LOF DER UTOPIE
THOMAS MORE'S 'UTOPIA'
Volgend jaar is het vijfhonderd jaar geleden dat ‘Utopia’ van Thomas More (1478 - 1525) verscheen. De Engelse humanist, filosoof en diplomaat schreef het boek op doortocht in Vlaanderen. In opdracht van Hendrik VIII was hij in 1515 naar onze streken gereisd om er een handelsovereenkomst voor wol te onderhandelen. Later viel hij echter in ongenade bij de koning omdat hij de afscheuring van de Church of England van Rome, waarbij Hendrik VIII, hoofd van de Church of England werd, weigerde te erkennen. Thomas More werd opgesloten, van hoogverraad beschuldigd en uiteindelijk onthoofd. Vierhonderd jaar na zijn terechtstelling werd Thomas More door de katholieke kerk heiligverklaard.
De eerste editie van ‘Utopia’ verscheen in Leuven en werd door Dirk Martens gedrukt. Dat wordt in 2016 natuurlijk uitgebreid herdacht. De stad Leuven en de universiteit slaan de handen in elkaar om een jaar lang Thomas More en ‘Utopia’ te gedenken. Mechelen wachtte echter niet tot volgend jaar. De Maneblussers herinneren zich dat Thomas More in de zomer van 1515 zijn vriend, de humanist Hiëronymus van Busleyden in Mechelen bezocht. Het tweejaarlijkse festival ‘Contour’ staat dit jaar dan ook in het teken van utopisch denken. ‘Contour’ is een “biënnale van het bewegende beeld”, zeg maar videokunst. Het festival kent zijn zevende editie en vindt plaats op vijf historische locaties in de binnenstad van Mechelen. De organisatoren raden aan om vier uur uit te trekken om het ganse traject van ‘Contour’ af te leggen en alle werken te zien. Wie het hele parcours volgt, kan aan het Cultuurcentrum starten, passeert aan de Vlietenkelder, het Hof van Busleyden, de kazerne Dossin en eindigt aan de Noker. Wie utopie zegt, denkt automatisch ook aan dystopie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de kazerne dienst als Samellager. De Nazi’s stuurden van hieruit joden, zigeuners, homo’s en politieke tegenstanders naar de concentratiekampen. Hier wordt - ook op Contour - de utopie aan flarden geschoten. Fooling Utopia Op enkele uitzonderingen na, zijn nagenoeg alle werken video’s. Vanzelfsprekend mocht het boek van Thomas More zelf niet ontbreken. In de kelder van het Hof van Busleyden liggen de eerste druk uit 1516 en de derde druk uit 1518. De eerste druk ligt opengeslagen op de kaart van het eiland en op de volgende pagina staat het alfabet van Utopia. In de derde druk is de landkaart een houtsnede van Ambrosius Holbein. Net als J. R. R. Tolkien en hedendaagse fantasie-auteurs bevat ‘Utopia’ dus een fictieve map én een fictief alfabet. De fictieve geschiedenis en maatschappijvorm – waar het om draait – worden in het boek uitgebreid beschreven.
Thomas More schetst een maatschappij op basis van gelijkheid. Het verhaal speelt zich af op een ver afgelegen eiland. De werktitel luidde eerst Nusquama naar het Latijnse NUSQUAM voor nergens. De naam verwijst naar het Griekse OU TOPIA, wat geen plaats betekent, en naar EU TOPIA, wat goede plaats betekent. In de eerste plaats moet zijn boek echter gelezen worden als een kritiek op het Engeland van zijn tijd. Het is niet helemaal duidelijk of ‘Utopia’ wel een ideale wereld is in de ogen van zijn bedenker. In ‘Utopia’ heersen er een aantal praktijken zoals euthanasie die niet stroken met zijn katholieke principes. Het verhaal eindigt trouwens met: “Maar voorlopig ben ik het beslist niet met alles eens van wat hij heeft gezegd, hoe groot zijn kennis en levenservaring ook zijn. Toch neemt dat niet weg dat er volgens mij in de republiek Utopia heel veel te vinden is dat als voorbeeld kan dienen voor ons deel van de wereld, al moeten we het zeker niet zomaar overnemen.” In een nawoord laat Thomas More bovendien verstaan dat absolute gelijkheid niet haalbaar is. Wie de geschiedenis van de twintigste eeuw kent met de naar absolute gelijkheid strevende communistische landen, kan dit alleen maar beamen. De Italiaanse Nicola Setari is curator van ‘Contour’. Zij vertelt de anekdote van de Spaanse katholieke bisschop Vasco de Quiroga. De man was in 1535 missionaris in Mexico. Daar richtte hij een samenleving in met ‘Utopia’ als leidraad – wat dus helemaal niet More’s bedoeling was. Natuurlijk gebruikte hij ook andere bronnen: Sint-Augustinus en Tommaso Campanella. Zijn werk voor de Indianen wordt als succesvol beschouwd. Het seminarie dat hij stichtte, is vandaag een universiteit en één van de oudste educatieve instellingen van Amerika. Zijn bewonderaars noemen hem “de bisschop van Utopia”. Encyclopaedia Utopia De Bulgaarse kunstenaar Nedko Solakov maakte in 1990 drie handgemaakte werken. Dit noemde hij zijn ‘Encyclopaedia Utopia’. Hierin trok hij parallellen tussen ‘Utopia’ en de communistische wereld van het Oostblok. In opdracht van ‘Contour’ maakte hij er een driedelige video over, waarin hij zijn encyclopedie doorbladert, eruit voorleest en het geheel becommentarieert.
