Filmmuseum Eye In Amsterdam Noord ligt het Nederlandse filmmuseum. Wie met de trein in Amsterdam Centraal aankomt en de tunnel naar het IJ doorloopt, ziet op de andere oever een bijzonder gebouw verrijzen. Een groot stenen oog staart je aan. Dit is Eye, het filmmuseum, dat in 2012 de deuren opende. De Oostenrijkse architecten Roman Delugan en Elke Delugan-Meissl ontwierpen het gebouw.
Elk jaar organiseert Eye drie, vier grote tentoonstellingen. Eerder zag ik er ‘David Cronenberg - The Exhibition’ (22 juni – 14 september 2014) en ‘Jean Desmets Droomfabriek’ (13 december 2014 – 12 april 2015). De laatste dag van september lukte het me om nog een keer naar Amsterdam te reizen en er naar de tentoonstelling ‘Michelangelo Antonioni. Il Maestro del Cinema Moderno’ (12 september 2015 – 17 januari 2016) te gaan. Deze tentoonstelling was eerder in 2013 in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel te gast. Helaas miste ik toen de expositie. Bozar Books en Uitgeverij Snoeck gaven de catalogus ‘Antonioni, de Maestro van de Moderne Cinema’ onder redactie van Dominique Païni uit. Dezelfde catalogus wordt nu in Amsterdam verkocht. Ik heb er voor dit artikel enkele citaten uit overgenomen. Andere citaten plukte ik uit de ‘Special Antonioni’ van De Filmkrant van september 2015. Van neorealisme tot modernisme Michelangelo Antonioni werd in 1912 in Ferrara in de Po-delta geboren. Zijn geboortestad vol paleizen uit de renaissance staat als geheel op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Hij was filmcriticus voor de lokale krant ‘Il Corriere Podano’ en werd lid van een literaire kring in Ferrara. Later schreef hij voor het blad ‘Bianco e Negro’ en het fascistische ‘Cinema’, waar hij na een maand ontslagen werd. Michelangelo Antonioni behaalde een diploma economie aan de universiteit van Bologna en studeerde aan het Centro Sperimentale Di Cinematografia. Zijn filmcarrière begint goed en wel na de tweede wereldoorlog, waarin hij in het verzet stond.
|
Het fascisme is verslagen, Mussolini opgehangen, de Italiaanse steden worden geïndustrialiseerd en de samenleving transformeert in ijltempo. Het is de tijd van het neorealisme in de film. Ook Michelangelo Antonioni is hier schatplichtig aan. Zijn leermeester is immers neorealist Roberto Rossellini, voor wie hij een scenario schrijft. Zijn eerste semi-documentaire ‘Gente Del Po’ (1943) over het harde leven van de arme vissers in de Po-vlakte nabij Ferrara, en zijn eerste speelfilm ‘Cronica Di Un Amore’ (1950) passen in het genre en ook later blijft Antonioni zichzelf neorealist noemen. Maar het esthetische was voor hem belangrijker dan het ideologische. Hij verlaat steeds meer de vertelling en kiest voor het beeld. Tot aan het oeuvre van Michelangelo Antonioni was film zo goed als altijd verfilmde literatuur, afgezien van de beginjaren van de stille film, toen volop geëxperimenteerd werd. Zoals de titel van de tentoonstelling aangeeft, luidt het uitgangspunt van de tentoonstelling dat Michelangelo Antonioni de grote vernieuwer was, die de moderniteit in de film binnenbracht.
‘L’Avventura’ (1960), ‘La Notte’ (1961) en ‘L’Eclisse’ (1962) worden steeds in een adem genoemd en als een drieluik beschouwd. Met ‘L’Avventure’ doet het modernisme zijn intrede in de film. De zevende kunst haalt haar achterstand op literatuur, schilderkunst en architectuur op, waar het modernisme al veel langer was doorgebroken. Met zijn trilogie “van het moderne leven” schudde Michelangelo Antonioni de filmgrammatica radicaal doorheen. Vanaf nu staat niet meer het verhaal, maar het beeld centraal.
‘L’Avventura’ (1960), ‘La Notte’ (1961) en ‘L’Eclisse’ (1962) worden steeds in een adem genoemd en als een drieluik beschouwd. Met ‘L’Avventure’ doet het modernisme zijn intrede in de film. De zevende kunst haalt haar achterstand op literatuur, schilderkunst en architectuur op, waar het modernisme al veel langer was doorgebroken. Met zijn trilogie “van het moderne leven” schudde Michelangelo Antonioni de filmgrammatica radicaal doorheen. Vanaf nu staat niet meer het verhaal, maar het beeld centraal.
