“Zoals mijn naam Salvador aangeeft, ben ik voorbestemd voor niets minder dan het redden van de moderne schilderkunst van de luiheid en de chaos.” Salvador Dalí (11 mei 1904 Figueras – 23 januari 1989 Figueras)
Van Salvador tot Dalí
Aan het TGV-station in Luik-Guillemins wachten twee monumentale werken van Salvador Dalí de reizigers op. Je ziet een gesmolten horloge en een olifant op frèle, langgerekte poten, waarop een trompetspeler zit. Zij moeten de toeristen naar de Salvador Dalí-tentoonstelling lokken. Het treinstation zelf valt natuurlijk ook op: de Spaanse architect Santiago Calatrava uit Valencia, die bekend staat om zijn architectuur met organische vormen, bouwde het station. De tweeduizend vierkante meter van de expohal in het station werden deze zomer door de reizende tentoonstelling ‘Van Salvador tot Dalí’ ingenomen, die eerder in Londen, Parijs en Tokio te zien was. Ruim twee miljoen bezoekers gingen me vooraf. Je kunt nog tot 6 november naar de tentoonstelling.
Op een enkel olieverfschilderij na, ‘De Olifanten’, telt de Dalí-tentoonstelling geen schilderijen. Wel is er veel oorspronkelijk grafisch werk, zowel aquarellen, gouaches, litho’s als gravures. Zo hangen er alle prenten van de reeks ‘De Kunst Van De Liefde’. Hiermee illustreerde Dalí de tekst van de Latijnse dichter Ovidius. Ook de volledige serie ‘De Verovering Van De Kosmos’ en de Tarotkaarten die Dalí tekende, krijg je te zien. Daarnaast zijn er een massa foto’s en zie en hoor je hem in tal van videofragmenten. De meeste komen uit interviews voor tv-programma’s.
Tussendoor lees je provocerende, grappige, Dalíaanse uitspraken: ‘Het verschil tussen de surrealisten en mij is dat ik surrealist ben’, ‘De twee gelukkigste zaken die een hedendaagse schilder kunnen overkomen zijn: ten eerste Spanjaard zijn en ten tweede Dalí heten. Mij zijn ze allebei overkomen’, ‘Het enige verschil tussen mij en een gek is dat ik niet gek ben’ en ‘Toen ik zes was, wilde ik kok worden, toen ik zeven was, Napoleon. Daarna werd ik Dalí, een belangrijke promotie.’
Het leeuwenaandeel van de tentoonstelling zijn echter installaties, vaak rondom een bronzen beeld. Al deze installaties en trouwens de volledige scenografie van de tentoonstelling
Op een enkel olieverfschilderij na, ‘De Olifanten’, telt de Dalí-tentoonstelling geen schilderijen. Wel is er veel oorspronkelijk grafisch werk, zowel aquarellen, gouaches, litho’s als gravures. Zo hangen er alle prenten van de reeks ‘De Kunst Van De Liefde’. Hiermee illustreerde Dalí de tekst van de Latijnse dichter Ovidius. Ook de volledige serie ‘De Verovering Van De Kosmos’ en de Tarotkaarten die Dalí tekende, krijg je te zien. Daarnaast zijn er een massa foto’s en zie en hoor je hem in tal van videofragmenten. De meeste komen uit interviews voor tv-programma’s.
Tussendoor lees je provocerende, grappige, Dalíaanse uitspraken: ‘Het verschil tussen de surrealisten en mij is dat ik surrealist ben’, ‘De twee gelukkigste zaken die een hedendaagse schilder kunnen overkomen zijn: ten eerste Spanjaard zijn en ten tweede Dalí heten. Mij zijn ze allebei overkomen’, ‘Het enige verschil tussen mij en een gek is dat ik niet gek ben’ en ‘Toen ik zes was, wilde ik kok worden, toen ik zeven was, Napoleon. Daarna werd ik Dalí, een belangrijke promotie.’
Het leeuwenaandeel van de tentoonstelling zijn echter installaties, vaak rondom een bronzen beeld. Al deze installaties en trouwens de volledige scenografie van de tentoonstelling
Jeugdjaren, surrealisme, beroemdheid
De tentoonstelling bestaat uit drie delen. Eerst leren we meer over de jeugdjaren van Salvador Dalí. Vervolgens komt zijn kunstenaarschap en zijn surrealisme in beeld en ten slotte zien we hem als de beroemdheid, die hij altijd al had willen zijn.