Met ‘TV More’ nodigt Fabrice Hyber bezoekers uit om hun eigen ideale wereld te bedenken. De wanden van het kabinet dat Fabrice Hyber gebouwd heeft, hangen vol met dromen en voorstellen van het publiek. De Franse kunstenaar zet de geschreven versie om in tekeningen. De meeste bezoekers wensen een vredevolle wereld en een groene wereld. Enkelen dromen van: “de lotto winnen”, “nooit meer werken” of “wachten bestaat niet meer”. Maar ik lees ook: “Allereerst lijkt het me een goed idee te zijn alles in brand te steken. Uit het as van deze deconstructie of pre-constructie kan dan het oerwoud oprijzen in zijn oorspronkelijke staat, zonder menselijke invloed. Uiteraard zullen de enige overledenen mij dan tot koning uitreiken. Het was tenslotte mijn idee.” Bibliotheek van utopieën en dystopiën Op de benedenverdieping van het Hof van Busleyden zijn een leeshoek en bibliotheek ingericht. De bekende utopieën en dystopieën liggen er allemaal. Er zijn de drie grote twintigste eeuwse romans: ‘1984’ van George Orwell, ‘Brave New World’ van H.G. Huxley en ‘Wij’ van Jevgeni Zamjatkin. Er liggen oudere teksten als ‘De Staat’ van Plato, ‘Het Nieuwe Atlantis’ van Francis Bacon en ‘De Zonnestad’ van Tommaso Campanella. Minder bekend is het onvoltooide verhaal ‘4338’ van de Rus Vladimir Odojevski. In 2011 verscheen er een tweetalige Russisch-Nederlandse versie van de novelle in de serie ‘Slavische Cahiers’ van uitgeverij Pegasus.
Terug naar film, video en het bewegende beeld. Het eerste werk in het Cultuurcentrum is vrij heftig: aan de lopende band worden er in ‘Piano Destructions’ piano’s vernield. Op drie parallelle schermen worden beelden van performances uit de tegencultuur uit de jaren zestig, zeventig getoond. De ene keer wordt de piano in brand gestoken, de andere keer wordt de piano van een rots gegooid. De meeste piano’s worden met een bijl kapot geslagen. Ondertussen geven vrouwelijke muzikanten op een vierde scherm een pianoconcert. ‘Lili’ van An van. Dienderen leerde me een stukje filmtechniek en filmgeschiedenis kennen. In de jaren twintig liepen er in de filmstudio’s “Chinese Girls” rond. Dat waren blanke meisjes die naast een kleurenkaart plaatsnamen. Zo konden de kleuren getest en gecorrigeerd worden. De Amerikaanse filmmakers redeneerden dat als de huidskleur natuurlijk overkomt, dan ook de andere kleuren dat zullen doen. Ze zochten steevast een Kaukasisch type met de perfecte blanke huid. An van. Dienderen ging op zoek naar de eerste Chinese Girl. Zogezegd vond ze archiefbeelden van Kodak, waarop setdresser Lily de rol van Chinese Girl op zich neemt. Actrice Maaike Neuville speelt de rol van Lily. ‘Lili’ is trouwens een van de twaalf inzendingen voor de kortfilmcompetitie van het BFI London Film Festival 2015. De ‘Vlietenkelder’ werd als schuilkelder in de tweede wereldoorlog gebruikt. Je bekijkt er een video ‘Two Hours Without War’ van de Libanees Rabih Mroué over een voetbalwedstrijd. Je krijgt een partij te zien, zoals je nog nooit gezien hebt. Twee uur lang worden de laatste twee seconden van de wedstrijd opnieuw en opnieuw en opnieuw getoond. Tijdens de finale van de wereldbeker sloten de strijdende partijen in Libanon een wapenstilstand zodat iedereen naar tv kon kijken. Italië nam het toen op tegen Duitsland. Dat doet denken aan de kerstbestanden tijdens de eerste