijk kwaad dwaalt rond. De schrijfster duikt in heel het gamma van bovennatuurlijke griezels: hellehonden, zombies, nazi gruwelen uit het verleden, en een afschuwelijke snoodaard met boze krachten om Eef het leven zuur te maken. Daarbij komen dan natuurlijk de typische puberproblemen met jongens en vriendinnetjes. Een heel vlot leesbaar griezelverhaal voor Young Adults, er zit veel macabere actie in maar ook veel heel trage passages met een overdaad aan beschrijvingen die niets terzake doen. Toch origineel en leuk genoeg om er even de tijd voor te nemen. Lowe is de scenarioschrijfster en ook de auteur van de boeken van de TV reeks ‘Het Huis Anubis’ en de jeugdserie ‘VRijland’. Dit eerste deel van de reeks wordt keurig afgerond op zichzelf, maar natuurlijk blijven er voldoende indicaties voor wat nog te komen is. Het tweede deel ‘Wolfsbloed’ verscheen vorig jaar. Eddy C. Bertin (3) Sevenster I A.W. Bruna I 2012 I Paperback I 335 Blz. I 9789400501027 I Alexandra Penrhyn Lowe
|
Archives
September 2016
Categories
All
|