In deze films richt Michelangelo Antonioni zijn camera niet langer op de arbeidersklasse, maar op de middenklasse, de klasse waar hij in geboren werd, en zelfs op de bovenklasse. Bovendien kiest hij vaak voor professionele acteurs, waar het neorealisme op amateurs beroep deed. De relaties van de verveelde bourgeoisie komen in beeld. Mensen zijn verloren gelopen in de moderne wereld, die na de oorlog vorm krijgt. Ze voelen zich vreemden in de nieuwe wereld, die ze niet begrijpen. Er heerst eenzaamheid en teleurstelling, mensen hebben moeite om te communiceren, ook met hun eigen familie en vrienden. Dat leidt tot onvoldane relaties. De grote liefde blijkt keer op keer een illusie.
Michelangelo Antonioni besteedt veel tijd aan de vormgeving. Beelden worden gekadreerd als waren het abstracte schilderijen en de mise-en-scène is tot in de puntjes verzorgd. Er wordt in zijn films weinig gepraat, des te meer stiltes vallen er. In lange takes komen verlaten pleinen en straten in beeld. Er gebeurt niet veel, beelden passeren in een traag tempo. Ook wanneer de personages uit beeld verdwijnen, blijft de camera nog minutenlang draaien. Nu eens zien we een lege kamer, dan een lege straat of plein of de eindeloze woestijn. In zijn films blijft Michelangelo Antonioni ambigu, hij stelt meer vragen dan hij antwoorden geeft. Bij hem zoek je tevergeefs de happy ends van Hollywood. En de vrouwen spelen daarin een grote rol. Ook zij dwalen rond en verliezen de greep op het leven. Monica Vitti is het toonbeeld van de moderne vrouw. Zij speelt een hoofdrol in alle drie films van zijn trilogie. We krijgen in Amsterdam een van haar audities voor Michelangelo Antonioni te zien. Zij werd zijn muze en ze startten een relatie. Na ‘Il Deserto Rosso’ breken de twee. Hun relatie stopt en Monica Vitti zal pas twintig jaar later opnieuw in een film van Michelangelo Antonioni optreden, in zijn enige tv-film het kostuumdrama ‘Il Mistero di Oberwald’ (1980). Ik heb de film nooit gezien, die echter – zo lees ik - maar middelmatig bevonden wordt. Maar wat heeft de gemiddelde bioscoopbezoeker eraan? De vervreemding slaat van het scherm over op de toeschouwer. |
Die kan zich moeilijk of niet met de hoofdpersonages vereenzelvigen. Bovendien smaakt niet elke kijker een film als ‘L’Avventure’, waarin na twintig minuten een hoofdpersonage verdwijnt en je op het einde van de film nog niets meer weet. Daarom werd Michelangelo Antonioni niet door iedereen geapprecieerd. Toen ‘L’Avventure’ in 1960 in Cannes in première ging, klonk er boegeroep. Gelukkig herkenden zijn collega’s wel zijn meesterschap. Ze namen het voor hem op zodat hij uiteindelijk toch nog met een Speciale Juryprijs beloond werd.
Het plot van ‘L’Eclisse’ gaat mogelijk nog een stap verder. We zien hoe de relatie tussen Vittoria (Monica Vitti) en haar geliefde Ricardo (Alain Delon) afbrokkelt. De hoofdpersonages verschijnen niet op hun allerlaatste afspraak, de camera is wel van de partij en filmt maar liefst zeven minuten lang. De Amerikaanse distributeur knipte dat einde weg, want er gebeurde toch niets meer. Martin Scorsese roemde later het slot van ‘L’Eclisse’ als “een van de meest lyrische scènes aller tijden”. Rebellerende jongeren Ondertussen zijn we in de jaren zestig beland. De jeugdcultuur inspireert Michelangelo Antonioni tot zijn grootste - en enige - commerciële succes ‘Blow-Up’ (1966) met onder andere een optreden van de Yardbirds. Het verhaal is gebaseerd op een novelle van Julio Cortázar. In ‘Blow-Up’ zien we weer een verveelde, narcistische jongeman. Dit keer is hij fotograaf in het Londen van de swinging sixties. De man denkt toevallig een moordscène gefotografeerd te hebben. Opnieuw verliest hij zijn interesse in de gebeurtenissen. De film eindigt zonder dat het raadsel is opgelost. Michelangelo Antonioni won er de Gouden Palm mee en behaalde er een Oscarnominatie voor beste regisseur mee.