wereldoorlog. Op kerstdag 1914 verlieten Duitse en Britse soldaten hun loopgraven om tegen elkaar te voetballen. Il faut cultiver notre jardin Sinds ik ‘Dial H-I-S-T-O-R-Y’ zag, ben ik fan van de Vlaamse regisseur Johan Grimonprez. Op ‘Contour’ zijn er twee werken van hem te zien. De titel van ‘Every Day Words Disappear’ herneemt een zin uit de dystopische film ‘Alphaville’ van Jean-Luc Godart uit 1965. In ‘Alphaville’ zijn emoties verbannen en is liefde verboden. Johan Grimonprez interviewt de politieke filosoof Michael Hardt. Machiavelli vroeg zich af of de ‘Prins’ beter gevreesd of geliefd kon zijn. Het machiavellistische antwoord luidt: gevreesd! Michael Hardt ziet ook vandaag een politiek gebouwd op angst. “Wat als… we nu eens niet zouden kiezen voor de leider die we vrezen, maar voor een wereld die op liefde gebouwd wordt?” In tegenstelling tot zijn andere films gebruikt Johan Grimonprez ditmaal slechts fragmenten van één enkele film, die hij met delen van het interview afwisselt. Het resultaat is toegankelijker dan zijn vorige films.
Zijn tweede werk is de vlog ‘WeTube-O-Theque’. Dat is een blog met een verzameling video’s, die je ook op zijn homepage kunt bekijken. Voor deze videobibliotheek zocht hij beeldfragmenten over ecologie en duurzaamheid. Voltaire’s laatste zin van ‘Candide’ “Il faut cultiver notre jardin” wordt zo de inspiratie voor een groene utopie. Er zitten TEDx-lezingen bij. Verder zie je items uit het tv-journaal. . Ook de trailer van ‘Soylent Green’ zit in de vlog. Een één minuut durend fragment spreekt over een Indiase goeroe, die al jaren niet meer zou eten en drinken! Zo is het voedseltekort in één klap opgelost In de Dossin-kazerne tonen Sander Breure en Witte van Hulzen beelden van een eiland. Het lijkt een ongerept en idyllisch eiland tot blijkt dat we naar Utoya in Noorwegen kijken, waar Anders Breivik in 2011 zijn slachtpartij aanrichtte. Tuin van Eden ‘Contour’ eindigt in de Noker. Dit is een veertiende-eeuws Alexianenklooster, waar ooit psychiatrische patiënten werden verzorgd. En belangrijker, de biënnale eindigt er in visuele schoonheid. In de binnentuin van het klooster staat er precies één boom. Dat deed kunstenaar Angel Vergara aan de Tuin van Eden denken. De Spanjaard, die in Brussel woont, plaatste een enorm scherm naast de eenzame boom, waarop hij een soort paradijselijke tuin animeert. Heel lang werd me echter niet gegund om ervan te genieten. De klok sloeg zes uur en een vriendelijke dame kwam ons waarschuwen dat ‘Contour’ de deuren sloot. Zo werd ik uit de Tuin van Eden verjaagd.
Toen ik later terugkwam, zag ik dat de tuin niet zo idyllisch bleef, maar langzaam overwoekerd werd tot jungle. En nog meer: de regisseur had de binnentuin als decor voor de film geschilderd. Na een tijdje druipt de verf naar beneden, de vensters in het gebouw worden gewist, het gebouw vervaagt en heel de paradijselijke tuin wordt onherkenbaar. |
CONTOUR 7
Biënnale voor het Bewegend Beeld
29 augustus – 8 november 2015
Vijf locaties in de historische binnenstad van Mechelen
Meer informatie:
www.contour7.be
www.utopialeuven.be
www.johangrimonprez.com
Biënnale voor het Bewegend Beeld
29 augustus – 8 november 2015
Vijf locaties in de historische binnenstad van Mechelen
Meer informatie:
www.contour7.be
www.utopialeuven.be
www.johangrimonprez.com
Frank Beckers