De tweede roman die zich afspeelt in het bloederige universum van de wandelende doden uit de stripreeks, de Tv-series, het game. De zombieplaag domineert de wereld: wie doodgaat en niet door de hersens geschoten wordt, herrijst als een vreetmachine enkel bezield door een onstopbare honger naar mensenvlees. De getraumatiseerde jonge vrouw Lilly Caustel verblijft in een tentenkamp van menselijke overlevenden nabij Atlanta. Na een zombie-aanval heeft zij drie kinderen gered van de monsters, maar wordt door de vader aansprakelijk gesteld voor de dood van zijn vierde kind. Als hij Lilly aanrandt en probeert te doden, slaat haar beschermer, de kolossale zwarte Josh, hem tot moes. Lilly en Josh worden verbannen uit de groep, krijgen gezelschap van Lilly’s vriendin, de seks-bezeten Megan, haar vriend de junkie Scott, en de constant bezopen dokter Bob. Ze pikken een wagen en vertrekken, en zien vanop veilige afstand hoe door een nieuwe aanval van een horde zombies het tentenkamp uitgeroeid wordt. Zoals alle personages in deze boeken zijn ze elk neurotisch, gedreven door eigen verlangens met als enige hoofddoel gewoon voedsel vinden en overleven in de apocalyptische wereld. Zo belandt het groepje in het kleine gehucht Woodbury waar ze opgenomen worden. De bevolking van een veertigtal mensen bestaat voornamelijk uit dronkaards, profiteurs, zwakke meelopers en regelrecht krapuul. De leider, de Governor, is Phillip Blake die met ijzeren hand het zootje ongeregeld in toom probeert te houden en te beschermen tegen de vele ronddwalende zombiebendes. Uit het vorige boek weten we natuurlijk dat Phillip in feite dood is en dat zijn zwakke broer Brian zijn naam en persoonlijkheid overgenomen heeft, namelijk een kille logica en inzicht in een psychotisch brein. Het leven is niet aangenaam, een deprimerende en dreigende afmosfeer overheerst alles en iedereen. De Governor heeft zijn zevenjarig dochtertje Penny (feitelijk het dochtertje van zijn dode broer) die een zombie werd opgesloten in zijn privé kamers waar hij haar dagelijks menselijke lichaamsdelen en organen voedert. De afgehakte hoofden van zijn tegenstanders zwemmen in grote aquariums in zijn woonkamer. De Governor is een sadistische psychopaat en ondanks dit alles toch een meelijwekkende en zielige eenzaat. Lilly en Josh voelen zich niet goed in Woodbury en zoeken een veilige uitweg, maar die is er niet. Als de Governor begint arena gevechten de organiseren om de mensenmeute koest te houden (brood en spelen, zoals de oude Romeinen) begint alles uit de hand te lopen. Zoals het vorige boek heel leesbaar, hoewel de overdosis beschrijvingen van mensen vretende zombies en hoe ze uiteenspatten als ze gedood worden stilaan in heftigheid verzwakt. Teveel is teveel en de lezer verliest het aanvankelijke shock effect dat zo hoog in het vaandel stond van het eerste boek. Ondanks de erg deprimerende sfeer blijft het toch leesbaar met een hoog gruwelgehalte, gecompenseerd door de emotionele wisselwerking tussen de overlevenden die tevergeefs vechten voor een menswaardig bestaan. En zoals gebruikelijk sterven er altijd weer onverwacht enkelen waarvan je het niet zou verwachten. Het einde van Woodbury is gelukkig nog niet in zicht en hopelijk blijft men de reeks in vertaling brengen, dat is altijd een afwachten. Eddy C. Bertin (4) The Walking Dead: The Road to Woodbury I Luitingh-Sijthoff I 2012-2014 I Paperback I 352 Blz. I 9789024565696 I Robert Kirkman & Jay Bonansinga
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
September 2016
Categories
All
|