Het eerste deel begint met een familiaal drama, dat hem zijn leven lang zou traumatiseren. Zijn oudere broertje heette … Salvador, maar sterft een jaar voor de kunstenaar geboren wordt. Zijn ouders noemen hun nieuwe zoon opnieuw Salvador. Dalí beweerde dat hij daarom alles deed om te bewijzen dat hij leefde, de levende broer was en niet zijn dode oudere broer.
In zijn werk duiken er steeds slappe klokken, ogen, mieren, olifanten en krukken op. Hij was geobsedeerd door religie, mystiek, seks en had een enorme liefde voor geld. En dan was er Gala, zijn vrouw en muze. Zijn relatie met de surrealisten was een liefde-haat verhouding. Zelfs zijn collega’s wist hij op stang te jagen met beelden van Stalin en Hitler. André Breton, de leider van de surrealisten, excommuniceert hem eind jaren dertig. Maar vraag vandaag aan iemand om een surrealist te noemen en iedereen denkt spontaan aan Dalí.
Al vroeg in zijn carrière werkte hij mee aan films. Samen met zijn jeugdvriend Luis Buñuel blikte hij een van de eerste surrealistische films in: ‘Chien Andalou’. Een jaar later volgde ‘L’Age d’Or’. Alfred Hitchcock kon aan niemand beter dan Dalí vragen om de droomscène voor ‘Spellbound’ te bedenken. Na de oorlog werkte hij samen met Walt Disney aan ‘Destino’. De tekenfilm bleef lange tijd onvoltooid.
Salvador Dalí illustreerde ‘Alice In Wonderland’ van Lewis Carroll en ‘Don Quichote’ van Miguel de Cervantes. Hij schreef ook zelf. Zijn ‘Dagboek Van Een Genie’ en ‘Het Geheime Leven Van Salvador Dalí’ liggen uitgestald naast een tijdschrift met op de kaft een tekening van zijn hand. Dit is blijkbaar de eerste tekening die ooit van Salvador Dalí gepubliceerd werd.
Ten slotte is er nog Dalí de ontwerper. Ook in zijn decoratief werk was hij uiterst productief. Glaswerk, juwelen, sierraden tot flesjes parfums, waar hij zijn naam aangaf. Alles weer naar tekeningen of ander werk van hem. De tentoonstelling toont een surrealistisch interieur met verlichting en fauteuil die door hem ontworpen werden.
Ondanks het ontbreken van de bekende schilderijen, vond ik het een geslaagde, boeiende tentoonstelling. De catalogus kon beter. De prijs valt mee, slechts tien euro, wat goedkoop is voor een catalogus van een grote tentoonstelling. Toch betaal ik liever meer en krijg een volledigere catalogus. Nu ontbreken er teveel werken uit de tentoonstelling en de reproducties van ‘De Verovering Van De Kosmos’ had ik graag groter gezien.
Sommige critici zullen klagen dat er te weinig origineel werk te zien was. Anderen zullen de opzet te spectaculair of te theatraal vinden. Maar Dalí zelf stelde zich steeds extravagant op en hij was niet vies van geldgewin. Ik heb de stellige indruk dat hij zijn zegen zou gegeven hebben over de tentoonstelling! Je stapt immers letterlijk in het universum van Dalí binnen. Wel is het niet steeds duidelijk wat origineel is, wat reproductie is en welke beelden pas na zijn dood gemaakt zijn. Alles is weliswaar “à la Dalí”, naar zijn werk of er op zijn minst door geïnspireerd. In elk geval ademt het geheel de geest van Dalí uit.
Het eerste deel begint met een familiaal drama, dat hem zijn leven lang zou traumatiseren. Zijn oudere broertje heette … Salvador, maar sterft een jaar voor de kunstenaar geboren wordt. Zijn ouders noemen hun nieuwe zoon opnieuw Salvador. Dalí beweerde dat hij daarom alles deed om te bewijzen dat hij leefde, de levende broer was en niet zijn dode oudere broer.
In zijn werk duiken er steeds slappe klokken, ogen, mieren, olifanten en krukken op. Hij was geobsedeerd door religie, mystiek, seks en had een enorme liefde voor geld. En dan was er Gala, zijn vrouw en muze. Zijn relatie met de surrealisten was een liefde-haat verhouding. Zelfs zijn collega’s wist hij op stang te jagen met beelden van Stalin en Hitler. André Breton, de leider van de surrealisten, excommuniceert hem eind jaren dertig. Maar vraag vandaag aan iemand om een surrealist te noemen en iedereen denkt spontaan aan Dalí.