Voor zijn tweede Engelstalige film ‘Zabriskie Point’ (1970) wijkt Michelangelo Antonioni uit naar de woestijn van Death Valley in Californië. Ditmaal horen we muziek van onder meer Grateful Dead, de Rolling Stones en Pink Floyd. De politie verdenkt een student van een aanslag. De jongen slaat op de vlucht. Zowel de revolutionaire jongeren als de politie tonen zich van hun gewelddadige kant. De regisseur lijkt geen standpunt in te nemen, wat hij wel meer deed. Hij kijkt en componeert zijn film. In de iconische slotscène vliegt het moderne huis in de woestijn in de lucht, tot dertien keer toe! De Amerikaanse conservatieve pers kon slechts weinig begrip voor ‘Zabriskie Point’ opbrengen. Twee jaar later nodigde de Chinese overheid Michelangelo Antonioni uit om een documentaire te maken. Dat werd ‘Chung Kuo’ (1972). Weer beperkt de regisseur zich tot oberserven en registreert enkel wat hij ziet. De vier uur durende documentaire bevat geen interviews. Het officiële China slaat de film in de ban en bestempelt de maker als reactionair. Ook de woestijn komt terug, ditmaal als achtergrond waarin zich ‘Professione: Reporter’ (1975) afspeelt. |
Journalist David Locke (Jack Nicholson) is in de Sahara om er rebellen te interviewen. In het hotel waar hij verblijft, overlijdt een gast. Hij neemt diens identiteit over zonder te beseffen dat de overleden man wapenhandelaar was. Het is wellicht onnodig op te merken dat de woestijn naar de eenzaamheid verwijst, de woestijn als metafoor voor de “poëzie van de leegte”. Het einde van ‘Professione: Reporter’ is weer een typisch én magistraal Antonioni-einde. De camera start in de hotelkamer, kijkt over een bestoft, leeg plein uit, draait honderdtachtig graden en keert terug naar de hotelkamer. Ondertussen zijn we zeven minuten verder.
“De grootste schilder van het scherm” De tentoonstelling in Eye is chronologisch opgebouwd. Eerst krijgen we de belangrijkste gegevens uit de biografie van Michelangelo Antonioni. Dan zijn er twee minuten durende fragmenten van zijn debuutfilm en zijn eerste documentaire ‘Gente Del Po’. Alle fragmenten van de tentoonstelling samen duren een kleine drie uur en worden op grote schermen getoond.
Na de trilogie, waarmee hij doorbrak, is er zijn eerste kleurenfilm ‘Il Deserto Rosso’ (1964), die als afsluiter van het drieluik wordt beschouwd. Monica Vitti speelt de echtgenote van een rijke industrieel. Samen met haar zoontje dwaalt ze door het industriële, vergiftigde landschap nabij Ravenna. Michelangelo Antonioni liet dat landschap bijkleuren. Hij laat bomen, gras en huizen grijs schilderen. Zijn commentaar luidde: “Ik wil de film schilderen zoals iemand een doek beschildert” en “het gras hoeft niet groen te zijn, en de lucht niet blauw “. Hier zien we Michelangelo Antonioni letterlijk als schilder. Wim Wenders noemde hem trouwens “de grootste schilder van het scherm”. Zijn desolate landschappen en stadsbeelden refereren aan Giorgio de Chirico. Een andere Italiaanse schilder, die hij bewonderde was, zijn streekgenoot Morandi. En zelf schilderde hij ook. Zijn reeks ‘Montagne Incantate’ (‘Betoverde Bergen’) hangt tijdens de tentoonstelling in Amsterdam. Het zijn kleine aquarelschilderijen, soms niet meer dan verfvlekken, die hij fotografeert en vervolgens uitvergroot zoals de brokstukken van het ontploffende huis in ‘Zabriskie Point’ werden uitvergroot. Michelangelo Antonioni bleef tot op hoge leeftijd actief. Zelfs een hersenbloeding weerhield hem niet te filmen. Voor zijn laatste film ‘A di là Delle Nuvole’ (1995) werd hij door Wim Wenders bijgestaan. De Duitse regisseur en Antonioni’s vrouw moesten de acteurs en de filmcrew uitleggen wat Antonioni zelf wilde zeggen, maar niet steeds meer in slaagde te zeggen. Op 92-jarige leeftijd werd Michelangelo Antonioni zelfs nog acteur in zijn eigen documentaire ‘Lo Sguardo Di Michelangelo’ (2004). Hierin gaat hij de confrontatie aan met zijn naamgenoot, de beeldhouwer Michelangelo Buonarroti. De regisseur wandelt tot voor het marmeren Mozes-beeld in de kerk San Pietro in Vincoli, dat Michelangelo voor het praalgraf van paus Julius II beeldhouwde. |
Michelangelo Antonioni Museum Michelangelo Antonioni overlijdt in 2007. (Voor de quizzers: op dezelfde dag als Ingmar Bergman sterft.) Hij schonk zijn persoonlijk archief aan het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst in Ferrara. De expositie toont hieruit dagboeken, werkschriftjes, foto’s, filmstills, setfoto’s, recensies, brieven en albums met postkaarten en brieven van acteurs, actrices, regisseurs en kunstenaars zoals Luchino Visconti, Alain Delon, Marcello Mastroiannni, Jeanne Moreau en Umberto Eco.
Eye biedt de bezoekers nog een extraatje aan. In de gangen naar de filmzalen hangen affiches van de films van Michelangelo Antonioni, afkomstig uit de rijke collectie van het Amsterdamse filmmuseum. Vanzelfsprekend wijdt het museum dit najaar ook een retrospectief aan de maestro. |
Frank Beckers