Al vroeg in zijn carrière werkte hij mee aan films. Samen met zijn jeugdvriend Luis Buñuel blikte hij een van de eerste surrealistische films in: ‘Chien Andalou’. Een jaar later volgde ‘L’Age d’Or’. Alfred Hitchcock kon aan niemand beter dan Dalí vragen om de droomscène voor ‘Spellbound’ te bedenken. Na de oorlog werkte hij samen met Walt Disney aan ‘Destino’. De tekenfilm bleef lange tijd onvoltooid.
Salvador Dalí illustreerde ‘Alice In Wonderland’ van Lewis Carroll en ‘Don Quichote’ van Miguel de Cervantes. Hij schreef ook zelf. Zijn ‘Dagboek Van Een Genie’ en ‘Het Geheime Leven Van Salvador Dalí’ liggen uitgestald naast een tijdschrift met op de kaft een tekening van zijn hand. Dit is blijkbaar de eerste tekening die ooit van Salvador Dalí gepubliceerd werd.
Ten slotte is er nog Dalí de ontwerper. Ook in zijn decoratief werk was hij uiterst productief. Glaswerk, juwelen, sierraden tot flesjes parfums, waar hij zijn naam aangaf. Alles weer naar tekeningen of ander werk van hem. De tentoonstelling toont een surrealistisch interieur met verlichting en fauteuil die door hem ontworpen werden.
Ondanks het ontbreken van de bekende schilderijen, vond ik het een geslaagde, boeiende tentoonstelling. De catalogus kon beter. De prijs valt mee, slechts tien euro, wat goedkoop is voor een catalogus van een grote tentoonstelling. Toch betaal ik liever meer en krijg een volledigere catalogus. Nu ontbreken er teveel werken uit de tentoonstelling en de reproducties van ‘De Verovering Van De Kosmos’ had ik graag groter gezien.
Sommige critici zullen klagen dat er te weinig origineel werk te zien was. Anderen zullen de opzet te spectaculair of te theatraal vinden. Maar Dalí zelf stelde zich steeds extravagant op en hij was niet vies van geldgewin. Ik heb de stellige indruk dat hij zijn zegen zou gegeven hebben over de tentoonstelling! Je stapt immers letterlijk in het universum van Dalí binnen. Wel is het niet steeds duidelijk wat origineel is, wat reproductie is en welke beelden pas na zijn dood gemaakt zijn. Alles is weliswaar “à la Dalí”, naar zijn werk of er op zijn minst door geïnspireerd. In elk geval ademt het geheel de geest van Dalí uit.
Bonus: kunstenaarszoon Juan Ramirez
Wanneer je de eigenlijke Dalí-tentoonstelling verlaat, passeer je langs een ruimte met werk van de Spaanse schilder Juan Ramirez. Deze surrealist werkte ooit drie jaar als mijnwerker in ons land vooraleer als kunstenaar door te breken. Hij schildert zowaar met een floret, waarop een borstel is gebonden. De man staat dan ook als de musketier van de kunst bekend.
Foto’s bewijzen de vriendschap tussen Salvador Dalí en Juan Ramirez, die door Dalí als zijn kunstenaarszoon beschouwd werd. Beiden ontmoetten elkaar voor het eerst in Brussel.
Foto’s bewijzen de vriendschap tussen Salvador Dalí en Juan Ramirez, die door Dalí als zijn kunstenaarszoon beschouwd werd. Beiden ontmoetten elkaar voor het eerst in Brussel.
Robotbeelden
Na de schilderijen van Juan Ramirez wachtte er nog een extraatje. Go Jeunejean uit Vielsalm werkte mee als decorbouwer in het Luikse team dat de tentoonstelling opbouwde. Zelf is hij ook kunstenaar en ontwerpt hij beelden van robotten, “sculptures-robots” noemt hij ze. Zijn beelden van robotten staan in het cafetaria van de exporuimte opgesteld. Kijk ook eens naar zijn leuk gemaakte website.
VAN SALVADOR TOT DALÍ
Tot 6 november 2016
Luik-Guillemins
Meer info:
www.expodali.be
www.thedaliuniverse.com
www.go-jeunejean.be
Tot 6 november 2016
Luik-Guillemins
Meer info:
www.expodali.be
www.thedaliuniverse.com
www.go-jeunejean.be
Frank Beckers